We hadden alles mee om er een duikweekend in de Chantoir de Bure van te maken, maar het weer besliste er anders over. Vooraf wisten we dat het een dubbeltje op zijn kant zou worden. In de Ardennen lag er zo’n 7 centimeter sneeuw en de temperatuur draaide rond het vriespunt. Dit kon betekenen dat alles nog stijf bevroren lag, maar ook dat de sneeuw intussen aan het smelten was. Het bleek de laatste optie te zijn, en helaas was enkel de hoofdperte actief, en geen van z'n voorgangers. In de Chantoir de Bure verdween een stevige slok ijswater, die het onmogelijk maakte om de grot binnen te gaan. Dit zette ons met de voetjes op de grond. Als de grot droog had gestaan, dan waren we wellicht naar binnen geweest en hadden we later op de dag wellicht een crue op ons dak gekregen... Terwijl we er toch waren, onderzochten we met een warmtecamera de omgeving. Daaruit leerden we dat er in de omgeving van het verdwijnpunt geen enkele plaats is die in aanmerking komt als alternatieve toegang.
Ons groepje van vijf man (Stijn, Geert, Dirk, Raf en Kris) trok dan maar naar de Fosse Sinsin, onze werkplaats op het Massif de Boine in Han-sur-Lesse. Bij gebrek aan beter zouden we verder de spleet aanvallen die ons nu al anderhalf jaar bezig houdt. In principe zijn hiervoor drie mensen voldoende. Omdat we met teveel volk waren, daalden Dirk en Geert nog eens af naar de diepere regionen van de grot om er te zoeken naar mogelijke andere werkplaatsen. Per slot van rekening was het buiten licht aan het vriezen. En hoe kouder het buiten is, hoe meer de grot blaast. Veel hoop hadden Dirk en Geert niet, want we hebben al een paar keer elke hoek en kant van de grot onderzocht, telkens zonder resultaat. Op het diepste deel van de grot plooide Dirk zich echter dubbel toe op een plek waar we in het verleden al een zuchtje hebben waargenomen, alleen nu ging het over een duidelijke luchtstroom. Zouden we eindelijk het verdere vervolg van de Fosse Sinsin gevonden hebben? Bovendien kwam de tocht uit een opening die relatief eenvoudig te verbreden leek, terwijl we er zo’n 12 meter dieper zitten dan onze gebruikelijke werkplaats.
Het duurde niet lang voor ook Stijn, Raf en Kris bij Geert en Dirk stonden om de nieuwe mogelijkheid te bekijken. Nog geen vijf minuten later werden de eerste blokken uit de spleet gehaald en de eerste bakken puin gevuld. Zo werkten we zaterdag en zondag onverdroten verder. We sloten het weekend af met drie meter gedesobstrueerde passage en einde op... brol en modder tot tegen het plafond. Voorlopig zijn we dus nog niet toe aan de nieuwe patatjes...