Na een exploratie van enkele jaren en een 10-tal sessies zetten wij een punt achter deze exploratie. De progressie was altijd moeilijk, en uiteindelijk zitten we in een bijzonder onstabiel geheel. Om er verder te gaan moeten stabilisatiewerken gebeuren die boven onze mogelijkheden gaan. Het originele idee om er te duiken hebben we niet kunnen uitvoeren, want er is geen duikbare sifon.
We hebben er met veel enthousiasme gewerkt en veel aanmoedigingen gekregen van de speleo-ontdekkers van deze grot, waarvoor onze dank. Soms moet je er gewoon een punt achter durven zetten. Bij deze publiceren we de bijgewerkte topo.
donderdag 26 december 2019
maandag 16 december 2019
Fond de trou
Duiken op afgelegen plaatsen, of ‘plonger fond de trou’ vergt een aparte benadering. Hoe minder gewicht er getransporteerd moet worden hoe liever ze je zien komen. Belangrijk is dat de duiker kan zinken, en een zekere autonomie heeft. De keuze voor stalen flessen van 200 of 300 bar zorgt meestal voor voldoende lucht en het voordeel dat er geen extra lood/gewicht nodig is om onder water te verdwijnen. Belangrijk is om die flessen op een veilige manier te transporteren. Daarvoor werden buizen ontworpen waar de flessen in schuiven.
Er zijn twee ‘light duiken’ georganiseerd. Eén de Grotte-Mine Vaux sous Olne, en de dag erna in de Wuinant.
In de Mine hebben we na een voorgaande duik een hangende sifon kunnen passeren, momenteel gedoopt tot S7. Die sifon is door de GRSC voor een stuk leeggepomp zodat ook niet duikers het bassin kunnen passeren. Ongeveer 40m verder heb je dan de veelbelovende S8, vermoedelijk een zicht op de rivier, en het doel van de dag. Drie waterratten passeren de S7, nu herschapen tot een VM met op het laagste punt 10cm lucht.
De S8 dan; een plas gevolgd door een versmalling. Twee flessen passeren niet, één uitgepikt; lastig. Er lijkt een luchtklok te zitten voorbij de versmalling. Een duikpoging dan maar met één fles om daarna direct de luchtklok te checken. Daar bleek voldoende lucht in aanwezig te zijn, en er was zelfs communicatie mogelijk met de ploeg aan de andere kant. Op die manier kon ik veilig de ruimte onder de luchtklok verkennen. Tegen alle verwachting in was er geen vervolg te vinden. Het bleek een cul de sac te zijn, van max -2m diep. Aan het vertrek werd nog een depart gevonden waar een meter of 3 onder het plafond kon worden opgeschoven tot het te smal werd.
Al topograferend dropen we af. De sherpaploeg had niet stil gezeten. Zij hebben in een parallelle gang een sifon aan het pompen geweest, de S6. Stijn en Frits gaan het resultaat voelen na 20cm minder water. Ik voel een vervolg maar kan geen oplossing verzinnen om die sifon in apnee te passeren. Het is er krap, en er zijn verschillende bochten te nemen. Frits denkt een oplossing te hebben gevonden en verdwijnt in het bruine sop. Stijn, je moet komen, het loopt verder. Ook bij een tweede poging en enkele slokken verder besluit ik dat hij op verkenning kan gaan. Na een 30tal meter is er een zaaltje waar een klim zou moeten gemaakt worden. Zo hebben we één deur kunnen sluiten, maar een ander op een kier gezet. Wordt vervolgd.
Aan de Wuinant was er een aangename drukte, bestaande uit een topoploeg, een balisageploeg, een Arcaneploeg en een duikploeg. Om de lompe duikspullen ter plaatse te krijgen werd gerekruteerd uit alle ploegen. Alles verliep naar wens. Zonder wachttijden, mede dankzij het vaste equipement kon iedereen zich op z’n doel richten. Voor de duiker stond een verkenning van de S4-S5-S6 op het programma, achteraan in de grot, ruim 1000m voorbij de eerste ducks. Achter een lange VM zitten er twee sifons die voor de grootste toevoer van water zorgen in de grot. De S4 ziet er dan ook erg veelbelovend uit. Helaas is het onderaan het bassin, op -4m in de prachtige verticale plooiing te smal. Ook de S5 is na 2m een te smalle spleet. De S6 dan; groot bassin waar een gang in vertrekt. Op -6m na ongeveer 8m onder het plafond was er geen doorkomen meer aan. Ook in het startbassin is er geen depart. In functie van de nieuwe topo van de grot zijn ook deze beperkte resultaten nuttig. Daarmee is het voornaamste duikwerk in de Wuinant achter de rug. Rest ons de natte, vuile spullen naar buiten te zeulen vooraleer we ons aan de afwas zetten.
De ploeg |
S4 Wuinant |
VM Wuinant |
S4 Wuinant |
S5 Wuinant |
donderdag 28 november 2019
Fooled by light
Explo is fel onderhevig aan allerlei factoren. Zo hadden we tijdens onze laatste uitstap niet alle troeven aan onze kant maar uiteindelijk is er wel een resultaat uit de bus gekomen.
We werken aan een verbinding met de Trou de la Loutre (TDL) en de Galerie des Sources (GDS).
Uit recente kaartstudies van de hand van Geert blijkt dat de twee grotten weleens dichter bij elkaar kunnen liggen dan eerder gedacht. Ook de exploratiewerken in de Loutre hebben ons geleerd dat de ontwikkeling van de grot sterk onderschat wordt.
Een Arva-meting om dit te bevestigen leek ons de volgende logische stap, was het niet dat de waterstand in de Loutre momenteel letterlijk tot aan de lippen staat. Het passeerde maar net, maar niet voor iedereen. Ook hier is er nu een meetpunt aangebracht (ook in de Wuinant) vooraan in de grot om een idee te hebben of de grot overal passeert. De Arva-meting zou dus kunnen doorgaan, van de kant van de Loutre weliswaar. Aan de kant van de GDS verwachten we de verbinding in de Salle Kasper te kunnen maken, wat duikwerk betekent. De twee duikers van dienst hebben nooit eerder in GDS gedoken, sterker nog, één duiker is niet vertrouwd met de duikomstandigheden in BE. Raf doet een verkenning van de sifons op zaterdag, en zondag, de dag van de meting gaat Geert op kop, om zo te profiteren van de betere zichtbaarheid. Beide duikers passeren glansrijk en ook in de Loutre zit Stijn op post met het meettoestel. Het wachten is lang, want er gebeurde helemaal niets. Geen klopsignalen, en geen communicatie met de walkie-talkie. Na een klein uur uitzenden vanuit de Loutre heb ik bij wijze van test omgeschakeld naar ontvangen, en geheel onverwacht kreeg ik direct signaal. Het toestel gaf horizontaal tussen de 30-60m, en verticaal 12 à 25m. Achteraf bleek dat deze getallen niet afkomstig konden zijn van de zender uit de GDS, maar eerder veroorzaakt door m’n eigen helmverlichting! Straf, maar geen meting is ook een resultaat. Waarschijnlijk zorgt de instorting in de Salle Kasper en het vele slijk voor een grote demping waardoor het bereik van de Arva’s beperkter is. We zullen wel verder werken via de Loutre, want er is een goed voelbare wind die we kunnen volgen.
Eén van de zaken die we zeker moeten herdoen, is de topo van de Loutre. Zo kwam ik b.v. tot de vaststelling dat de grot niet één, maar drie ingangen heeft. Een grot die dus duidelijk een upgrade verdient.
Omdat het programma ter plaatse nog werd aangepast hebben we ook tijd gevonden om nog eens tot aan de bron van Tahaux te gaan. Achteraan in de grot hebben we opnieuw zicht gekregen op de rivier, maar er zat jammer genoeg een blok in de weg. Was het niet dat er ondertussen een iets te ijverige timmeraar voor een aantal extra blokken heeft gezorgd. Van wind was er die dag helemaal geen sprake. Uit zelfrespect hebben we dan ook besloten om geen gas te produceren. Van onze kant hebben we besloten om dit hoofdstuk af te sluiten. Daarbij hebben we ook de topo van Tahaux vervolledigd.
S.
GDS |
GDS |
GDS |
Tahaux |
maandag 28 oktober 2019
Wuinant zonder water!?
Vijf jaar geleden zijn we tot de vaststelling gekomen dat de bestaande publicaties van de topo van de Wuinant, meer bepaald de ondergrondse Magne, fouten bevatten. Daarvoor zijn we ondertussen 3 maal post sifon geweest. Eerst om een vast topopunt te bepalen aan het oppervlak door middel van Arvameting, en uiteindelijk daaraan de topo van het eindpunt van de grot te koppelen. Die eindpunttopo is nooit eerder gemaakt. Ook het overzicht met de verschillende pertes is nieuw. We weten nu dat er slecht 15m ontbreekt met de perte (Hadelin), en een kleine 20m tot aan het oppervlak. Het idee om een ingang te vinden voor niet duikers lijkt dus nog niet voor morgen. Het moet gezegd worden dat het niet aan het gebrek aan doorzettingsvermogen van de verschillende clubs heeft gelegen dat die verbinding er nog niet is. Er is al heel veel en heel hard gewerkt in alle mogelijke gaten aan de Magne. Wellicht is het probleem dat een bepaalde plooiing alle evidente passages tussen de Hadelin en de Wuinant onder water zet. Bij ons laatste bezoek hebben we achteraan een tiental nieuwe meters kunnen vinden, maar ook daar zijn we gestopt op een steil dalend plafond en uiteindelijk water.
Maar, bij ons laatste bezoek werden we ook aangenaam verrast.
Door de jaren heen stellen we vast dat er steeds minder en minder water is in de Wuinant. Vroeger had je een stromende rivier onderaan de ingangsput, maar tegenwoordig is er geen sprake meer van stroming. De sifons zijn daarmee gereduceerd tot bassins die steeds minder en minder water bevatten. Tot op een dag er geen persluchtflessen meer nodig zijn om de sifons te passeren. Tegenwoordig zijn die sifons herleid tot 3 ducks, korte sifons en voute mouillantes. Alle zijn ze minder dan 2m lang en minder dan 40cm diep.
De ducks zijn geëquipeerd met een speleotouw aan het plafond, en aan het vertrek van de natte zone is er een markering aangebracht (rode streep) om het waterniveau in te kunnen schatten.
De vraag is natuurlijk hoelang we deze passage kunnen behouden. Misschien heeft het klimaat hier een invloed op, of zijn de pertes minder actief, of zijn er nu betere pertes ondergronds, of kan de exploitatie van de nabij gelegen carrière hier voor iets tussen zitten? Zo is er achteraan in de grot nog steeds stromend water van 2 verschillende oorsprongen, maar geen van beide slaagt er nog in om door de volledige grot te stromen. Wellicht is één crue voldoende om het bassin weer te vullen en is een doorsteek zonder flessen uitgesloten. Momenteel hebben we dus een venster! en wie weet komt er ooit nog een doorsteek met één van de pertes.
Bescherming: de grot is afgesloten. Voor meer info, neem a.u.b. contact op met ons of met GRSC.
Heet van de naald: Een recent bezoek heeft enkele zeer geslaagde foto's opgeleverd van de hand van Paul De Bie, en er is een interessante première gemaakt met het oog op een nieuwe ingang.
Wordt vervolgd!
Leuk weetje: met walkie-talkies kan je door 20m bodem communiceren!
Maar, bij ons laatste bezoek werden we ook aangenaam verrast.
Door de jaren heen stellen we vast dat er steeds minder en minder water is in de Wuinant. Vroeger had je een stromende rivier onderaan de ingangsput, maar tegenwoordig is er geen sprake meer van stroming. De sifons zijn daarmee gereduceerd tot bassins die steeds minder en minder water bevatten. Tot op een dag er geen persluchtflessen meer nodig zijn om de sifons te passeren. Tegenwoordig zijn die sifons herleid tot 3 ducks, korte sifons en voute mouillantes. Alle zijn ze minder dan 2m lang en minder dan 40cm diep.
De ducks zijn geëquipeerd met een speleotouw aan het plafond, en aan het vertrek van de natte zone is er een markering aangebracht (rode streep) om het waterniveau in te kunnen schatten.
De vraag is natuurlijk hoelang we deze passage kunnen behouden. Misschien heeft het klimaat hier een invloed op, of zijn de pertes minder actief, of zijn er nu betere pertes ondergronds, of kan de exploitatie van de nabij gelegen carrière hier voor iets tussen zitten? Zo is er achteraan in de grot nog steeds stromend water van 2 verschillende oorsprongen, maar geen van beide slaagt er nog in om door de volledige grot te stromen. Wellicht is één crue voldoende om het bassin weer te vullen en is een doorsteek zonder flessen uitgesloten. Momenteel hebben we dus een venster! en wie weet komt er ooit nog een doorsteek met één van de pertes.
Bescherming: de grot is afgesloten. Voor meer info, neem a.u.b. contact op met ons of met GRSC.
Heet van de naald: Een recent bezoek heeft enkele zeer geslaagde foto's opgeleverd van de hand van Paul De Bie, en er is een interessante première gemaakt met het oog op een nieuwe ingang.
Wordt vervolgd!
Leuk weetje: met walkie-talkies kan je door 20m bodem communiceren!
Stijn
Walkie-talkie communicatie met het oppervlak |
ARVA meting (blauw toestel midden op de foto) |
zondag 1 september 2019
De Lesse delta
De ondergrondse Lesse delta in de omgeving van Chaleux. Samen met de dubbele meanderafsnijding vormt dit een zeer interessant studieobject. Kenmerkend aan de grotten in de delta is het vele slijk en water. Zonder neopreen hou je het dus niet lang uit ondergronds. Ook de apparatuur moet dus danig beschermt worden wil je hier meten of desobstueren. De vraag is in hoeverre we kunnen vertrouwen op de bestaande topo; wetende dat die opgenomen is voor het Distox tijdperk. Zeker is dat de topo van de Loutre relatief summier is weergegeven, en er blijken verschillende verlengingen te ontbreken. Ook het betere desobstuctiewerk is nieuw in deze grot. Zo ontwikkelde Raf een drybag om de accuboormachine in te verpakken. Het voordeel is dat het toestel direct bruikbaar is in de natte en slijkerige omgeving. In een grot als deze is dit geen overbodige luxe wil je je machine niet verzuipen. Een eerste test van het geheel is goed afgelopen, maar compleet droog is de zak nog niet. Wordt dus vervolgd, want het ultieme doel is kunnen duiken met een accu boormachine!
Terug naar de Loutre. Op het programma een duik in de ‘Meertjes’ in de linker tak. Resultaat is een dalende faille tot -7m, waar geen penetrabel vervolg voelbaar is.
In de rechter tak hebben we verschillende uren gewerkt. Geheel achteraan zijn er ongeveer 3m bij gevonden, met zicht op een nieuwe versmalling net boven het water. Maar waarschijnlijk veel interessanter is een stijgend gangetje net voor het eindpunt. Er staat een zeer motiverende tocht.
We spreken van een delta, omdat er in de buurt nog een grotje is dat gelinkt kan worden aan hetzelfde systeem. Deze recent ontdekte grot, de Abri de la Source, staat deze tijd van het jaar zo goed als droog. Wat overblijft is, wat dacht je, hopen slijk. Net voor de sifon zit een geventileerde stijgende spleet die we met goedkeuring van de uitvinders mochten verkennen. Onze twee nieuwe slanke exploratoren kregen de eer. Hun eerste première is ongeveer tien meter lang geworden en is voorzien van twee versmallingen en enkele concreties. Een verlenging is blijkbaar niet meer evident, al stel ik me toch de vraag hoe ver we nog van de Trou Louis verwijderd zijn.
Zoetjes aan begin ik te dromen van een speleodoorsteek tussen de GDS en de Loutre. Om goed te zijn zouden we dus e.e.a. moeten hermeten. Voorlopig volgen we de wind, maar de Distox, de GPS en de Arva’s zullen binnenkort wellicht deel uitmaken van de exploratietocht.
S.
woensdag 7 augustus 2019
Teamsport
Source de Nanduire, of de Nandoyîre zeggen ze in Wallonië. Ik werd getriggerd door het lezen van de verschillende verslagen op de blog van GRSC, en besloot Pol Xhaard te contacteren. Hij bleek aangenaam verrast, maar ook gepakt ik tijd, want hij had blijkbaar hetzelfde idee. Gezien de vele kilometers die wij moeten 'bollen' gaan we gewoonlijk meerdere dagen na elkaar grotten. Aan Pol werd gevraagd om een weekendprogramma in elkaar te knutselen en hij stelde een scenario samen.
Onder impuls van Wolter is er in de buurt van Sy een bron geëxploreerd die een duiker verlangt, de Triple Source de Nanduire. Het verloop van de desobstructiewerken zijn te lezen op de blog van GRSC. Helaas kon de duiker geen vervolg vinden in een spits toelopende schacht op -3m.
Iets verder stroomafwaards de Ourthe is er een gelijknamige rotspartij, met z’n voet in de rivier. Volgens Pol zou er ook een bron moeten zitten, verkend over 5m, maar de stroming zou eerdere duikers genekt hebben. In deze tijd van het jaar is er amper stroming en is het bijgevolg een uitgelezen moment voor een verkenning. Op -2m werd er inderdaad een bronnetje gevonden, ongeveer 1m breed, 10cm hoog en op -1m een grot/niche in de fel geërodeerde wand, ongeveer 3m ver. Helaas geen stroming in dit laatste, en gelukkig ook geen bever in het grauwe water omgeven door takken in het gat.
De kers op de taart; een duik, ‘fond de trou’ in de Grotte-Mine de Vaux sous Olne. De duikcampagne van 2005-2012 heeft ertoe geleid dat de S1 met de S4 verbonden is, en de S5 tot -19m diep gaat. De S6 bleef onaangeroerd, en dat was net het doel van de dag.
De S6, is niet meer dan een plas, achter een versmalling gelegen. Ik had er geen goed oog in. Maar, onderwater bleek er toch een laminoir te vertrekken. Spullen aan dus, en achteruit, zoekend met de benen naar het vervolg. De sifon, of beter gezegd het bassin, want het is een hangende sifon, max 8m lang en heel ondiep. Halverwege is er een klok, en de laatste meters zijn eerder VM. Voorbij de sifon kon ik onverwacht ook zeer goed communiceren met Patrice aan het vertrek. Er is dus een verbinding boven water. Het vervolg dan; stijgend tot in een blokkenzaaltje, en daarna steil naar beneden in een hoge diaklaze tot aan een nieuwe sifon. Het geheel geschat op 40 à 50m ontwikkeling en zakt zeker 10m, vermoedelijk opnieuw tot aan de rivier.
Hiermee is er opnieuw een zeer interessant vertrek in de grot. Om de nieuwe sifon veilig te kunnen duiken zou het beter zijn dat de S6 geëlimineerd wordt. Hopelijk lopen de toekomstige werken van een leien dakje.
Wordt vervolgd!
Stijn
Met dank aan Wolter, Pol en Patrice voor de foto's en de film
Met dank aan Wolter, Pol en Patrice voor de foto's en de film
vrijdag 26 juli 2019
De Woëvre
De Woëvre is een relatief onbekend karstgebied in noord Frankrijk, departement Meuse. De grootste grot meet er ruim 990m; de Gouffre du Failly. Aan het systeem zijn twee ingangen, één sportieve, en een ander relatief eenvoudig. Die laatste is momenteel helaas misbruikt als dump voor slachtafval, en er is geen doorkomen aan. Er zou ook 80m ver gedoken zijn in de eindsifon. Verder zijn er tientallen pertes en kartsfenomenen verscholen in het bos. Werkelijk een walhalla voor de grotliefhebber!
De spéléocub van Longwy is er actief, en de meeste kartfenomenen zijn te raadplegen via de website van georisques.
Uiteraard zijn er ook bronnen verbonden aan het uitgesterkte bos. De belangrijkste zijn te vinden in Delut, Dimbley en Merles-sur-Loison. Naar goede gewoonte beginnen we van onder naar boven.
In Delut is de hoofdbron geconnecteerd op de riolen, en dus weinig attractief. In Dimbley werden menige blokken versleurd, maar door de zwakke stroming en het eerder smalle karakter als herzien bestempeld.
Stijn en Julien aan La Cuve |
De eerste 55m waren voor rekening van Julien en Stijn. Daarna heeft Stijn tot 159m in de rechter tak verkend, en 106m vanaf de ingang in de linker tak. Er zit een splitsing op 60m en beide takken eindigen op niets. Tijdens ons bezoek hadden we zeer goed zicht. De vraag is of dat nog het geval zal zijn in minder droge periodes. Zeker is dat we er een nieuwe spirit bij hebben ‘dicht’ bij huis.
Hier een niet te missen filmmontage!
Wordt vervolgd!
Stijn
PS: een toegangsreglement is in de maak, voor info contacteer Stijn of Julien.
maandag 27 mei 2019
Uitje te Furfooz
Samen met Rudi en Bibiche, uitvinders van de Abri de la Source, of alias La Belle Blonde Barbue zijn we eens gaan kijken naar de mogelijkheden daar.
Het is nu al een tijdje dat we ons interesseren voor de (onderwater)fratsen van de Lesse ter hoogte van Furfooz, dus ook deze bron mag niet ontbreken. Samengevat is het een vettige tunnel, met einde op een te smalle duiksifon. Wel is er, enkele meter voor het einde, een zeer interessante spleet die zeker onderzocht dient te worden, wordt vervolgd. Het slagschip heeft daarna z’n tocht verdergezet naar de Trou de la Loutre. Een heerlijke watergrot met halverwege enkele selectieve passages. Duiken is niet nodig wil je de grot bezoeken, iets wat veel mensen niet weten, maar verwacht je wel aan enkele pittige versmallingen en spannende voute mouillantes.
De grot is zeer complex, en er is bijna zeker een vervolg aan te brijen. Eén van de zaken die we binnenkort willen ondernemen is het duiken van de eindsifon. De sifons van de Galerie des Sources hebben we eerder al eens onder handen genomen met als resultaat dat het hele parcours herbelijnd is.
De dag was nog niet om, dus gingen we op zoek naar een nieuwe uitdaging. Naast Michel en ik zijn er nog geen andere duikers geweest in de Sepulture. Tom was bereid om eens een ‘kijkje’ te gaan nemen. Ik had me hoog op de ‘tribune’ aan de lac gezet, luisterend naar het geluid van de luchtbellen die rollen over het plafond. Na ongeveer 15’ duiken, plots geen bellen meer! De spanning steeg. Een goeie 10’ later waren ze terug. Gejuich!! Tom moet wel gepasseerd zijn. In de donkere wolken bruin sop verschijnt plots z’n licht. Oef. Tom vertelt; eerst wat gegraven, dan enkele tests gedaan met slijk en ontspanners. Duidelijk geen goed huwelijk die twee. Purgeren (lucht doorblazen) is nodig wil je opnieuw kunnen ademen. Dan, om zo dicht mogelijk tegen het plafond aan te blijven heeft hij z’n helm afgedaan, en dan hop, met de ontspanners zo hoog mogelijk boven de blubber het onbekende terrein in. Wauw, respect. Verder stijgt de gang opnieuw. Daarna weer een versmalling, maar met zachte bodem, dus snel aangepast. Het daalt terug en dan horizontaal tot in een ruimer stuk met einde op een versmalling. Voorlopig niet passeerbaar. Dus 10 à 15m premiere met 0 zicht op de terugweg! s’Avonds tijd voor verbroedering links en recht met BBQ etc.
Ondertussen zaten we in Godinne. We hebben er de tijd genomen om de situatie in het Chauveau complex te bekijken. Er zitten geen bevers (meer) in de bron. Wel werden we onaangenaam verrast door van de staat van de droge grot. Die is blijkbaar het slachtoffer geworden van een drankorgie. Alle plastiek en flessen zijn in de vuilnisbak beland.
Terug naar Furfooz waar we opnieuw een duik in de Puits des Vaux mochten maken.
Doel was een nieuwe lijn te leggen, de oude rommel te verwijderen, topo te doen, en enkele filmbeelden te maken. Gelukkig waren we hiervoor met twee, onder water en niet onbelangrijk er was ook support aan het oppervlak! Het zicht was in vergelijking met ons bezoek eind maart een pak minder goed, er was er geen sprake meer van een goeie en minder goeie zone. Al bij al max 2m zicht, behalve aan de toevoer van de nog onbekende bron = glashelder, Sebia? Er ligt nu 40m lijn, met einde op niets op -30m. Er kan voor het eerst een ruwe topo gemaakt worden van deze mysterieuze site. Afwerking en verder onderzoek zal iets voor in het najaar zijn.
S.
dinsdag 23 april 2019
PDV
Na een tip van Rudi en een toelating van de beheerder van het Parc van Furfooz zijn we naar de Puits des Vaux getrokken. In het grotje is een klein vervolgje gevonden na het verleggen van enkele blokken. Een weinig interessant vervolg aangezien we dicht tegen het oppervlak aan zitten vertellen de wortel ons. Het was eigenlijk vooral om het watergedeelte te doen.
De droge grot is eerder een uitspoeling gevormd door het komen en gaan van de Lesse in crue. Onderwater kon Tom een diepe passage tussen de blokken vinden in het linker gedeelte. In het verleden is dat op -15m gedoken, Tom klokte af op -22m. Grootste verassing is de ontdekking van een toevoer van helder water op -10m aan de linkerkant van de trechter. Het heldere water komt er uit de vast wand uit een opening van ongeveer 150-30cm. Vermoedelijk hebben we hier te maken met de bron van de Sebia? Dat zou de heldere toplaag van de PDV kunnen verklaren, maar ook de moeilijke fluometingen. De UNamur bestudeert al langer de meanderafsnijding van de Lesse te Furfooz, en deze waarnemingen geven extra informatie over de hydrologie van het systeem. We hadden geluk dat de zichtbaarheid goed was, want in de meeste gevallen is de Puits des Vaux erg troebel.
Nog op het programma stond de Sepulture. De geplande desob van de sifon is niet gelukt, en zal voor een volgende sessie zijn.
Toch nog even zeggen dat je in het parc van Furfooz toestemming nodig hebt en dat die enkel wordt verkregen met een degelijke reden.
De droge grot is eerder een uitspoeling gevormd door het komen en gaan van de Lesse in crue. Onderwater kon Tom een diepe passage tussen de blokken vinden in het linker gedeelte. In het verleden is dat op -15m gedoken, Tom klokte af op -22m. Grootste verassing is de ontdekking van een toevoer van helder water op -10m aan de linkerkant van de trechter. Het heldere water komt er uit de vast wand uit een opening van ongeveer 150-30cm. Vermoedelijk hebben we hier te maken met de bron van de Sebia? Dat zou de heldere toplaag van de PDV kunnen verklaren, maar ook de moeilijke fluometingen. De UNamur bestudeert al langer de meanderafsnijding van de Lesse te Furfooz, en deze waarnemingen geven extra informatie over de hydrologie van het systeem. We hadden geluk dat de zichtbaarheid goed was, want in de meeste gevallen is de Puits des Vaux erg troebel.
Nog op het programma stond de Sepulture. De geplande desob van de sifon is niet gelukt, en zal voor een volgende sessie zijn.
Toch nog even zeggen dat je in het parc van Furfooz toestemming nodig hebt en dat die enkel wordt verkregen met een degelijke reden.
maandag 25 februari 2019
Teamwerk
Décrue en een vroege lente in de lucht... het duikseizoen is geopend.
Duik 4 in de Grotte de la Sépulture met als doel het testen van de airlift 2.
Ten gevolge van de hoge waterstand zat de duiklijn een meter onder water. Het voordeel is dan weer dat er gezwommen kan worden door de ganse grot.
De airlift is bruikbaar, maar zal in de toekomst niet meer dienen om deze passage open te maken. De blubberput is dermate groot, en de kans bestaat dat de bagger zeer snel weer zal worden aangevuld. De aanpassing van het plafond lijkt een betere oplossing, een bajonet van ongeveer 30 cm dik, en 1 m breed bemoeilijk de passage, daarachter lonkt het vervolg.
Airlift |
Ook na de middag hebben we neopreen aangetrokken om als waterratjes de Tahaux bron verder te verkennen. Achteraan kregen we zicht op een nieuwe sifon. Het is mogelijk dat deze passage er met laag water helemaal anders uitziet, we zijn benieuwd. In het zaaltje, ontdekt in 2017, en na het verleggen van enkele blokken hebben we dan weer een vervolg gevonden. Het gaat om een onderliggende passage naar de nieuwe sifon. Hiermee is de grot ongeveer 5m langer.
Sépulture |
Voor het programma op zondag hebben we versterking gekregen van enkele Avalonners. In totaal stond een 7-koppige bemanning aan de Fosse Sinsin, een recordaantal. Dat beloofd!
De grot was onterecht op de achtergrond geraakt, voornamelijk door te weinig mankracht en middelen. We hebben er lange tijd een spleet van 15cm breed aangepakt, maar deze lijkt eindeloos. Onze mogelijkheden zijn ontoereikend voor dergelijke tunnelwerken. Gelukkig is er onderin de grot een alternatief gevonden dat bestaat uit een heel ander soort werk. Zo hebben we met 5 man een hele dag rotsen en emmers kunnen doorgeven aan elkaar. Dergelijk werk schiet natuurlijk lekker op. We blijven een vaste wand volgen waar puin tegen ligt. Het mogelijke vervolg was bij het einde van de dag zoekgeraakt, maar daar zat de hoge buitentemperatuur ongetwijfeld voor iets tussen. De luchtstroom is doorheen de dag stilgevallen en volledig omgedraaid. Dat Avalonners fanatieke gravers zijn wisten we al, maar ze aan het werk zien is des te plezanter! Bedankt! Op naar een volgende. Om af te sluiten heeft iedereen de grotrondgang gevolgd, met hier en daar toch een mooi hoekje.
S.
Meer info over FSS op:
https://scavalon.blogspot.com/2019/02/collaboreren-is-fun-cascade-en-avalon.htmlmaandag 4 februari 2019
C7
Het clubhuis van C7 met bijbehorende duikgrot werd opnieuw
opengesteld voor ons, waarvoor veel dank! Het was er druk op deze unieke
locatie. De één na de ander kon zich vertrouwd maken met de versmallingen en het bochtenwerk in deze pittige sifons. Na Raf en Herman zijn Tom en Stijn post S2
geweest om enkele filmbeelden te schieten. Tenslotte zijn Michel en Gauthier er
nog te water gegaan om flessen af te leggen voor de S3. Gauthier zou namelijk
het eindpunt in de S6 willen herzien.
Benoit, nogmaals hartelijk bedankt om ons te slapen te
leggen op je speleozolder! Heerlijk geslapen.
Uiteraard werd het weekend afgesloten met het betere kap en
breekwerk. Het was ondertussen de 6e sessie in de Trou Verticale aan
de Magne. Bij aanvang zag het er niet slecht uit. Het kon alle kanten uit, en
het schoot lekker op. Uiteindelijk hebben we drie mogelijkheden open gemaakt waarvan er niet één evident is. Er zijn sinds de ‘Cascade’ werken ongeveer 6m
bijgekomen. De vraag rijst nu in welk gat we energie moeten steken. Eén ding
is zeker; de temperatuur is grottemperatuur, en in winterse omstandigheden
wordt de luchtstroom er zeer goed aangedreven. We zoeken en krabben verder.
Abonneren op:
Posts (Atom)