maandag 28 februari 2011

FAO natuurgebied !?

Vorige zaterdag 26 februari zijn we met z’n twee nog wat verder gaan werken in de Fosse aux Ours (FAO). Philippe had de grot nog niet gezien dus zijn we eerst de tieten en mieten gaan bewonderen. De rest van de dag zaten we opgespannen in de Ascenceur. Meerbepaald in ‘mijn gat’, een werkplaats met veel wind en nog steeds 8°C. Wij content! Echter niet alles liep van een leien dakje; we braken o.a. een boor, en na wat knoeien kwamen we uiteindelijk tot de vaststelling dat er geen jus meer in de batterij zat. Normaal heeft de desobstructieset 12V nodig, maar we hebben alles kunnen klaren met 9,6 V oplaadbatterijen. Probleem eindelijk begrepen. Net geen kou gekregen en toch tevreden van het resultaat die dag.

Het 'gat van Stijn', grot in wording?
In het verleden hadden we meerdere keren last van sabotage aan de ingang van de FAO. Vorige zaterdag kwamen we tot de vaststelling dat de pester weer had toegeslagen. Voor de verandering ligt er nu plaasterafval op het pad naar de ingang.

Bouwafval in de FAO doline op zaterdag ....... en op zondag
Bij het buitenkomen stonden we verstomd te kijken naar een type die kwam aangereden met een kruiwagen over het bospad. Toen hij ons in de mot kreeg stopte die, maakte een kwartdraai en stortte de inhoud (bouwafval) in de doline van de FAO.
Met m’n haar overeind er naartoe om uitleg te vragen. Kalm gevraagd of dat aan de ingang ook van hem is. Zijn antwoord: “Nee! We zijn hier wel in Wallonie hé…Wat doen jullie in die grot? Ik ga dat aangeven aan de gemeente.” Ok geen probleem voor ons.
Op de weg naar de auto kwamen we hem nog twee keer tegen en nog minder mondig. Boos heeft hij m’n nummerplaat genoteerd en wij die van hem.
We zijn zo goed als zeker waar hij woont, want ook z’n tuin lijkt één grote composthoop.
We hebben een overzicht van alle pesterijen en de lijst wordt steeds langer. Benieuwd naar z’n volgende acties.

Zondag 27 februari waren we met drie. Kris is ons komen versterken. Bedoeling was om te graven in de Mortier. De Lomme piekte naar 56cm, wat te hoog bleek. Ook het duikgerief bleef in de auto, enerzijds door een tekort aan dragers, anderzijds door een te groot debiet en een beperkt zicht. Wel hadden we gedacht er te kunnen graven, maar de spleet achteraan stond vol met water. Het leek ons zeer onaangenaam om hier te werken. Nu was er ook weinig tocht, wat ongewoon is. Misschien zit de verbinding dicht door de hoge waterstand? 8°C gemeten en veel helder water uit de te graven richting. Duidelijk niet rechtstreeks van de Lomme. Niet twijfelen dus aan die werkplaats! Terugkomen met minder hoog water.

Na een stop aan een stopcontact om de batterij van de Hilti op te laden weer naar de Ascenceur in de FAO. Wat bleek: de plaasterafval was op een hoopje getrokken en dus meer gecamoufleerd! Moet ik hier nog een tekening bij maken?

Sessie twee in de spleet verliep vlotter. Einde op een omhooglopende spleet van 10 à 20 cm breed. Nog vele meters te verbreden. Motivatie is de echt goede ventilatie en de richting van de spleet.
Die dag geëindigd met een bezoekje aan de Grotte de Tiers de Falises. Grot met een meertje en glijbanen in slijk. Dat laatste moet je aan Kris vragen. Ook een combinatie glijden en meertje behoort tot de mogelijkheden….Haha
Stijn

zondag 13 februari 2011

Project ARCANA

See also : http://sc-cascade.blogspot.com/2011/10/arcana-sounder-build-and-operational.html

Enige tijd werk ik aan een radiolocatieapparaat volgens het type ARCANA (wat hebben die Fransen toch met acroniemen). Zie : http://speleo19.free.fr/arcana/contributions_arcana.htm

Meestal wordt zo een toestel gebruikt om een ondergrondse locatie aan het oppervlak te refereren, kan handig zijn bij het zoeken van een nieuwe grotingang, topowerk,...
Onze directe toepassing is het project om een verbinding te graven nabij de rivier van de FAO.

Het voordeel van dit toestel is, dat het gebruik maakt van compacte spoelvormige antennes, dit in tegenstelling tot de grote lusantennes die in de meeste ontwerpen gebruikt worden. Dit type is veel handiger bij ondergronds gebruik. Deze spoelen zijn in dit project meteen ook het moeilijkste onderdeel om te realiseren. Ze bestaan uit een kern van 7 ferriet staven en de ontvangstspoel (antenne) heeft 10.000 windingen koperdraad, de zendspoel 1.000.

 









Spoelkern en ferriet staven
 Je kan deze spoelen ook laten wikkelen bij een bobinagefirma, maar ik bouwde de naaimachine om tot een eenvoudige wikkelmachine en realiseerde zo de ontvangstantenne. Na verbinding met de reeds gebouwde ontvanger kon ik vaststellen dat de directiviteit (richtingsgevoeligheid) van deze antenne zeer goed is, met een zeer scherp NUL-punt, hetgeen nodig is om precieze metingen (peilingen) te kunnen realiseren.

Ontvanger 'in wording'
Nu nog de zender bouwen en alles een beetje 'ruggedized' maken. Kwestie van de dode uren te vullen... (kuchkuch).

Geert

zondag 6 februari 2011

Keuzes maken

Vrijdag 16u, voor we op café gingen moest er eerst nog wat gewerkt worden.
Trou du Flair trok vorige keer al onze aandacht. De bewoner (vos) van dit hol weerhield ons echter om tot een grondig onderzoek over te gaan. Zie ook vorig verslag.
Die vos moet ondertussen een warmer grotje gevonden hebben. Wij maten nu een temperatuur van 4°C, koud dus. Ons vermoeden gaat uit dat er een verbinding is met de TEF (Trou En Formation). Die is waarschijnlijk ook de motor van alle luchtcirculatie in de doline en meteen ook een plaats waar koude wordt opgeslagen.

De Flair is eigenlijk een proper gespoelde (riool)perte gevormd in een magnifieke breuk. De ontwikkeling valt reuze mee om er een tijdje in rond te neuzen.
Er werd een versmalling aangepakt die in stippellijnen op de topo van onze vrienden van de Fistuleuzen staat. Ultrasmalle Marc had dit reeds verkend. Een tweede opinie kan nooit kwaad dachten wij. De meander loopt 4m verder dood op blokken en fungeert waarschijnlijk als inlaat van het water. Jammer. Geen andere interessante werkplaatsen gevonden.

Zondag FAO, deze keer niet in crue. Ideaal moment dus om eens naar het graafproject te gaan zien aan de rivier. Stilletje hoopten we dat de rivier een gat gespoeld ging hebben in de verbinding die we aan het graven zijn. Niet dus! Zelfs geen minuscule opening aan de kant van de rivier. De kant van de Entonnoir kreeg het vreemd genoeg harder te verduren met een verzakking van onze kleiopslag terug in de put.

Tunnelwerken nabij rivier.
Kan je de speleoloog vinden?
De moed was dan ook ver te zoeken om te graven in de harde klei zonder enige aanwijzing. Geert is een compacte zender-ontvanger aan het prepareren om een meting te doen bij de volgende (ofwel volgens systeem ARVA). Zeker geen hopeloos project. Te horen aan het gestommel en geklop van elkaar aan beide zijden zullen we nog even op de tanden moeten bijten.

In de G. de l’Affaissement werd de vorige keer duidelijk tocht gevoeld. De brutte desobstuctie lukte niet maar de zachtaardige ging vrij vlot. Toch was er twijfel. Uitsluitsel ging er pas komen na enkele sessies tenzij…we voorzichtig voorbij de gours kruipen die we nu trachten te omzeilen. Er werd voor de laatste optie gekozen.

Einde graafproject in gal. de l'Affaissement










Ontnuchtering. Minuscuul einde, beetje tocht, alles vast in de calciet. Moeilijke werkplaats tenzij je alles opoffert. Besloten om de boel te ontruimen.

We hadden de thermometer achter gelaten in de Ascenceur. Meer bepaald in ‘mijn gat’; een desobstructieproject dat al enige tijd aan de gang is. Er was opnieuw tocht. Iets minder dan de vorige keer maar nog steeds meer dan overtuigend. Niet onbelangrijk is de temperatuur: 8°C. Daar kunnen we mee leven! De koude rivier misschien? Lichte opwarming door de frigo van de TEF?
Liever één ‘goeie’ werkplaats dan tien halve. De keuze is dus gemaakt. Zal de Ascenceur het kruispunt van de grot worden in de toekomst?
De pijlen worden gescherpt. We zijn klaar om te richten.

Stijn

Datum: 4 en 5 februari.
Deelnemers: Geert en Stijn
Trou du Flair op vrijdag en FAO op zaterdag