maandag 31 december 2012

Een tip van de sluier

Zo zoetjes aan kunnen we wat meer details prijsgeven over onze jongste werf. Met onze exploploeg zijn we al enkele weekends aan het werk in Signy l’Abbaye in de Franse Ardennen. Het dorp is vooral bekend voor de grot Perte des Mazurettes (PDM) en haar twee grote bronnen (zie ook: http://sc-cascade.blogspot.be/2012/10/onderwaterwerken_6.html ). Deze bronnen wateren een gebied van verschillende vierkante kilometers af, maar over deze twee collecteurs is zo goed als niets bekend (duikwerk). De enige toegang tot de ondergrond vormt de Perte des Mazurettes. Als je het debiet bekijkt dat uit de ene bron te voorschijn komt, hoef je echter geen genie te zijn om te beseffen dat de Perte des Mazurettes slechts een sober zijriviertje van het hele systeem is. Kortom, de streek heeft een veelbelovend potentieel (en waar we overigens alweer de eerste premières geboekt hebben). Op het ogenblik zoeken we een nieuwe passage in de PDM, deze zou een veiliger en eenvoudiger alternatief zijn voor de bekende meanders, maar tevens een rondgang mogelijk maken.

Vooraan de Vaux en bovenaan het water uit de Gibergeon
Woensdag en donderdag staken we opnieuw de grens over. Stijn en Geert kennen de streek er intussen al als hun broekzak; voor Kris was het zijn eerste bezoek aan de regio. Door de aanhoudende regenval was de ingangsput van de Perte des Mazurettes veranderd in een indrukwekkende waterval. Door de ligging van de werf houdt een crue echter weinig gevaar in, ook al voelt het wat tegennatuurlijk om bij hoge waterstand een grot in te gaan. De laatste keer waren Stijn en Geert gestopt in een klein zaaltje met een veel te smal vervolg in een dalende spleet. Wanneer we terug in het zaaltje komen, valt ons oog echter op een smalle opening, niet veel groter dan een brikverpakking. De wanden zijn van zachte klei. Omdat klei nog altijd heel wat makkelijker te bewerken is dan harde steen, vallen we met vereende krachten deze opening aan. Vijf graafuren later is de opening veranderd in een tunnel van 40 cm hoog, 70 cm breed en 3 meter lang. Dan is in onze pijp uit en onze spieren voelen even slap aan als de klei die we net uitgedolven hebben. Eén ding weten we zeker: hier komen we morgen zeker niet meer terug. Hoe masochistisch onze hobby ook is, maar ergens moet het nog plezant blijven.

De voeten van de mol zijn nog net zichtbaar
Het weerbericht voorspelt echter niet veel goeds, en de volgende dag blijken de weermannen gelijk te hebben. De regenbuien hangen als een grijs deken over de Ardennen, en onze alternatieven voor iets anders dan een nieuwe graafdag slinken weg. Niemand heeft zin in een dagje prospectie in de gietende regen. Dan kunnen we er maar beter van profiteren dat we met z’n drieën zijn om nog een extra dag aan onze tunnel te werken. Aan de Perte de Mazurettes blijkt het debiet nogmaals verdubbeld. De crue is nu een danteske bruine waterzuil die bulderend in de diepte dondert, maar het equipement hors-crue laat zich ook door deze watermassa niet van de wijs brengen.

We graven nog drie uur door tot onze schouders stram zijn van met de schop te wrikken; onze handen krachteloos zijn door de uitgedolven aarde in bakjes te scheppen en tot onze nekspieren stijf zijn door in een onmogelijke houding met ons hoofd te liggen. De tunnel is nu 5 meter lang en heeft nu ook een naam gekregen: de Tunnel des Trois Taupes (de Tunnel van de Drie Mollen). Toch is het een veelbelovende plek. De wind maakt duidelijk dat er iets achter ligt, en in de verte horen we het vage gedonder van een waterval. Waar crue toch nog goed voor is.

Waar de crue ook goed voor is, is de grote schoonmaak. Onder de muur van water die vanaf het drempeltje aan de ingang binnenstroomt, zijn onze uitrusting en onze touwen in een mum van tijd weer netjes schoongespoeld.

Maar waarom echter moest het beginnen plenzen net op het moment dat we weer aan de auto onze drijfnatte kledij wilden veranderen voor verse, droge en warme kleren?

Kris   

zondag 18 november 2012

Sifonduiken zonder beestjes

Vrijdag werd een nieuwe poging om de rioolrivier in de FAO/muret te duiken afgeblazen. De 'mise a l'eau' kon al vanop afstand geroken worden. De details van de inspectie aan de waterrand laat ik achterwege. Misschien moeten we de oorzaak van alle ellende aanpakken ipv op een crue te wachten en hopen dat de broeihaard doorsjast.

Nico en Geert waren bereid een handje toe te steken in de Nou-Moulin, met als doel de sifons op te meten. Zowel de 'flessensifon' als de 'lac' werden gedoken en opgemeten. Ons vermoeden ging uit naar een benedenniveau en werd bevestigd adhv de topo.

In de flessensifon
In het lac
Zaterdag werd een spoelduik georganiseerd in de Sourd d'Ave . Dit nevenproject in een best aangename duikgrot is lang nog niet teneinde. Er is momenteel 100m nieuwe lijn aangebracht, terwijl de oude verwijderd werden. Mijn objectief was om de droge galerij te bereiken die momenteel afgesloten is van de buitenwereld door graafwerken van dassen. Deze werd nu wel gevonden en geequipeerd. Om uit het water te komen dient een kleihelling beklommen te worden. Er kan gebruik gemaakt worden van de spit om materiaal aan te hangen vanuit het water. Zo kan men 'light' naar boven en proper terug starten.

Aan de Sourd d'Ave
Daarna richting Den Bosuil voor een namiddag en avond speleoplezier vanuit een luie stoel.
Mooie presentatie Geert!

S.

woensdag 7 november 2012

Exploratiekoorts...

Het was de afgelopen tijd wat stil op de blog, maar dat wil niet zeggen dat we niets hebben gedaan.
In het vorige berichtje kon je vernemen dat we niet direct zitten te springen om de topo in de FAO verder te doen, en dus zochten we wat afwisseling voor het Rochefortgebeuren. Dit alternatief vonden we in het noorden van Frankrijk waar 'een bende van twee' enige malen heeft 'gewerkt', en met een mooi resultaat!

'glazuurwand'
Terug in de tijd: tijdens een bezoek aan een grotje in noord Frankrijk vinden we een blazend gat dat een mogelijk vervolg aangeeft. Na twee dagen werk geeft de passage zich gewonnen, maar het blijkt dat er ook al volk is geweest, aan de andere kant, dus een echte tegenvaller. We vinden de originele passage die toegang geeft tot het reeds gekende deel, maar de 'grotneus' van Stijn vindt onmiddelijk een mogelijk vervolg. Na een suppersnelle desop en nog geen 15min later, ontdekken we een zaaltje met onduidelijk vervolg. Dit zaaltje heeft onderin een mooie glazuurachtige calcietwand. Hier eindigt het eerste deel van de explo.

'Stijn in de dwangbuis'
 In een volgende explosessie richten we ons op een zeer smal vertrek, met een onduidelijke, flauwe wind. Nog een dag verder lijkt dit vertrek op niets uit te draaien, maar terug in de 'dwangbuis' wordt ijverig verder gegraven tot er zicht is op meer... een ‘depart’ naar boven met een formidabele etroiturebreedte die zou moeten kunnen passeren, misschiens, wie weet, eerst nog wat vermageren, Kris bellen, ... ;-) De breedste van de bende gaat er door en is direct euforisch bij het vinden van een tweede zaaltje. Nadat het andere lid van de bende al z'n krachten had gebruikt om boven te geraken, kon ik niet anders dan beamen dat het een mooi gevormd zaaltje is. De inwerking van het water heeft schitterende vormen doen ontstaan, flinterdunne en breekbare messen en prachtig gevormde wanden. Ik mag voorop gaan en de toegang forceren tot een derde zaaltje. Overal zijn er vertrekken. Na enig snuffelwerk blijkt het echte vervolg niet evident. We gaan eerst pauzeren en wat gerief halen, beneden.... (pfff dat wel zeggen straks weer naar boven). Enfin we verdelen het verdere werk, ik zal nog wat aan de etroiture werken, en de rest gaat boven het kap en breekwerk voltooien. 
Ik hoor boven, op zolder, allerlei timmerwerk, en na een halfuurtje volgt de kroon op het werk, dé ontdekking van een vierde zaal, de grootste tot nu toe, en met een mooie decoratie!
 
flinterdunne messen
We schatten de totale ontwikkeling van hetgeen we nu gevonden hebben op een 50-tal meter.
Maar het ene bendelid is nog niet echt tevreden, want hij kan de goede wind niet terug vinden in het zojuist ontdekte réseau. Na nog een halfuur snuffelwerk, en verscholen achter een blok van 200kg meent de 'bendeleider' dé juiste plaats te hebben gevonden. Hoe kom je er in godsnaam bij om daar te gaan zien?, het resultaat is een vertrekkend gangetje. Dat is het werk voor volgende keer, want de dag is alweer om en de weg naar huis nog lang.
Nog een tussenpauze om het speleogerief te spoelen en dan in euforie terug naar België.

In de meest recente explosessie hebben we onze pijlen gericht op het door Stijn ontdekte vertrek in zaal 2. We zijn nu met voldoende volk om ineens ook de topo te doen van het geheel. We brengen ook een balisage aan in zaal 4, zodat de mooiste concreties beschermd zijn.
Door de regen is de grot nu heel wat aquatischer dan de vorige keren, her en der stroomt water.
Na een uurtje desop in het vertrekkend gangetje blijkt dit een lus te zijn, en dus oninteressant. Er zijn nog meerdere vertrekken die wel interessant kunnen zijn, maar we zullen de topo afwachten om te beslissen waar we verder gaan werken. We klokken de topo af op 99m, een 60-tal meter is nieuw ontdekt.

G.

zondag 4 november 2012

Moddertopografie een nieuwe discipline?

Een kort berichtje over de topo-vordering van de FAO.
Enkele maanden terug hebben we een shunt kunnen maken van de sifons van de Lomme rivier. Het ganse stuk na de eerste sifon is nu toegankelijk voor de niet speleonaut. We hebben wat getreuzeld om met de topo van dit gedeelte te beginnen, want dit is geen leuke klus. Het probleem is de gigantische hoeveelheden modder die dit deel van de grot 'sieren'. Op 27 oktober zijn dan enkele 'zotten' toch begonnen aan deze onvermijdelijke taak. Echt moeilijk om het meet- en notitiegerief proper te houden, maar we hebben nu toch al een stuk ingeblikt (ofte inge-DISTOX't).

De waterstand in de rivier was laag, wat resulteert in een klaterende beek. Dit is eigenlijk het ideale moment om stroomopwaarts verder te exploreren, maar we hadden afgezien om neopreen mee te nemen, zodat we  lekker uit het water gebleven zijn. Het topograferen van de aquatische delen zal voor de volgende keer zijn.

G.

woensdag 17 oktober 2012

Duikscooterbusiness

Een jaar terug had ik de gelegenheid om met de duikscooter van Steven een toertje te maken. Zo'n  Gavin duikscooter is gaaf speelgoed. Beter doe je dat nooit, want zowat iedereen die het eens probeerde is er weg van...
Dus een scooter aanschaffen? Er zijn vele maten en gewichten van die dingen, maar als je een ietwat serieus model wil aanschaffen, moet je wel diep in je buidel tasten (3 à 5k€, slik). Omdat het gebruik hier bij ons toch eerder beperkt is, is dit een grote investering met weinig rendement, maar Steven merkte op dat je zoiets ook zelf kan bouwen. Eerste reactie, 'no way'.
Echter na het consulteren van een blog over een zelfbouwproject, en na wat studiewerk, blijkt dit best haalbaar. Je moet dit echter niet alleen doen om kosten te sparen, maar vooral voor de uitdaging. De moeilijkheden die je tegen komt om zo'n project te realiseren zijn divers, een 'gewone' garageknutselaar zal hier niet door geraken zonder gebruik te kunnen maken van meer professioneel gereedschap.

Enfin, dus toch maar begonnen, eerst veel studiewerk, dan materiaal bestellen, en nu een jaartje later (het project lag een hele tijd stil) komen we stilaan tot een voltooid geheel.

Nu maar hopen dat ie niet lekt...

Geert









zaterdag 6 oktober 2012

Onderwaterwerken

Sinds enige tijd zijn enkele leden van Cascade neergestreken in Signy l’Abbaye. Een pittoresk dorp in de Franse Ardennen. De geschiedenis van Signy is verbonden met z’n cisterciënzersabdij uit de 12-de eeuw. Met de Franse revolutie is de abdij opgeheven en de gebouwen zijn alle verdwenen. Naast de abdij kent de omgeving enkele hydrologische curiositeiten.
Veel grotten zijn er jammer genoeg niet te vinden te Signy. De meeste karst zit namelijk verborgen achter een dik pak blubber. Onze zoektocht is gestart, zoals het van de explorerende speleo verwacht wordt, met het raadplegen van bronnen en actieve speleo’s in de omgeving.
Het schitterende naslagwerk van de SC Ardennes werd snel aanzien als de lokale karstbijbel.

In vergelijking met de Belgische karst zijn ook hier enkele belangrijke bronnen.
Een overzicht:

Puits d'Audry: Een 2m diepe poel met een diameter van 4m. Kleine blokken op de bodem, waartussen geen noemenswaardige openingen te zien zijn. Weinig interessante werkplaats. Zeer helder water dat helaas snel vertroebelt bij het verkennen. Bescheiden debiet.

Fosse à Vaux of Bleue: Schacht van meer dan 15 m diep en een diameter van maximaal 7m. Zicht van 0,5 tot 5m onder water (afhankelijk van de pertes). Palier op -10m met een opening tussen enkele grote blokken. Zeer smalle passage op -15m met rolkeien. Zicht tot -17m waar het horizontaler wordt. Al snel kwamen we bij de noord Franse speleoduiker Jean-Luc Carron uit. Hij zou voorbij de versmalling een 100-tal meter hebben kunnen verkennen. De extreme versmalling met een onstabiel karakter zou de exploratie vertragen. Momenteel zijn er plannen om de passage te beveiligen. Wij staan uiteraard op de eerste rij om hieraan mee te werken. De bron is in 2002 zelfs leeggepompt om enkele passages te kunnen verbeteren.


Onze aandacht ging voornamelijk uit naar de Résurgence du Gibergeon:
Een poel van 10m diameter met een maximale diepte van 8,5m. Het zicht onder water kan oplopen tot maximaal 3m (afhankelijk van de pertes). Trechtervormig met een steile overhangende rotswand aan één kant. Naast de rommel in de poel zijn er een 5 tal kleine openingen tussen de blokken van waaruit de stroming komt. Eén van die gaten hebben we ondertussen uitgegraven over een afstand van 5m, een mini grot als het ware. We klokten af op 12 duikuren met 3 man (Steven, Kevin, Stijn). Dat deze bron een mysterieuze uitstraling heeft op de dorpsbewoners, bleek uit de verhalen van enkele nieuwsgierigen: de vraag kwam of we de ‘sabels van Napoleon’, of het ‘gouden kruis met diamanten’ niet gevonden hadden? Of ‘staat die legertankt’ nog onder water? Helaas, ‘nog’ geen schatten gevonden in deze gerust peilbare diepte.


De eerste herfstregens hebben de relatief heldere poelen ondertussen herschapen in ware fonteinen van chocomelk. Het duikseizoen is ten einde en we zijn dan ook genoodzaakt de onderwaterwerken voorlopig te staken.

Stijn

Gibergeon in crue

dinsdag 25 september 2012

Bezoek- en exploratieweekend

Het voorbije weekend was het tweede bezoekweekend in de FAO dit jaar. Zaterdag kregen we de speleoclubs ’T Es Nauwe en Spid-Ath over de vloer voor een bezoek aan het klassieke gedeelte van de grot. Stijn nam de Vlamingen mee in de grot en ik de Walen. Het meest opmerkelijk in de grot was de lage waterstand. Het water in het meer stond bijna een meter lager dan normaal, met een intens gorgelend geluid van water in de stroomafwaartse sifon. Nog nooit hebben we het waterpeil zo laag gezien. Voor de rest van de namiddag had ik nog een kleine verrassing in petto: een bezoek aan een (normaal gezien) afgesloten en mooi gedecoreerde grot, waar je als speleoloog normaal gezien niet zomaar in mag rondsnuffelen. We namen rustig wat fotootjes in het bekende gedeelte van de grot, en verkenden ook een nieuw gedeelte dat blijkbaar vrij recent is ontdekt.

Op zondag stond de verdere verkenning van de onderaardse Lomme in de Fosse aux Ours op het programma. Door de lage waterstand was het het ideale moment om de rivier verder te onderzoeken en een passage doorheen het blokkenstort amont te zoeken. Voor mij was het bovendien de eerste keer dat ik de kans kreeg om de rivier te zien. Jammer genoeg kon ik er amper van genieten. De dag voordien had ik het al lichtelijk gemerkt, maar op zondag was het net alsof er een lek in mijn persoonlijke batterijen zat. Met elke meter voelde ik zonder aanwijsbare reden de energie uit me weglekken. Zowel het aantrekken van mijn veel te nauwe surfpak (zeg maar dwangbuis) als de afdaling naar de rivier kostten me veel meer kracht dan ik gewoon ben. Een vreemd en bijzonder onaangenaam gevoel.

Door de lage waterstand stond het waterpeil ook in de onderaardse Lomme zowat een meter lager dan normaal. Toch was de rivier nog altijd minstens een meter diep, met een krachtige stroming en met verplichte zwempartijen in de diepste stukken. Dit stukje grot is werkelijk indrukwekkend. Misschien valt deze passage nog het best te vergelijken met de onderaardse rivier van Remouchamps, maar dan dieper en met meer stroming. Als niet-waterrat was het voor mij dan ook een behoorlijke ervaring om hier in te plonzen. De volgende keer neem ik zeker een kitzak met wat extra drijfmateriaal mee.

Stijn wilde van het bezoek graag gebruik maken om een gat open te graven in de shunt tussen de SL1 en de SL2. Door de lage waterstand was het absoluut geen sinecure om twee meter hoger naar de shunt te klimmen, maar met wat acrobatie lukte het net. Het graafwerk leverde echter geen resultaat op. Ook de verkenning van het blokkenstort leverde weinig nieuws op. Over een breedte van vier meter komt het water doorheen de blokken gespoeld, die zonder uitzondering tot werkelijke messen zijn geërodeerd. Een duidelijke doorgang ontbreekt, ook al hoorde Stijn voorbij het verste punt in het blokkenstort echter nog een stroomversnellinkje spoelen. Hier zijn we nog niet doorheen, zoveel is duidelijk. Daarmee waren de laatste openstaande vragen aan de riviergalerij beantwoord. Terwijl Stijn onderweg nog eens de nieuw ontdekte Abîme toonde, keerden we weer terug. Voor mij zonder spijt, want zonder dat ik beneden uit de naad had gewerkt, stond mijn energiemeter tegen de uitgang stevig in het rood.

In het riviergedeelte moeten we zeker terugkeren voor de topo, maar hoe het verder moet, weten we nog niet. We krijgen het gevoel dat we in de Fosse aux Ours langzaam de grenzen van ons masochisme hebben bereikt. Voor elk bezoek aan dit gedeelte moet je per persoon immers een kitzak meenemen met een surfpak en een reserve-texair. Daar beneden vind je immers modder in industriële hoeveelheden. Mocht je niet van texair veranderen, dan smeer je de modder binnen de kortste keren tot buiten uit. In het doorgaan valt die kitzak nog mee, maar op de terugweg is die door het water en de modder in gewicht verdubbeld. Als er geen evidente weg gevonden wordt – en daar ziet het er niet naar uit – dan moeten bovendien ook twee kitzakken met boormachine en desob-materiaal mee naar beneden. En dan heb je als explorator de verantwoordelijkheid om de boormachine droog te houden tussen de blokken en de voute mouillantes, terwijl je texair bij elke verkeerde beweging in stukken wordt gesneden. Neen, om in dergelijke omstandigheden te werken zullen we nog wat motivatiepunten moeten bijwinnen.

Om af te sluiten vermelden we nog een opmerkelijke waarneming. Op zondag vonden we op ongeveer 40 meter diepte verse uitwerpselen, die er de dag voordien nog niet lagen. Het kan niet zijn dat we er de zaterdag niet op gelet hadden, want de uitwerpselen lagen op een blok waar je bij elk bezoek over moet glijden. We vermoeden dat dit het werk is van steenmarters. 

Kris

Hoefijzerneus in grot xyz
 

donderdag 20 september 2012

Sourd d’Ave

Enkele leden van de werkgroep grotduiken hebben het initiatief genomen om de bron te herequiperen. Het is dan ook een kluwen van oude, veel te dunne lijnen in deze onderwatergrot. Om de beurt en meter voor meter werden de oude lijnen verwijderd en kwam er een 4mm dik touw in de plaats. Buiten de ingang is dit een vrij ruime gang die vanaf de ingang bedoken kan worden. Naast aangenaam vertoeven is één van de voordelen dat men hier opnieuw relatief proper tevoorschijn komt. Tot nu toe werd ongeveer 100m geëquipeerd van de 150m ontwikkeling. 
Het venster naar de droge galerij van de Grotte des Trois Amis werd nog niet gevonden (dit is een grot, waarvan de ingang momenteel op dassenformaat  is). Op de heenweg kan de eerste duiker genieten van meerdere meter zicht, helaas snel herleid tot enkele centimeter door het gezelschap van de steeds aanwezige modderwolken. Door het beperkte debiet trok de mist maar langzaam weg voor de duiken die volgden. Dat de bron misschien nog verrassingen in petto heeft bleek alvast aan de witte plekken op de muren. We hebben deze sponsen al in steengroeves gezien maar nog niet in een grot. 
Kurt nam ook van de gelegenheid gebruik om de versmalling van de bron van Eprave te proberen. Deze bron die maar enkele maanden per jaar duikbaar is heeft een uitdagende passage op 4m diepte. Maar Kurt blijkt een natuurtalent te zijn.
Aangenaam weekend in gezelschap van: Roger, Nico, Kurt.
Stijn

 
 

woensdag 29 augustus 2012

Kleurproef nr 1

Een poging op zaterdag om de rivier van de Trou de l'Hotel te duiken werd gestaakt. Oorzaak: te weinig stroming, waardoor het rioolwater niet voldoende wegspoelt. Rioolwater is letterlijk te nemen aangezien de overloop van een verstopte riool rechtstreeks de grot in loopt. Triestig!! Het equipement werd alvast in gereedheid gebracht voor een 'gezonder' moment, want de duiken gaan nu door vanaf de Trou Muret.
De dag werd enigszins gered met een duik in de bron van Eprave, tot -18m. Meteen hadden we ook een idee wat het zicht en de stroming ging zijn de volgende dag in de rivieren van de FAO.

Zondag opnieuw veel volk op de been voor een duik achteraan in de Muret. Objectief: kleurstof (Tinopal) lossen aan de samenvloeiing 'Wamme -Lomme' en een poging doen om de versmalling te passeren op het verste punt van de tak 'Wamme'.
Duikers van dienst: Nico, Stijn.
Dragers: Michel, Didier, Vincent, Willy, Chris, Patrick, Geert.
De versmalling bleek alvast te smal, wat ook het eind van de explo in deze tak betekent. Tussen S2 en S3 kon Nico nog enkele meter toevoegen in een moeilijk te bereiken stijgende gang met op het eind een opvulling.
Afwachten wat we kunnen leren van de kleurproef.
Tussen de portages door werd uiteraard tijd gevonden voor een rondje FAO kristalpaleis.

Stijn

De duikers van dienst
Stijn met bus kleurstof
Enkele van de sherpa's van dienst

donderdag 9 augustus 2012

Roadtrip

Eerste stop: De 'Canyon' van de Pille.
De ravage van de wintercrues werd ietwat herschikt, en de laatste broches zitten nu in de rotsen. Er zijn 3 watervalletjes waar verschillende WW touwtechnieken kunnen plaatsvinden. Ankerpunten te controleren voor gebruik!

Pille
Dag twee werden enkele bronnen en pertes getest en goedgekeurd. Hier komen we terug! Later zeker meer hierover.

De hoofdbrok van het weekend speelde zich af in de FAO samen met Marc Legros en Geert. Twee objectieven: een vestiaire maken en de SL2-shunt voorzien van enkele sporten (trapjes). Het eerste was een formaliteit, maar voor  dat trapje hadden we toch flink veel materiaal bij, en daar bovenop een tweede (proper) speleopak en neopreen. 
De rivier bleek nog vrij gezwollen te zijn, met stroomaf twee lage passages. Eén had 50cm lucht, de ander 10cm. Het risico op verdrinking van het boormachien en de copains werd niet genomen. 
Stroomop dan maar naar het eindpunt. Snel werd een opening gevonden tussen de vlijmscherpe blokken. M'n pak heeft het geweten, amai, die trips gaan ons geld kosten! Er werd een 15m in vogelvlucht opgeschoven naar het noorden, met gaandeweg tal van mogelijkheden. Een waar labyrint tussen de blokken en de rivier. (filmpje)

Explo Lomme stroomop
Vooraleer de terugweg aan te vatten ben ik toch eens stroomaf gaan zien naar de SL2-shunt. Wat bleek: er waren 3 tallus vrij te maken die de klim mogelijk maken. Gezien het diepe water is een uitschuiver toegestaan. Onze twee loodzware kitzakken werkmateriaal zijn alvast een goeie training geweest. Er werd in de buurt ook naar een venster geklommen waar een 15m lange gang verkend kon worden tot aan een mini sifon. Vermoedelijk een tweede shunt van de SL2. Het gedeelte stoomaf is een ware lekkernij voor waterratten: zwemmen, klauteren, glijden, ploeteren,...Heerlijk!

Zondag zijn Geert en Stijn eens gaan neuzen in de Grotte de Trois Amis. Avalonners Paul en Anette hadden op hun blog gewaarschuwd voor dassen en hun graafcapaciteiten. Zij hebben in 2009 door de dassenburcht een toegang moeten graven naar de grote diaclase. Wij konden opnieuw vaststellen dat de gangen in deze grot op dassenformaat zijn. Gezien de lucht (odeur Dasse) en de rommel her en der kozen we het hazepad. Het heldere water van de Sourd d'Ave lonkte anders wel. Mooie plek.

Stijn
'Natte' duikdromen...

maandag 25 juni 2012

Plongée à la Belge

Enkele leden van de VVS werkgroep sifonduiken hebben de kans gekregen om in het Luikse samen te komen.

Dankzij Nico werd opnieuw het clublokaal en de bijhorende Grotte du Chalet open gesteld voor een gemengd publiek. Iedereen kon naar eigen kunnen en believen genieten van deze unieke rivier in België. Zowel duiktechnisch als vocabulair werden de grenzen verlegd.

Zondag volgde een ontdekking van Nico. De Pont-le-Prêtre, oftewel: nog een plongée à la Belge. Niet te vergelijken met de Chalet die hier en daar toch de allures van een Franse grot in zich heeft. De PLP stond in een lichte crue, met dan ook bijbehorend zicht onder water. De grot is zeker niet onaardig. Dat is vooral ook te danken aan z'n gedeelte post sifon.
Nogmaals bedankt Nico!

Stijn







woensdag 20 juni 2012

L'Homme souterraine !?

Nadat vorig najaar de duikers een derde ondergrondse rivier hebben ontdekt in de FAO, zijn we een speurtocht begonnen om een shunt te vinden naar dit deel van de grot. Ons doel was, om deze passage vorige winter voor mekaar te krijgen, maar het heeft uiteindelijk ook de lente gekost. Maar de passage is nu realiteit!

In vorig blogbericht kon je al lezen dat het maken van de shunt slechts 'een formaliteit' meer was, maar nu staan we daadwerkelijk beneden, met de voeten in de rivier dus!

Maandag en dinsdag was het exploteam (Stijn, Geert) in de weer om de shunt te vervolledigen. Uiteindelijk hebben we nog wat blokken moeten ruimen, en finaal zijn we nog een P8 afgedaald. Ik blijf me verbazen over de precisie van de (onderwater)topo, want we zitten exact op de plaats waar de duikers een schouw van 8 meter hoog hadden opgemeten. Om dit deel van de grot te bereiken hebben de duikers 3 sifons moeten passeren, één in de Trou Muret en twee in de FAO.

Eenmaal beneden zijn we stroomopwaarts een zaal gaan verkennen waar de ondergrondse Lomme loopt. Alles heeft hier grote afmetingen, we zitten nu onder de doline van de FAO en de zaal is gevormd uit reusachtige blokken. Er waait een goede wind doorheen de rivier, en op het ogenblik is de waterstand hoger dan normaal, waardoor het geluid van een bruisende beek nu is stilgevallen. De rivier is hier een 8 tal meter breed, maar de zaal is misschien wel 15 meter breed.

Overal zien we mogelijkheden om verder te exploreren doorheen de blokken, maar Stijn neemt een passage naar boven waar hij tijdens de duiksessie een hoge schouw had opgemerkt. De passage gaat tot boven de hoogwaterlijn (15 meter boven de rivier) en dan staat Stijn een grote verrassing te wachten, want hij ontdekt er een grote, hoge ruimte, die nog wel 20 meter hoger reikt, mogelijk is dit het grootste volume in heel de grot! Aangezien dit een uitgesproken hoge verticale ruimte is, kunnen we spreken van een echte abîme.

Dinsdag zijn we dan een aantal foto's gaan nemen, en hebben we de toegangsweg naar de rivier nog enigszins aangepast. Een nieuwe passage schept nu de mogelijkheid om de rivier te bereiken zonder klimmateriaal. Dit is een groot voordeel, want alles is hier extreem slijkerig. Volgens ons beide is dit met stip de meest slijkerige ervaring in gans onze speleocarriere. Klimtoestellen zijn snel onherkenbaar in een klomp van slijk, en werken niet meer naar behoren...

Voor de verdere exploratie van de ondergrondse rivier hebben we neopreen nodig, maar dat houden we voor een volgende keer, maar ook droog zijn er nog vele mogelijkheden.
Stroomafwaarts kunnen we de collecteur volgen tot aan SL2 (sifon lomme 2), en via een shunt ook tot de SL1.
Stroomopwaarts kunnen we, tussen de blokken eveneens de rivier volgen. Alles is hier zeer groot, dus ook de gaten tussen de reusachtige blokken. Zoals reeds vermeld waait er een goede wind doorheen de rivier wat hoop geeft op een vervolg. Anderzijds weten we ook dat een geologische breuklijn roet in het eten kan gooien.

Aan het topograferen van dit deel mag ik nog niet denken, want met al die slijk, en met de complexiteit van de omgeving wordt dit een hele klus.

Tot nu toe spreken we steeds van de ondergrondse Lomme. We leiden dit af uit de studie van Delbrouck uit de jaren '70, die heeft aangetoond dat er nabij de doline van de FAO twee ondergrondse rivieren moeten samen komen, één die komt vanuit de Wamme, en één die afkomstig is van de pertes van de Lomme. Echter een tracage is nog niet gebeurd, en dus weten we nog niet met zekerheid waar dit water vandaan komt, misschien wel van de toeristische grot van Rochefort?

Wordt vervolgd.

Geert

Lomme souterraine (LS) kabbelend tussen de blokken

Idem in de andere richting

De  LS meandert tussen de rotsen (stroomaf)

Stijn aanschouwt de top van de grote put.

woensdag 13 juni 2012

FAO verbonden met Trou de l’Hôtel

De Fosse aux Ours heeft al veel van ons gevraagd, maar soms geeft ze ons ook mooie cadeaus terug. Zo was het afgelopen weekend met twee premières opnieuw een echte topper. Op zaterdag vonden we vermoedelijk de lang gezochte ‘droge’ toegang tot het nieuwe gedeelte van de ondergrondse Lomme. En sinds zondag is de Fosse aux Ours (SC Cascade) via de Trou du Muret (SC Les Fistuleuses) nu ook formeel verbonden met de Trou de l’Hôtel (SC Les Fistuleuses). Daarmee is het ‘systeem’ zo’n 190 meter langer geworden. En zeggen dat het afgelopen weekend eigenlijk gewoon een van onze jaarlijkse twee bezoekweekends was voor externe clubs die de grot willen zien.

Nadat we zaterdag de speleoclubs SC33 en T’Es Nauwe door de grot hadden rondgeleid, besloten we verder te werken aan het blaasgat in de Champagne Amont. Volgens de topo is hier de beste plaats te vinden om een verbinding te maken met de mooie en brede riviergang die Stijn en Steven onlangs vonden na een duik in het meer van de FAO. De ‘droge’ speleo’s zijn immers razend benieuwd om deze nieuwe ontdekking te zien, die tot nu toe enkel voor duikers is weggelegd. Voor de niet-duikers is er hoogstens een vlekkerig filmpje beschikbaar, dat slechts een fragmentarisch beeld geeft van dit naar verluidt indrukwekkende gedeelte. Meer concreet zijn we op zoek naar een schouw die Stijn en Steven in deze riviergang vonden. Volgens de topo moet de top van deze schouw acht meters dieper in het blokkenstort van de Champagne Amont uitkomen.

Zaterdag begonnen we daarom met een zekere zucht aan een nieuwe sessie tunnelwerken. Acht meters blokkenstort betekent ongeveer acht dagen desobstructiewerk, op voorwaarde tenminste dat de boel stabiel blijft. In het blokkenstort van de Champagne Amont hebben we al enkele keren gewerkt, en een pretje is het er zeker niet. Het vooruitzicht om hier acht dagen in onmogelijke posities te wroeten, trekt ons niet meteen aan. Tot onze verrassing gaat het echter plotseling heel vlug. In plaats van verder te werken aan een vroeger gat, begint Stijn intuïtief te graven aan een plek waar amper een doorkomen aan lijkt. Nauwelijks een kwartier later tekent zich erachter een donkere ruimte af. ,,Groot genoeg om met drie mensen in recht te staan. En het gaat schuin de diepte in. Ik zie zeker vijf meter ver en twee meter dieper”, roept Stijn naar collega-gravers Geert, Kris en Dirk.

Enkele desobsessies later konden Stijn en Kris zich voor het eerst in de ruimte tussen de blokken laten zakken. Alles is er overdekt met een verse kleverige blubber. Het is duidelijk dat de zaak hier verschillende keren per jaar onder water komt. In totaal raken we zeker zes meter dieper, maar de finale doorgang naar de nieuwe rivier vinden we niet. Nog niet… Volgens ons is het nu nog slechts een kwestie van dagen of zelfs uren. Reken maar mee. De Réseau Champagne bevindt zich 15 meter boven het niveau van de onderaardse Lomme. We zijn minstens zes meter gedaald, en post-sifon heeft Stijn de schouw zeker acht meter uitgeklommen. Ver kan het dus niet meer zijn. En bovendien waait er een vliegende tocht, die bijzonder motiveert om verder te werken. Stijn meende tussen de blokken door zelfs al een echo te horen. Wie weet kunnen ook de droge speleo’s nog voor de vakantie hun voetjes nat maken?

Een tweede première gebeurde al meteen de volgende morgen. Nog voor het bezoek van speleoclub La Cordée en de Universiteit van Mons (met o.m. Yves Quinif) wilde Stijn een kleine duikpoging wagen. Gewapend met slechts één fles en een minimum aan materiaal wilde hij zich enkele meters laten zakken in een kleine poel in de Trou du Muret. Bij een vorige duik had Stijn immers een doorbraak geforceerd in de Trou de l’Hôtel, met een duik van 40 meter ver. Volgens zijn topo – gemaakt met slechts 10 cm zicht (!) – zou hij geëindigd zijn onder de Trou du Muret. Met zijn miniduik hoopte Stijn dan ook zijn duiklijn terug te vinden. En ook hier was het meteen bingo. Op zes meter diepte vond Stijn inderdaad het touw terug. Hiermee is er een derde grot aan de Fosse aux Ours verbonden, waardoor we nu zonder overdrijven kunnen spreken van een ‘systeem’. De hydrologie van het systeem wordt er echter niet eenvoudiger op. Het was al een verrassing genoeg dat er in de Fosse aux Ours twee ondergrondse rivieren samen komen, maar nu zitten we nog met een derde. Ook tussen de Trou de l’Hôtel en de Trou Muret bevindt zich een stromende rivier, die ook hier van behoorlijke afmetingen is. We weten echter (nog) niet waar dat water vandaan komt en waar het naar toe gaat.

 
Na deze nieuwe première waren we klaar om ons bezoek door de grot rond te leiden. Of liever gezegd: om zelf rondgeleid te worden in onze eigen grot. Want wie een universitair team met een éminence grise als Yves Quinif over de vloer krijgt, die leert zijn grot plots met heel andere ogen te bekijken.

Kris



Met de toevoeging van de Trou de l'Hotel aan het Système Fosse aux Ours, nu dus Grotte de la Fosse aux Ours(SCC), Trou Muret(SCF) en Trou de l'Hotel(SCF) groeit het systeem ineens met een 200-tal meter, totaal zo'n 2,3km (te actualiseren) aan galerijen, sifons (7 gedoken) en ondergrondse rivieren (3) bij een diepte van 80m. Het systeem telt 3 ingangen, maar een traversee is niet mogelijk, want alles is verbonden via sifons.

dinsdag 5 juni 2012

Rendez-vous

Enkele jaren terug zag ik tijdens een filmavond hoe enkele Waalse vrienden zich onder water tussen de rotsen wrongen. Dat nooit, kwamen enkele leden van Cascade tot de conclusie. Ondertussen is die Grotte du Chalet in Aywaille uitgegroeid tot een systeem van bijna 1km en herbergt maar liefst 6 sifons. Na een duiksamenwerking in de Trou d'Haquin kwam het tot een rendez-vous.

Die ochtend heeft Geert eerst nog een duik gemaakt in de groeve van Awan. Z'n side-mount configuratie, en de site werden duidelijk goed bevonden. Zonder enig probleem werkte Geert z'n eerste echte speleoduik af. (zie ook onderaan)

En plots sta je daar dan toch, voor het clubhuis met in de achtertuin een grot. De droom van elke speleoclub, en nog meer die van veel grotduikers. Nico liet ons het vertrek zien en aan de hand van de topo de pijnpunten onder water. In de eerste sifon heb je twee versmallingen die niet zouden misstaan in de Trou Bernard. Daarnaast is de portage en preparatie ongewoon luxueus te noemen. Ook het zicht onder water zijn naar Belgische normen: goed. Wetende dat dit sterk herleid wordt tijdens de terugkeer, heb ik ruim de tijd genomen voor de moeilijkste passages. Rechtsomkeer werd gemaakt op het diepste punt van de tweede sifon. Een wandeling post sifon zal voor een volgende zijn wanneer ik niet alleen ben.
Heerlijke grot, voor wie van puzzelen in vloeibaar slijk houdt ;-)
Mooi werk, en nogmaals bedankt voor de uitnodiging!

Voor meer info over de Grotte du Chalet kan je terecht op de blog van Nico.

Van de gelegenheid werd ook gebruik gemaakt om in de omgeving nog wat rond te neuzen. Dat de streek nog geheimen kent is zeker. Wie weet, ooit...
Stijn

In de grotte du Chalet

Zondagvoormiddag: Geert krijgt een initiatie sifonduiken in de Trou Blue te Awan. Deze oude carrière leent zich uitstekend voor een introductie in het sifonduiken. Het doel is om nog wat bij te schaven aan m'n duikuitrusting en het gevoel te krijgen van wat een grotduik is.
Het eerste deel is een openwaterduik in een nevelige galerij, en pas op het einde ga je onder het plafond. De waterstand is vrij hoog, waardoor er iets meer sifon is. Het water is superhelder, diepte een 8-tal meter max. en je kan er allerlei restanten zien van de carrièrewerkzaamheden. In de sifon zelf ligt een duiklijn, die naar rechts omheen een pilaar draait. De instructeur (Stijn) geeft opdrachten en ik voer uit. Echt een super duikje!

Tijdens Stijn's duik in de Chalet laat Nico me het droge deel van de Grotte du Chalet zien. Super slijkerig beneden, met meerdere zichten op de rivier, en er zijn ook enkele etages.
Geert

Te Awan

dinsdag 29 mei 2012

Duiken, duiken, duiken,...

Het zal de aandachtige lezer van deze blog al zijn opgevallen dat er de laatste tijd veel duikberichten op gepost werden, en vorig weekend stond weerom in het teken van het sifonduiken.

Op zondag stond de Trou de l'Hotel op het programma. Deze grot sluit aan bij het systeem Fosse aux Ours (FAO), maar er is (nog) geen verbinding. Deze grot werd ontdekt door de SC Les Fistuleuses. De grot bestaat hoofdzakelijk uit een ondergrondse rivier, die geen verbinding heeft met de FAO. We hopen via het duiken van de sifon deze grot wel toe te voegen aan het systeem FAO (Grotte FAO-Trou Muret). In het verleden werd reeds gedoken in deze grot, maar de duikcondities zijn zelden ideaal.

Terug naar zondag; duiker Stijn, en sherpa's Ulrik en Geert zijn op post. Stijn maakt een duik van 45min, 40m ver en 11m diep. Hij maakt zo goed als mogelijk een topo, met een zicht van max. 10cm! Het blijkt dat de sifon eerst richting Zuid gaat, maar daarna een bocht neemt West en uiteindelijk Noord. Totaal onlogisch, maar de andere rivieren in de buurt hebben een even grillig verloop. De sifon blijkt relatief ruim en in vaste rots te zijn. Ondertussen is Geert gaan kijken in de Trou Muret of er geen bubbels boven komen in de blokkenzaal. Dit is echter negatief. De topo nu in gedachten is het ook mogelijk dat de bubbels elders boven kwamen in de Muret.
Ulrik maakte een filmpje van de duik: FILMPJE
Toch een mooi resultaat met een 15 tal meter duikpremière en het loopt gewoon verder, maar het is wachten op betere duikomstandigheden. Van de gelegenheid werd ook nog gebruik gemaakt om de duiklijn te vervangen.

In de namiddag, en na de afwas (Hotel en Muret zijn extreem slijkerige grotten), gingen we de sifons in de Pré-au-Tonneau eens bekijken. Voor mij was dat zeer lang geleden dat ik nog in deze grot was. Dit zijn sifons die niet direct uitnodigen om te duiken, en vol zitten met afval, takken en boomstammen, dus een ideaal haperparcours, alweer voor de liefhebbers...
In de Pré-au-Tonneau
Ook maandag stond in het teken van het duiken. Alle duiken in het systeem FAO gebeuren via de bij wijlen zeer smalle Trou Muret. Om toekomstig duiktransport te vergemakkelijken hebben we samen met Marc (SCF) enige passages breder gemaakt. We worden een dagje ouder en willen meer luxe hé ;-)

Dan snel naar huis om de voorspelde megafiles voor te zijn, en 't weekend is alweer voorbij.
Hoor ik niet alweer plannen om ook volgend weekend te gaan grotduiken? lees volgende week verder...

Geert

maandag 21 mei 2012

3 x is scheepsrecht in de Nou-Maulin

Geert kreeg samen met enkele Waalse vrienden zicht op een vervolg in de Nou-Moulin. Er was dus niet veel nodig om dat project op de dagorde te zetten van onze driedaagse die in het teken stond van de scouts. Bij gebrek aan bruut geweld kwamen we de eerste dag niet voorbij de versmalling. Daarachter lonkt nochtans een stijgend penetrabel vervolg. Ook op dag twee en drie werd geen tijd nog middelen gevonden om verder te kunnen breken. Ondertussen hebben we vernomen dat het werk geschied is maar het resultaat moet nog worden afgewacht.

Na de scoutsinitiatie stond dag drie opnieuw in teken van exploratie.
Dit keer met de bedoeling een onbekende sifon te duiken in de grot. De fantastisch mooie drukgang vervolgt z'n weg onder water om op 7m diepte horizontaal om te buigen. Daar kan nog 13m ver gekropen worden in NW richting tot op een diepte van 8,5m. De gang begint opnieuw te stijgen, maar rolkeien versperren de doorgang. Ons vermoeden gaat uit naar een hangende sifon, waarschijnlijk in verbinding met het 'lac' voorbij de Benitier. Er werd dan ook geen stroming waargenomen.
De toegang tot de sifon
De dag werd bol gewerkt met een duik in 'Les Duches', een overloop van de Fays. Bij een vorige duik raakte ik 8m diep. In 1965 werd gerapporteerd dat de sifon ongeveer 10m diep zou zijn en een 20 tal meter ver zou lopen. Het verste punt zou opnieuw stijgen maar werd te smal bevonden. Nu raakte ik 12m diep, maar door een totaal gebrek aan zicht en een te zwakke stroom richting uitgang lijkt me deze duik niet voor herhaling vatbaar. Daarbij komt nog dat de bodem bezaaid ligt met takken en zelfs bomen. Voorbij de ingangsversmalling heb je dus een haperparcours in vloeibaar slijk tot je vast komt te zitten tussen bodem en plafond. Liefhebbers?

Duikvoorbereiding
De waterstand in de Mortier is nog steeds erg laag. Onvoldoende om duikwerken te doen. Opnieuw werden de pertes vrij gemaakt.

Stijn

maandag 30 april 2012

Topoweekend

Het wordt zo een traditie, en we zijn dan ook vorig weekend naar Rochefort getrokken. Aangezien we een distox hebben aangeschaft willen we dit 'speeltje' graag uitproberen, en dus hebben we er een topoweekendje van gemaakt.

Geert met nieuw speelgerief
Het eerste grotje op het programma is de Trou en Formation (TEF). Deze grot helemaal onderin de doline van de Fosse aux Ours, is wellicht de belangrijkste 'souffleur' in de streek van Rochefort. Deze grot ontstond in de jaren '60, en is daarna in de vergetelheid geraakt. Een topo bestaat niet, en niemand kan een goede beschrijving geven, misschien is de oorsprong zelfs een mijn? Onze voorgangers hebben er een tunnel gemaakt tussen de blokken, maar de condities zijn er zeer extreem. De ingang bestaat uit een woud van stutten, en verderop is alles van 'snotkwaliteit', bovendien waait er meestal een stormwind en de temperatuur was dit weekend 2,5°C. Dus ideaal om een verkoudheid op te doen. (ofwel voor een stage 'alpijns grotten' ;-) Tot zover de achtergrond.
TEF - 'voluit'
In de loop van de jaren zijn allerlei blokken zich beginnen verzetten, en de grot was eigenlijk niet meer toegankelijk (rem. ik zou dit geen grot noemen, maar eerder een ruimte tussen blokken). In een vorige sessie werd al een wegversperrend blok opgeruimd en nu zijn we voor de eerste keer tot achteraan geweest. Eigenlijk niet zoveel verder dan de vorige keer, want er is opnieuw een instorting die het onmogelijk maakt om nog verder te gaan. Uiteindelijk hebben we de topo afgesloten op een ontwikkeling van 31m, terwijl gezegd wordt dat de grot 50m lang zou zijn. Leuk dat we deze grot nu ook kunnen toevoegen aan de overzichtstopo van het 'ensemble' van grotten in de dolines (6) van de Thier de Falises.
Na dit polair avontuur zijn we nog wat kleine grotjes gaan verkennen en hebben we ook een beetje genoten van het zomerse weer.

Op zondag heeft Stijn een afspraak gemaakt om een grotje te bezoeken dat in een privé tuin ligt. Stijn kent de eigenaar, maar dat is een verhaal om eens tussen pot en pint te vertellen... Volgens de eigenaar is het minstens 30 jaar geleden dat er nog iemand in is geweest en er is geen topo van. Dus profiteren we van het bezoek om eens rond te neuzen en een topo te maken. Op twee plaatsen elimineren we een blokje, en hoera we vinden een nieuw en vrij mooi zaaltje. 

Mooie paddestoelachtige afzettingen moeten de naam geven aan dit zaaltje. Maar wellicht zit de 'clou' van deze grot niet op die plaats, maar wel op het diepste punt van de grot. De grot braakt in de winter een enorme ruikpluim uit. Ze ligt dan ook op het veronderstelde traject van de ondergrondse Lomme of Wamme rivier. Resultaat, een topo van een kleine 50 meter in een voornamelijk verticale grot, met onderin een eboulie en een geconcretioneerde vaste wand.


Hier is't...
Mmm.. toch smalletjes

In nog een ander grotje demonstreerde Stijn tenslotte eens z'n graafkwaliteiten, en maakte binnen de twee uur tijd van een kleine 'regard' een tunnel van 8 meter diep, proficiat! Spijtig dat er geen vervolg is, maar eigenlijk wisten we dit al, want het staat op de bestaande topo, maar een 'second opinion' kan toch geen kwaad hé.

Geert