Nadat vorig najaar de duikers een derde ondergrondse rivier hebben ontdekt in de FAO, zijn we een speurtocht begonnen om een shunt te vinden naar dit deel van de grot. Ons doel was, om deze passage vorige winter voor mekaar te krijgen, maar het heeft uiteindelijk ook de lente gekost. Maar de passage is nu realiteit!
In vorig blogbericht kon je al lezen dat het maken van de shunt slechts 'een formaliteit' meer was, maar nu staan we daadwerkelijk beneden, met de voeten in de rivier dus!
Maandag en dinsdag was het exploteam (Stijn, Geert) in de weer om de shunt te vervolledigen. Uiteindelijk hebben we nog wat blokken moeten ruimen, en finaal zijn we nog een P8 afgedaald. Ik blijf me verbazen over de precisie van de (onderwater)topo, want we zitten exact op de plaats waar de duikers een schouw van 8 meter hoog hadden opgemeten. Om dit deel van de grot te bereiken hebben de duikers 3 sifons moeten passeren, één in de Trou Muret en twee in de FAO.
Eenmaal beneden zijn we stroomopwaarts een zaal gaan verkennen waar de ondergrondse Lomme loopt. Alles heeft hier grote afmetingen, we zitten nu onder de doline van de FAO en de zaal is gevormd uit reusachtige blokken. Er waait een goede wind doorheen de rivier, en op het ogenblik is de waterstand hoger dan normaal, waardoor het geluid van een bruisende beek nu is stilgevallen. De rivier is hier een 8 tal meter breed, maar de zaal is misschien wel 15 meter breed.
Overal zien we mogelijkheden om verder te exploreren doorheen de blokken, maar Stijn neemt een passage naar boven waar hij tijdens de duiksessie een hoge schouw had opgemerkt. De passage gaat tot boven de hoogwaterlijn (15 meter boven de rivier) en dan staat Stijn een grote verrassing te wachten, want hij ontdekt er een grote, hoge ruimte, die nog wel 20 meter hoger reikt, mogelijk is dit het grootste volume in heel de grot! Aangezien dit een uitgesproken hoge verticale ruimte is, kunnen we spreken van een echte abîme.
Dinsdag zijn we dan een aantal foto's gaan nemen, en hebben we de toegangsweg naar de rivier nog enigszins aangepast. Een nieuwe passage schept nu de mogelijkheid om de rivier te bereiken zonder klimmateriaal. Dit is een groot voordeel, want alles is hier extreem slijkerig. Volgens ons beide is dit met stip de meest slijkerige ervaring in gans onze speleocarriere. Klimtoestellen zijn snel onherkenbaar in een klomp van slijk, en werken niet meer naar behoren...
Voor de verdere exploratie van de ondergrondse rivier hebben we neopreen nodig, maar dat houden we voor een volgende keer, maar ook droog zijn er nog vele mogelijkheden.
Stroomafwaarts kunnen we de collecteur volgen tot aan SL2 (sifon lomme 2), en via een shunt ook tot de SL1.
Stroomopwaarts kunnen we, tussen de blokken eveneens de rivier volgen. Alles is hier zeer groot, dus ook de gaten tussen de reusachtige blokken. Zoals reeds vermeld waait er een goede wind doorheen de rivier wat hoop geeft op een vervolg. Anderzijds weten we ook dat een geologische breuklijn roet in het eten kan gooien.
Aan het topograferen van dit deel mag ik nog niet denken, want met al die slijk, en met de complexiteit van de omgeving wordt dit een hele klus.
Tot nu toe spreken we steeds van de ondergrondse Lomme. We leiden dit af uit de studie van Delbrouck uit de jaren '70, die heeft aangetoond dat er nabij de doline van de FAO twee ondergrondse rivieren moeten samen komen, één die komt vanuit de Wamme, en één die afkomstig is van de pertes van de Lomme. Echter een tracage is nog niet gebeurd, en dus weten we nog niet met zekerheid waar dit water vandaan komt, misschien wel van de toeristische grot van Rochefort?
Wordt vervolgd.
Geert
In vorig blogbericht kon je al lezen dat het maken van de shunt slechts 'een formaliteit' meer was, maar nu staan we daadwerkelijk beneden, met de voeten in de rivier dus!
Maandag en dinsdag was het exploteam (Stijn, Geert) in de weer om de shunt te vervolledigen. Uiteindelijk hebben we nog wat blokken moeten ruimen, en finaal zijn we nog een P8 afgedaald. Ik blijf me verbazen over de precisie van de (onderwater)topo, want we zitten exact op de plaats waar de duikers een schouw van 8 meter hoog hadden opgemeten. Om dit deel van de grot te bereiken hebben de duikers 3 sifons moeten passeren, één in de Trou Muret en twee in de FAO.
Eenmaal beneden zijn we stroomopwaarts een zaal gaan verkennen waar de ondergrondse Lomme loopt. Alles heeft hier grote afmetingen, we zitten nu onder de doline van de FAO en de zaal is gevormd uit reusachtige blokken. Er waait een goede wind doorheen de rivier, en op het ogenblik is de waterstand hoger dan normaal, waardoor het geluid van een bruisende beek nu is stilgevallen. De rivier is hier een 8 tal meter breed, maar de zaal is misschien wel 15 meter breed.
Overal zien we mogelijkheden om verder te exploreren doorheen de blokken, maar Stijn neemt een passage naar boven waar hij tijdens de duiksessie een hoge schouw had opgemerkt. De passage gaat tot boven de hoogwaterlijn (15 meter boven de rivier) en dan staat Stijn een grote verrassing te wachten, want hij ontdekt er een grote, hoge ruimte, die nog wel 20 meter hoger reikt, mogelijk is dit het grootste volume in heel de grot! Aangezien dit een uitgesproken hoge verticale ruimte is, kunnen we spreken van een echte abîme.
Dinsdag zijn we dan een aantal foto's gaan nemen, en hebben we de toegangsweg naar de rivier nog enigszins aangepast. Een nieuwe passage schept nu de mogelijkheid om de rivier te bereiken zonder klimmateriaal. Dit is een groot voordeel, want alles is hier extreem slijkerig. Volgens ons beide is dit met stip de meest slijkerige ervaring in gans onze speleocarriere. Klimtoestellen zijn snel onherkenbaar in een klomp van slijk, en werken niet meer naar behoren...
Voor de verdere exploratie van de ondergrondse rivier hebben we neopreen nodig, maar dat houden we voor een volgende keer, maar ook droog zijn er nog vele mogelijkheden.
Stroomafwaarts kunnen we de collecteur volgen tot aan SL2 (sifon lomme 2), en via een shunt ook tot de SL1.
Stroomopwaarts kunnen we, tussen de blokken eveneens de rivier volgen. Alles is hier zeer groot, dus ook de gaten tussen de reusachtige blokken. Zoals reeds vermeld waait er een goede wind doorheen de rivier wat hoop geeft op een vervolg. Anderzijds weten we ook dat een geologische breuklijn roet in het eten kan gooien.
Aan het topograferen van dit deel mag ik nog niet denken, want met al die slijk, en met de complexiteit van de omgeving wordt dit een hele klus.
Tot nu toe spreken we steeds van de ondergrondse Lomme. We leiden dit af uit de studie van Delbrouck uit de jaren '70, die heeft aangetoond dat er nabij de doline van de FAO twee ondergrondse rivieren moeten samen komen, één die komt vanuit de Wamme, en één die afkomstig is van de pertes van de Lomme. Echter een tracage is nog niet gebeurd, en dus weten we nog niet met zekerheid waar dit water vandaan komt, misschien wel van de toeristische grot van Rochefort?
Wordt vervolgd.
Geert
Lomme souterraine (LS) kabbelend tussen de blokken |
Idem in de andere richting |
De LS meandert tussen de rotsen (stroomaf) |
Stijn aanschouwt de top van de grote put. |
7 opmerkingen:
Gefeliciteerd met de verbinding!
Ik ben benieuwd wat de FAO nog meer in petto heeft voor jullie.
Wat een fantastisch verhaal.
Ik merk dat de abîme in de blokken zit, misschien onder een doline?
Hopelijk houdt de boel.
Een dikke proficiat.
Rudi
Geweldig mannen! Dat is daar nog niet gedaan. Maar de kloterij met de meeste ondergrondse rivieren in B. (vooral de meanderafsnijdingen) zijn die industriële hoeveelheden modder en blubber, op niveau van de watertafel. Maakt je het leven echt wel moeilijk. En wacht tot je weer een vervolg vindt dat 15 m hoger zit: concreties alom!
Allez succes verder...
Nice Proficiat !
Mooi werk...jullie gaan weer weten wat doen. Dat moet zo stilaan een indrukwekkende topo worden;
Ja, we gaan onze kleurpotloden moeten scherpen om nog wat duidelijkheid in de topo te krijgen ;-)
Geert
piep piep , amaiiiiiii, knap werk ! echt ! goe bezig mannen :-) groeten van Ilse
Een reactie posten