De Fosse aux Ours heeft al veel van ons gevraagd, maar soms geeft ze ons ook mooie cadeaus terug. Zo was het afgelopen weekend met twee premières opnieuw een echte topper. Op zaterdag vonden we vermoedelijk de lang gezochte ‘droge’ toegang tot het nieuwe gedeelte van de ondergrondse Lomme. En sinds zondag is de Fosse aux Ours (SC Cascade) via de Trou du Muret (SC Les Fistuleuses) nu ook formeel verbonden met de Trou de l’Hôtel (SC Les Fistuleuses). Daarmee is het ‘systeem’ zo’n 190 meter langer geworden. En zeggen dat het afgelopen weekend eigenlijk gewoon een van onze jaarlijkse twee bezoekweekends was voor externe clubs die de grot willen zien.
Nadat we zaterdag de speleoclubs SC33 en T’Es Nauwe door de grot hadden rondgeleid, besloten we verder te werken aan het blaasgat in de Champagne Amont. Volgens de topo is hier de beste plaats te vinden om een verbinding te maken met de mooie en brede riviergang die Stijn en Steven onlangs vonden na een duik in het meer van de FAO. De ‘droge’ speleo’s zijn immers razend benieuwd om deze nieuwe ontdekking te zien, die tot nu toe enkel voor duikers is weggelegd. Voor de niet-duikers is er hoogstens een vlekkerig filmpje beschikbaar, dat slechts een fragmentarisch beeld geeft van dit naar verluidt indrukwekkende gedeelte. Meer concreet zijn we op zoek naar een schouw die Stijn en Steven in deze riviergang vonden. Volgens de topo moet de top van deze schouw acht meters dieper in het blokkenstort van de Champagne Amont uitkomen.
Zaterdag begonnen we daarom met een zekere zucht aan een nieuwe sessie tunnelwerken. Acht meters blokkenstort betekent ongeveer acht dagen desobstructiewerk, op voorwaarde tenminste dat de boel stabiel blijft. In het blokkenstort van de Champagne Amont hebben we al enkele keren gewerkt, en een pretje is het er zeker niet. Het vooruitzicht om hier acht dagen in onmogelijke posities te wroeten, trekt ons niet meteen aan. Tot onze verrassing gaat het echter plotseling heel vlug. In plaats van verder te werken aan een vroeger gat, begint Stijn intuïtief te graven aan een plek waar amper een doorkomen aan lijkt. Nauwelijks een kwartier later tekent zich erachter een donkere ruimte af. ,,Groot genoeg om met drie mensen in recht te staan. En het gaat schuin de diepte in. Ik zie zeker vijf meter ver en twee meter dieper”, roept Stijn naar collega-gravers Geert, Kris en Dirk.
Enkele desobsessies later konden Stijn en Kris zich voor het eerst in de ruimte tussen de blokken laten zakken. Alles is er overdekt met een verse kleverige blubber. Het is duidelijk dat de zaak hier verschillende keren per jaar onder water komt. In totaal raken we zeker zes meter dieper, maar de finale doorgang naar de nieuwe rivier vinden we niet. Nog niet… Volgens ons is het nu nog slechts een kwestie van dagen of zelfs uren. Reken maar mee. De Réseau Champagne bevindt zich 15 meter boven het niveau van de onderaardse Lomme. We zijn minstens zes meter gedaald, en post-sifon heeft Stijn de schouw zeker acht meter uitgeklommen. Ver kan het dus niet meer zijn. En bovendien waait er een vliegende tocht, die bijzonder motiveert om verder te werken. Stijn meende tussen de blokken door zelfs al een echo te horen. Wie weet kunnen ook de droge speleo’s nog voor de vakantie hun voetjes nat maken?
Een tweede première gebeurde al meteen de volgende morgen. Nog voor het bezoek van speleoclub La Cordée en de Universiteit van Mons (met o.m. Yves Quinif) wilde Stijn een kleine duikpoging wagen. Gewapend met slechts één fles en een minimum aan materiaal wilde hij zich enkele meters laten zakken in een kleine poel in de Trou du Muret. Bij een vorige duik had Stijn immers een doorbraak geforceerd in de Trou de l’Hôtel, met een duik van 40 meter ver. Volgens zijn topo – gemaakt met slechts 10 cm zicht (!) – zou hij geëindigd zijn onder de Trou du Muret. Met zijn miniduik hoopte Stijn dan ook zijn duiklijn terug te vinden. En ook hier was het meteen bingo. Op zes meter diepte vond Stijn inderdaad het touw terug. Hiermee is er een derde grot aan de Fosse aux Ours verbonden, waardoor we nu zonder overdrijven kunnen spreken van een ‘systeem’. De hydrologie van het systeem wordt er echter niet eenvoudiger op. Het was al een verrassing genoeg dat er in de Fosse aux Ours twee ondergrondse rivieren samen komen, maar nu zitten we nog met een derde. Ook tussen de Trou de l’Hôtel en de Trou Muret bevindt zich een stromende rivier, die ook hier van behoorlijke afmetingen is. We weten echter (nog) niet waar dat water vandaan komt en waar het naar toe gaat.
Na deze nieuwe première waren we klaar om ons bezoek door de grot rond te leiden. Of liever gezegd: om zelf rondgeleid te worden in onze eigen grot. Want wie een universitair team met een éminence grise als Yves Quinif over de vloer krijgt, die leert zijn grot plots met heel andere ogen te bekijken.
Kris
Met de toevoeging van de Trou de l'Hotel aan het Système Fosse aux Ours, nu dus Grotte de la Fosse aux Ours(SCC), Trou Muret(SCF) en Trou de l'Hotel(SCF) groeit het systeem ineens met een 200-tal meter, totaal zo'n 2,3km (te actualiseren) aan galerijen, sifons (7 gedoken) en ondergrondse rivieren (3) bij een diepte van 80m. Het systeem telt 3 ingangen, maar een traversee is niet mogelijk, want alles is verbonden via sifons.