maandag 25 juni 2012

Plongée à la Belge

Enkele leden van de VVS werkgroep sifonduiken hebben de kans gekregen om in het Luikse samen te komen.

Dankzij Nico werd opnieuw het clublokaal en de bijhorende Grotte du Chalet open gesteld voor een gemengd publiek. Iedereen kon naar eigen kunnen en believen genieten van deze unieke rivier in België. Zowel duiktechnisch als vocabulair werden de grenzen verlegd.

Zondag volgde een ontdekking van Nico. De Pont-le-Prêtre, oftewel: nog een plongée à la Belge. Niet te vergelijken met de Chalet die hier en daar toch de allures van een Franse grot in zich heeft. De PLP stond in een lichte crue, met dan ook bijbehorend zicht onder water. De grot is zeker niet onaardig. Dat is vooral ook te danken aan z'n gedeelte post sifon.
Nogmaals bedankt Nico!

Stijn







woensdag 20 juni 2012

L'Homme souterraine !?

Nadat vorig najaar de duikers een derde ondergrondse rivier hebben ontdekt in de FAO, zijn we een speurtocht begonnen om een shunt te vinden naar dit deel van de grot. Ons doel was, om deze passage vorige winter voor mekaar te krijgen, maar het heeft uiteindelijk ook de lente gekost. Maar de passage is nu realiteit!

In vorig blogbericht kon je al lezen dat het maken van de shunt slechts 'een formaliteit' meer was, maar nu staan we daadwerkelijk beneden, met de voeten in de rivier dus!

Maandag en dinsdag was het exploteam (Stijn, Geert) in de weer om de shunt te vervolledigen. Uiteindelijk hebben we nog wat blokken moeten ruimen, en finaal zijn we nog een P8 afgedaald. Ik blijf me verbazen over de precisie van de (onderwater)topo, want we zitten exact op de plaats waar de duikers een schouw van 8 meter hoog hadden opgemeten. Om dit deel van de grot te bereiken hebben de duikers 3 sifons moeten passeren, één in de Trou Muret en twee in de FAO.

Eenmaal beneden zijn we stroomopwaarts een zaal gaan verkennen waar de ondergrondse Lomme loopt. Alles heeft hier grote afmetingen, we zitten nu onder de doline van de FAO en de zaal is gevormd uit reusachtige blokken. Er waait een goede wind doorheen de rivier, en op het ogenblik is de waterstand hoger dan normaal, waardoor het geluid van een bruisende beek nu is stilgevallen. De rivier is hier een 8 tal meter breed, maar de zaal is misschien wel 15 meter breed.

Overal zien we mogelijkheden om verder te exploreren doorheen de blokken, maar Stijn neemt een passage naar boven waar hij tijdens de duiksessie een hoge schouw had opgemerkt. De passage gaat tot boven de hoogwaterlijn (15 meter boven de rivier) en dan staat Stijn een grote verrassing te wachten, want hij ontdekt er een grote, hoge ruimte, die nog wel 20 meter hoger reikt, mogelijk is dit het grootste volume in heel de grot! Aangezien dit een uitgesproken hoge verticale ruimte is, kunnen we spreken van een echte abîme.

Dinsdag zijn we dan een aantal foto's gaan nemen, en hebben we de toegangsweg naar de rivier nog enigszins aangepast. Een nieuwe passage schept nu de mogelijkheid om de rivier te bereiken zonder klimmateriaal. Dit is een groot voordeel, want alles is hier extreem slijkerig. Volgens ons beide is dit met stip de meest slijkerige ervaring in gans onze speleocarriere. Klimtoestellen zijn snel onherkenbaar in een klomp van slijk, en werken niet meer naar behoren...

Voor de verdere exploratie van de ondergrondse rivier hebben we neopreen nodig, maar dat houden we voor een volgende keer, maar ook droog zijn er nog vele mogelijkheden.
Stroomafwaarts kunnen we de collecteur volgen tot aan SL2 (sifon lomme 2), en via een shunt ook tot de SL1.
Stroomopwaarts kunnen we, tussen de blokken eveneens de rivier volgen. Alles is hier zeer groot, dus ook de gaten tussen de reusachtige blokken. Zoals reeds vermeld waait er een goede wind doorheen de rivier wat hoop geeft op een vervolg. Anderzijds weten we ook dat een geologische breuklijn roet in het eten kan gooien.

Aan het topograferen van dit deel mag ik nog niet denken, want met al die slijk, en met de complexiteit van de omgeving wordt dit een hele klus.

Tot nu toe spreken we steeds van de ondergrondse Lomme. We leiden dit af uit de studie van Delbrouck uit de jaren '70, die heeft aangetoond dat er nabij de doline van de FAO twee ondergrondse rivieren moeten samen komen, één die komt vanuit de Wamme, en één die afkomstig is van de pertes van de Lomme. Echter een tracage is nog niet gebeurd, en dus weten we nog niet met zekerheid waar dit water vandaan komt, misschien wel van de toeristische grot van Rochefort?

Wordt vervolgd.

Geert

Lomme souterraine (LS) kabbelend tussen de blokken

Idem in de andere richting

De  LS meandert tussen de rotsen (stroomaf)

Stijn aanschouwt de top van de grote put.

woensdag 13 juni 2012

FAO verbonden met Trou de l’Hôtel

De Fosse aux Ours heeft al veel van ons gevraagd, maar soms geeft ze ons ook mooie cadeaus terug. Zo was het afgelopen weekend met twee premières opnieuw een echte topper. Op zaterdag vonden we vermoedelijk de lang gezochte ‘droge’ toegang tot het nieuwe gedeelte van de ondergrondse Lomme. En sinds zondag is de Fosse aux Ours (SC Cascade) via de Trou du Muret (SC Les Fistuleuses) nu ook formeel verbonden met de Trou de l’Hôtel (SC Les Fistuleuses). Daarmee is het ‘systeem’ zo’n 190 meter langer geworden. En zeggen dat het afgelopen weekend eigenlijk gewoon een van onze jaarlijkse twee bezoekweekends was voor externe clubs die de grot willen zien.

Nadat we zaterdag de speleoclubs SC33 en T’Es Nauwe door de grot hadden rondgeleid, besloten we verder te werken aan het blaasgat in de Champagne Amont. Volgens de topo is hier de beste plaats te vinden om een verbinding te maken met de mooie en brede riviergang die Stijn en Steven onlangs vonden na een duik in het meer van de FAO. De ‘droge’ speleo’s zijn immers razend benieuwd om deze nieuwe ontdekking te zien, die tot nu toe enkel voor duikers is weggelegd. Voor de niet-duikers is er hoogstens een vlekkerig filmpje beschikbaar, dat slechts een fragmentarisch beeld geeft van dit naar verluidt indrukwekkende gedeelte. Meer concreet zijn we op zoek naar een schouw die Stijn en Steven in deze riviergang vonden. Volgens de topo moet de top van deze schouw acht meters dieper in het blokkenstort van de Champagne Amont uitkomen.

Zaterdag begonnen we daarom met een zekere zucht aan een nieuwe sessie tunnelwerken. Acht meters blokkenstort betekent ongeveer acht dagen desobstructiewerk, op voorwaarde tenminste dat de boel stabiel blijft. In het blokkenstort van de Champagne Amont hebben we al enkele keren gewerkt, en een pretje is het er zeker niet. Het vooruitzicht om hier acht dagen in onmogelijke posities te wroeten, trekt ons niet meteen aan. Tot onze verrassing gaat het echter plotseling heel vlug. In plaats van verder te werken aan een vroeger gat, begint Stijn intuïtief te graven aan een plek waar amper een doorkomen aan lijkt. Nauwelijks een kwartier later tekent zich erachter een donkere ruimte af. ,,Groot genoeg om met drie mensen in recht te staan. En het gaat schuin de diepte in. Ik zie zeker vijf meter ver en twee meter dieper”, roept Stijn naar collega-gravers Geert, Kris en Dirk.

Enkele desobsessies later konden Stijn en Kris zich voor het eerst in de ruimte tussen de blokken laten zakken. Alles is er overdekt met een verse kleverige blubber. Het is duidelijk dat de zaak hier verschillende keren per jaar onder water komt. In totaal raken we zeker zes meter dieper, maar de finale doorgang naar de nieuwe rivier vinden we niet. Nog niet… Volgens ons is het nu nog slechts een kwestie van dagen of zelfs uren. Reken maar mee. De Réseau Champagne bevindt zich 15 meter boven het niveau van de onderaardse Lomme. We zijn minstens zes meter gedaald, en post-sifon heeft Stijn de schouw zeker acht meter uitgeklommen. Ver kan het dus niet meer zijn. En bovendien waait er een vliegende tocht, die bijzonder motiveert om verder te werken. Stijn meende tussen de blokken door zelfs al een echo te horen. Wie weet kunnen ook de droge speleo’s nog voor de vakantie hun voetjes nat maken?

Een tweede première gebeurde al meteen de volgende morgen. Nog voor het bezoek van speleoclub La Cordée en de Universiteit van Mons (met o.m. Yves Quinif) wilde Stijn een kleine duikpoging wagen. Gewapend met slechts één fles en een minimum aan materiaal wilde hij zich enkele meters laten zakken in een kleine poel in de Trou du Muret. Bij een vorige duik had Stijn immers een doorbraak geforceerd in de Trou de l’Hôtel, met een duik van 40 meter ver. Volgens zijn topo – gemaakt met slechts 10 cm zicht (!) – zou hij geëindigd zijn onder de Trou du Muret. Met zijn miniduik hoopte Stijn dan ook zijn duiklijn terug te vinden. En ook hier was het meteen bingo. Op zes meter diepte vond Stijn inderdaad het touw terug. Hiermee is er een derde grot aan de Fosse aux Ours verbonden, waardoor we nu zonder overdrijven kunnen spreken van een ‘systeem’. De hydrologie van het systeem wordt er echter niet eenvoudiger op. Het was al een verrassing genoeg dat er in de Fosse aux Ours twee ondergrondse rivieren samen komen, maar nu zitten we nog met een derde. Ook tussen de Trou de l’Hôtel en de Trou Muret bevindt zich een stromende rivier, die ook hier van behoorlijke afmetingen is. We weten echter (nog) niet waar dat water vandaan komt en waar het naar toe gaat.

 
Na deze nieuwe première waren we klaar om ons bezoek door de grot rond te leiden. Of liever gezegd: om zelf rondgeleid te worden in onze eigen grot. Want wie een universitair team met een éminence grise als Yves Quinif over de vloer krijgt, die leert zijn grot plots met heel andere ogen te bekijken.

Kris



Met de toevoeging van de Trou de l'Hotel aan het Système Fosse aux Ours, nu dus Grotte de la Fosse aux Ours(SCC), Trou Muret(SCF) en Trou de l'Hotel(SCF) groeit het systeem ineens met een 200-tal meter, totaal zo'n 2,3km (te actualiseren) aan galerijen, sifons (7 gedoken) en ondergrondse rivieren (3) bij een diepte van 80m. Het systeem telt 3 ingangen, maar een traversee is niet mogelijk, want alles is verbonden via sifons.

dinsdag 5 juni 2012

Rendez-vous

Enkele jaren terug zag ik tijdens een filmavond hoe enkele Waalse vrienden zich onder water tussen de rotsen wrongen. Dat nooit, kwamen enkele leden van Cascade tot de conclusie. Ondertussen is die Grotte du Chalet in Aywaille uitgegroeid tot een systeem van bijna 1km en herbergt maar liefst 6 sifons. Na een duiksamenwerking in de Trou d'Haquin kwam het tot een rendez-vous.

Die ochtend heeft Geert eerst nog een duik gemaakt in de groeve van Awan. Z'n side-mount configuratie, en de site werden duidelijk goed bevonden. Zonder enig probleem werkte Geert z'n eerste echte speleoduik af. (zie ook onderaan)

En plots sta je daar dan toch, voor het clubhuis met in de achtertuin een grot. De droom van elke speleoclub, en nog meer die van veel grotduikers. Nico liet ons het vertrek zien en aan de hand van de topo de pijnpunten onder water. In de eerste sifon heb je twee versmallingen die niet zouden misstaan in de Trou Bernard. Daarnaast is de portage en preparatie ongewoon luxueus te noemen. Ook het zicht onder water zijn naar Belgische normen: goed. Wetende dat dit sterk herleid wordt tijdens de terugkeer, heb ik ruim de tijd genomen voor de moeilijkste passages. Rechtsomkeer werd gemaakt op het diepste punt van de tweede sifon. Een wandeling post sifon zal voor een volgende zijn wanneer ik niet alleen ben.
Heerlijke grot, voor wie van puzzelen in vloeibaar slijk houdt ;-)
Mooi werk, en nogmaals bedankt voor de uitnodiging!

Voor meer info over de Grotte du Chalet kan je terecht op de blog van Nico.

Van de gelegenheid werd ook gebruik gemaakt om in de omgeving nog wat rond te neuzen. Dat de streek nog geheimen kent is zeker. Wie weet, ooit...
Stijn

In de grotte du Chalet

Zondagvoormiddag: Geert krijgt een initiatie sifonduiken in de Trou Blue te Awan. Deze oude carrière leent zich uitstekend voor een introductie in het sifonduiken. Het doel is om nog wat bij te schaven aan m'n duikuitrusting en het gevoel te krijgen van wat een grotduik is.
Het eerste deel is een openwaterduik in een nevelige galerij, en pas op het einde ga je onder het plafond. De waterstand is vrij hoog, waardoor er iets meer sifon is. Het water is superhelder, diepte een 8-tal meter max. en je kan er allerlei restanten zien van de carrièrewerkzaamheden. In de sifon zelf ligt een duiklijn, die naar rechts omheen een pilaar draait. De instructeur (Stijn) geeft opdrachten en ik voer uit. Echt een super duikje!

Tijdens Stijn's duik in de Chalet laat Nico me het droge deel van de Grotte du Chalet zien. Super slijkerig beneden, met meerdere zichten op de rivier, en er zijn ook enkele etages.
Geert

Te Awan