maandag 18 november 2013

Bearing: 60° northeast

Sessie 4 in de veelbelovende spleet in de FAO was er één met 1,5 m graafwerken en een cadeautje van 1,5m. Uiteraard heeft het gebruikelijke duo eerst ettelijke bakken puin versast. Enkele verbredingswerken waren nodig om gemakkelijk te werken en de zwaarste joekels uit de weg te ruimen. Het resultaat is nu een 10 meter lange barst, richting NO. Met twee man deze spleet verder leeghalen is vrijwel onbegonnen werk. Hierbij doe ik een warme oproep aan iedereen om een handje toe steken.
Bijzonder is ook de verandering van windrichting. We zaten steeds de wind achterna en nu hebben we de wind op kop. Dit valt te linken aan de temperatuursverandering buiten, de wisselwerking van de Trou en Formation onderaan in de doline van de Fosse-Aux-Ours en de boveningang, die nu als een schouw fungeert.

Op koningsdag geen slavenarbeid.
We hebben de hoogste regionen opgezocht in het blubberparadijs van de Lomme. De rivier was nog maar net bekomen van z’n eerste wintercrue. Boven de hoogwaterstand zit een vrij groot volume, de Abîme genaamd. We dachten die te linken aan de FAO2, een mini grotje, door ons geschapen. De recentste topo deed echter vermoeden dat de top van deze blokkenzaal misschien te verbinden valt met de ingangszone van de FAO. Het resultaat bleef uit, dus zijn we van onderuit op verkenning gegaan. Eerst tot op een gemakkelijk te bereiken plateau, daarna via een traversee naar een venster. Naast enkele vertrekjes en een mini zaaltje is het verdict: geen mogelijk vervolg. Het plafond van de zaal lijkt enkel te bestaan uit samengekoekte blokken. Deze dodelijke mikado laten we liever verder slapen. De abîme is dan ook volledig gevormd in de instortingszone van de doline. Enig opkuiswerk van grote, wankele blokken konden we later 15 meter lager terugvinden. Spectaculair om blokken van 100kg en meer als een pingpongbal naar beneden te zien vallen...
Geen foto, maar wel een tekening met enige artistieke vrijheid.
'Artistieke' coupe van de abîme

zaterdag 2 november 2013

Project KARAG van start

In de ondergrondse Lomme ligt de komende vier jaar een permanente fluorimeter, samen met een datalogger en een batterij om dit toestel een half jaar van elektriciteit te voorzien. Het toestel werd er zaterdag geplaatst door de Université de Namur in het kader van het project KARAG. Namens de universiteit waren professor Vincent Hallet, doctorandus Amaël Poulain en technicus Gaëtan Rochez aanwezig. Kris zorgde voor de begeleiding naar het water, met Stijn en Geert als bijkomende sherpa's tot aan de 'vestiaire' in de Galerie Champagne.

Het project KARAG is een groot opgevat onderzoek waarbij de Université de Namur de ondergrondse watertafel tussen Jemelle en Eprave wil onderzoeken. De voornaamste bron van gegevens over die watertafel is de Lomme en dan vooral haar ondergrondse tak. Hiertoe plaatst de universiteit meettoestellen in alle verdwijnpunten, resurgenties en andere plaatsen die met de onderaardse rivier in verbinding staan. Ook een meetstation in de rivieren van de Fosse aux Ours kon dan ook niet ontbreken. Deze grot is tot op heden immers de enige op het ondergrondse traject van de Lomme waar men de rivier in zijn volle glorie kan zien stromen. Het project KARAG doet grosso modo hetzelfde als de eerste kleurproeven van honderd jaar geleden, alleen heel wat meer verfijnd. Zo registreren de toestellen niet alleen de doortocht van een kleurstof, maar ze meten ook de hoogte van het water bij crue, de elektrische geleidbaarheid (indicatie voor de oorsprong van het water) en de temperatuur, dit alles in relatie met de tijd. Op die manier kan men onder meer te weten komen of er zich tussen twee meetpunten een uitgestrekte ondergrondse watertafel bevindt, dan wel of de rivier zich in een koker naar het volgende meetpunt haast.

Wie ooit eens een bezoek aan de ondergrondse Lomme heeft gebracht, weet echter dat dit deel van de grot bijzonder onprettig is voor zowel mens als materiaal. Bij crue kan het water immers tot zestien meter stijgen, waardoor alles er bedekt is met grote hoeveelheden modder. Voor het project KARAG wil men minstens twee keer per jaar de grot in. De garantie op acht bezoeken aan deze 'mousse au chocolat' was echter zowel bij ons als bij de mensen van de unief een weinig aanlokkelijk perspectief. Om het onderzoek voor iedereen wat haalbaarder te maken, besloot de unief daarom om in de onderaardse Lomme een permanente fluorimeter te hangen, op het gevaar af dat het ding door de modder verstopt raakt.

Zwaar geladen met zeven kitzakken voor zes man, trokken we de grot in. De grootste spullen - waaronder een haspel met 100 meter kabel - konden enkel in een volumineuze sherpazak een plaats vinden. Alleen zijn sommige plaatsen in de Fosse aux Ours niet meteen geschikt voor zo'n dikke zak. Uiteindelijk raakte alles zonder veel problemen ter plekke. De fluorimeter werd opgehangen in een plaats met veel stroming en de kabel werd buiten de route van passerende speleo's in een acht meter diepe put gekieperd, die rechtstreeks toegang geeft tot de rivier. Beneden werd de kabel in het slijk begraven, dit om te vermijden dat de eerste crue hem naar de bron van Eprave spoelt. De datalogger met de batterij werden dan weer in een fossiel gedeelte van de grot geplaatst, waar ze in de toekomst makkelijk kan worden afgelezen. Even was het spannend toen de datalogger de fluorimeter niet leek te vinden, maar na een 'reset' en een aantal schietgebedjes door Gaëtan ging het toestel vooralsnog aan de praat. We zijn alvast benieuwd naar de eerste resultaten, want ook wij willen eindelijk wetenschappelijke zekerheid vanwaar het water in de twee of zelfs drie rivieren van het Systeem van de Fosse aux Ours komt.

Kris

Gaëtan checkt te datalogger
-------------------------------

Ondertussen zijn Stijn en Geert verder gaan exploreren in de ascenseur. We hebben er al een rondgang kunnen ontdekken naar de galerie Champagne. Momenteel focussen we ons op een spleet die richting noord gaat. We hebben er ondertussen 3 dagen gewerkt en we zijn een 10-tal meter opgeschoten. Het blijft hard labeur, die stenen ruimen, volgende maal moeten we wel met 3 of 4 man zijn om alles vlot te laten verlopen. Er waait een goede wind door de spleet en we gaan een richting uit die 'onbekend' is... we dromen alweer...
De topo van de Grotte FAO is ondertussen de 2km gepasseerd. Het ganse systeem FAO ongeveer 2,5km.

Geert