donderdag 22 december 2011

Zola, Dreyfus en de Grotte de la Fosse aux Ours

Het zal je verbazen dat er een link is tussen de FAO en de zaak Dreyfus, en de link is ook maar dun, maar toch...

Eerst even in het kort de geschiedenis van deze zaak uit het eind van de 19-de eeuw.
Dreyfus was een officier in het Franse leger (en van Joodse afkomst) en werd beschuldigd van spionage met Duitsland. De zaak liep uit de hand toen één van de bekendste Franse schrijvers Emile Zola een pleidooi publiceerde tegen Dreyfus, "J'accuse...!". Het resultaat was een verdeling van de ganse bevolking in twee kampen, één voor en één tegen Dreyfus. De journalistiek was ook flink in de weer voor en tegen, en de politieke journalist van het dagblad "Le Petit Journal", Ernest Judet(1), was een felle voorstander van Dreyfus onschuldigheid. Hij viel Emile Zola fel aan in het dagblad en publiceerde in 1898 een artikel waarbij hij Emile Zola's vader (oud officier) beschuldigde een dief te zijn. Naar verluid was dit gebaseerd op valse documenten die Judet had bekomen van de generale staf. Judet en "Le Petit Journal" werden dan ook veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding.
Tot daar het verhaal, wil je meer weten over al deze intriges, moet je maar verder lezen op wikipedia.

Wat heeft dat nu te maken met de FAO?
Wel de eerste dag van de exploratie hebben wij in de "Salle du Papier Journal" een aantal krantensnippers gevonden waarvan de afkomst en ouderdom moeilijk te achterhalen zijn. Er staan geen datums op de snippers, maar er zijn wel enkele aanwijzingen. Het dagblad is Franstalig en er wordt geschreven over 'Allemagne', wat aangeeft dat het een vooroorlogse krant is (voor WOII). Op één snipper kan men ook de naam 'Ernest Judet' lezen, en ook 'état-major'. Deze zaken gelinkt maken dat er veel kans is dat het gaat over de bovengenoemde zaak, en dat de krant dus van het eind van de 19-de eeuw is, of het begin van de twintigste.
Een ander mysterie is: hoe komen die krantensnippers in de FAO terecht? Aangezien we in de grot her en der eieren gevonden hebben, dachten wij aan vossen, maar Bibiche wist ons te vertellen dat het mogelijk het werk is van een steenmarter. Eén ding is zeker, geen mens is ons voorgegaan in de FAO en deze ondertekenaar was de eerste die de Salle du papier Journal mocht aanschouwen.

Geert




Krantenknipsel uit de "Salle du Papier Journal"



(1) Ernest Judet (1851-1943) fut le directeur de 1892 à 1904 du plus grand journal français de la fin du XIXe siècle, Le Petit Journal.

woensdag 14 december 2011

Genesis

De blauwe plekken van vorige week zijn nog niet weg of we zaten dinsdag 13, 9u30 alweer in de fao. Ik heb me laten overhalen om verder te werken aan de serpente... samen met Stijn.
De luchtstoming zit nu in de omgekeerde richting, merkwaardig. In het mini-mini-eindzaaltje ruimen we blokken en de schepping van ruimte zit op het goede spoor. Weldra komt de toekomst in zicht en we hebben de keuze uit vier richtingen. Aangezien de oorsprong van de wind niet duidelijk is stel ik voor om 'Iene Miene Mutte' te doen, maar m'n speleopartner vindt dit een te weinig wetenschappelijke keuze en dus laten we alles na x uren blokken ruimen even bezinken.
Aangezien het scheppingsverhaal niet af is, en ook niet vordert zoals het in onze geesten ronddoolt, kiezen we het hazepad. We besluiten de zoektocht naar stroming, water en ruimte elders verder te zetten.

Iedere keer we op het niveau komen van 15m boven de laagwaterstand, blijken alle mogelijke passages naar beneden dicht te zitten met natte, vettige klei. Dit niveau komt overeen met de hoogwaterstand (als de Nou-Maulin vol staat) en de leemafzettingen zijn hier alom tegenwoordig. In de champagne is geen waterstroming maar het opkomende en aftrekkende water laat slechts kleine spleten na, verder zit alles dicht. Op de doorsnede van de topo is dit duidelijk te onderscheiden.
Tot hier de achtergrondinformatie.

Nog steeds is het te warm buiten, waardoor de luchtstroming eerder flauw is, maar aan de Champagne Amont (een nevenreseau van galerie champagne) vinden we dan toch een interessante plaats met duidelijk voelbare wind. We menen ieder gaatje in de grot te kennen, en we zijn dan ook verwonderd een niet geëxploreerde ruimte te ontdekken in de amont. Euforie alom, want dit moet dé passage naar het water worden, ideaal gelegen, boven de rivier, luchtstroming, één vaste wand (en rest blokken), echter een kleine desob verder zien we dat alles opniew dicht zit.

Om de dag af te sluiten werken we nog wat aan ons comfort, een passage waar al eens iemand met z'n kl?!-; aan bleef hangen hebben we nog wat opgekuist zodat het nu vergelijkbaar is met de E411.

Verdere planning: serpente te herzien en nog eens gaan werken wanneer we weer wat courage hebben, en vooral een lagere temperatuur afwachten zodat er meer luchtstroming is in de grot. Indien we een gecolmateerde passage vinden met luchtstroming kunnen we misschiens proberen om er één uit te graven, er zijn meerdere kandidaten met een afstand van 5 à 15 meter tot de rivier.

We staan terug buiten om 18u30, 9 uur gegrot -
en we zagen dat het goed was. We zijn echter de telling van de dagen verloren...

Geert

Enkele snapshots, kwaliteit... volgende keer beter

zaterdag 10 december 2011

Vraagstukken

De zoektocht naar een sifon-shunt gaat verder. Het doel is, om de ondergrondse rivier die de duikers in de maand september ontdekten te vinden via een droge passage (zie: http://sc-cascade.blogspot.com/2011/09/aquafun.html  ). We hebben ons hier in vastgebeten en Stijn's grotneus zegt dat het niet ver meer is.... echter de moeilijkheidsgraad wordt steeds hoger. De toegangsweg naar de huidige werkplaats gaat van sportief naar zeer sportief en onze activiteiten beginnen eerder te gelijken op werk ipv. hobby... nogal een geluk dat ook m'n werk een hobby van me is ;-)
Hierna het verslag van twee dagen bezigheidstherapie.
G.


Vrijdag 2dec zijn Geert en Stijn na een duikoponthoud met Kevin doorgereisd naar Rochefort. Rochefort, stad met vele ondergrondse vraagstukken, en lekkere trappist hoor ik je denken. Het sifon-shunt vraagstuk is één daarvan en het houdt ons al een tijdje in de running. Om meer te weten te komen hebben we de topo van de nieuwste stukken aangevat. Er werd onder meer een nieuw stuk in de ingangszaal opgemeten. Ook de uitgegraven Eurotunnel, richting rivier, werd in cijfers omgezet. Allerbelangrijkste was natuurlijk de nieuwe Salle 2000 en haar buizen.

Topograferen brengt je in alle uitersten van de grot. Een uitgelezen moment om alles nog eens goed te besnuffelen. Details ga ik besparen. Grote overwinnaar is het eindpunt van vorige sessie. Deze buis van ondertussen meer dan 15m lang kronkelt zich voorbij de zaal, in de richting van de rivier. Eén van de belangrijkst troeven is de tocht. Het einde van deze slang (Boyau Serpente) zit nog een kleine 10m van de rivier. Er is wel nog een behoorlijk hoogteverschil van ongeveer 20m te overbruggen. In mijn ogen onbelangrijk, aangezien op die plaats in de rivier een hoge instortingszaal zit.

Tot zover de theorie.

Woensdag 7dec hebben Geert en Stijn er een nieuwe werksessie gehouden. Er werd enkele meter gestegen in een schouwtje. Na het koortsachtig lospeuteren van blokken boven m'n hoofd, leek alles dicht te lopen. Vreemd genoeg is de tocht er ook gedraaid naar aanzuigend. Op het punt de boel vaarwel te zeggen kon ik net ver genoeg komen om een vertrek  te zien. Opnieuw een haakse bocht en enkele meter uit te graven laminoir met een opening op het eind. Dit wetende in combinatie met de goed voelbare tocht, ben ik te vinden voor een volgende sessie. Dat niet iedereen warm loopt voor de venijnige slang is ondertussen wel duidelijk. Hopelijk lost de grot ons binnenkort uit z'n greep.

Stijn
't zijn ook altijd dezelfde die werken ...

woensdag 30 november 2011

Sometimes you win, sometimes you lose...

Geert en Stijn hebben zaterdag verder gegraven in de gang die we de Boyau sans Truffe hebben gedoopt. Truffels hebben we niet gevonden en voorlopig ook geen vervolg. De tunnel is ondertussen 7m lang en er zijn stokageproblemen opgedoken. Het eind van de tunnel verbergt nog steeds respectabele afmetingen, alleen is de opening herleid tot enkele centimeter. Naar mijn gevoel is er nog steeds een luchtcirculatie, herzien. De buitentemperatuur die dag was ongeveer gelijk met de grottemperatuur en misschien dat er uitsluitsel komt met grotere verschillen.
Er werd die dag afgesloten met de heraanleg van het equipement boven de lac van Echo Beach. In principe volstaat nu enkel een gordel en leeflijn voor de rondgang aan de samenvloeiing.

Zondag hebben we versterking gekregen van Kris. In de Salle 2000 hebben we tot nu toe twee opties. Eén daarvan, de Boyau staat voorlopig op hold. In de andere buis werd welliswaar een doorbraak gemaakt in een mini ruimte met daarin een uit te graven versmalling. Daarachter opnieuw een mini ruimte. In feite zijn we blokje om geraakt onder de zaal 2000. De vreugdekreten bleven niet duren want al snel was het allemaal niet zo duidelijk meer. Er is nog een opening met luchtcirculatie, maar het magische zwart werd niet gespot.

Tijdens het afdruipen werd nog een wanhoopspoging gedaan in wat we de leeuwenkuil heten. Deze zinkput in de Champagne-gang zit boven de rivier. Berekeningen geven aan dat en minimum 6kubiek erg vettige klei moet worden uitgespit voor een doorbraak. Het stokpaardje van Geert werd al snel een kwelling en we kozen het hazepad.
In de leeuwenkuil
Met iets teveel vraagtekens en geen concreet plan voor een volgende ronde zijn we huiswaarts vertrokken. Hopelijk zal de wind ons in de toekomst de weg wijzen.
Al bij al mogen we dik tevreden zijn met opnieuw 10 sportieve meter erbij in de grot.

Stijn

woensdag 16 november 2011

Speurtocht naar sifon-shunt

Vorig weekend met 4 in de FAO gewerkt. We zijn gestart met ons op te splitsen in twee groepjes. 
 

Geert en Dirk werkten in "salle 2000". Met hun onuitputtelijke enthousiasme werd er een doorgang links in de zaal vrijgemaakt. Door er achterwaarts af te dalen ,kan je er verderop nog geriefelijk in recht staan. Voor je, heb je dan een groot blok dat geklemd zit tussen de wanden. Meer rechts in de hoogte een v-kloof met zicht op een kleine chicane, maar te nauw om te passeren (Nochtans heeft Dirk mij daar door willen persen, zonder succes). Onderaan het blok werd het woordje "drukgang" meerdere malen gebruikt.


Ondertussen is Stijn met mij (Christel) terug van Echo Beach (niet verwarren met een strandvakantie...), waar Stijn nieuwe broches heeft geplaatst om de bestaande plaketten te vervangen. Het werk is vlot verlopen en dus konden we nog bijspringen in de Salle 2000. Na een kort overleg besluiten we om de "drukgang" onder het blok uit te graven. Met mijn bescheiden graafervaring, vond ik dat het vlot vooruit ging. In de smalle gang met droog en korrelig zand (aangenaam aan de knietjes) voel je een koele bries in je gezicht. Na enige tijd van zwoegen en zweten ,blijft echter de warmte hangen. Eventjes was er twijfel omtrent het vervolg, maar met de topo in gedachten hebben we die twijfels aan de kant gezet.
Zo hebben we op zondag verder gewerkt. We hebben een  5-tal meter uitgegraven. Het vervolg; nog welvingen met droge klei, dus nog redelijk wat graafwerk in 't verschiet.
Tot slot heeft Stijn zich, na wat krachtig hakwerk, door de v-kloof (boven het  blok) gemurmd om vast te stellen hoe het rechts verder wegdraaid, terug onder de zaal 2000.

Op de terugweg de " ascenseur"  nog wat bijgewerkt aan het smalste gedeelte, zodat de wat zwaardere speleo's nu ook kunnen passeren. Volgens Geert is het een "autostrade" geworden...

Ja, dat vraagt om terug te keren...

Christel

Op de parking kwamen we daarna Marc nog tegen, en Stijn en Geert zijn dan nog wat gaan helpen in de Trou Muret. Marc is er bezig om een muur te metselen die stabiliteit moet geven aan de eerste put.

Geert


dinsdag 8 november 2011

Kennismaking met de Belgische sifons...

Zondagmorgen met volle moed richting Mortier. Doel van de trip was topo van de eerste sifon en de galerij erna. Eerst moest de oude lijn vervangen worden in de sifon. En indien mogelijk, graven op het verste punt van de sifon 2.

Kevin nam de taak van lijnen wisselen op zich, vertrok met volle moed, maar halverwege sprong de hogedrukslang van m'n manometer. Resultaat: kraan dicht en op 1 fles terug......Spannend!! ;-)

Stijn en Steven zijn in afwachting van mij gestart met de topo van de droge galerij. Na een snelle interventie van een nieuwe manometer (merci Stijn)  terug door de sifon. Alleen, nu heel wat rustiger en met een klein hartje. Het topowerk van de droge galerij zat er ondertussen op en ik kon direct doorgaan naar de sifon 2.
In die sifon, na ongeveer 10meter is er een serieuze restrictie waar we door moeten.Voor mij was dit de eerste keer. Na me erdoor te hebben gewrongen besloot ik om eerst terug te keren. Het puzzelen onder water nam flink veel tijd in beslag.
Terug boven vond ik dat het  genoeg was geweest voor vandaag...Plots gene grote mond meer ;-))

Daarna heeft Steven kennis gemaakt met de sifon. Hij passeerde de versmalling, maar ook hij besloot dat het graven onder water voor een volgende zal zijn. Stijn heeft de oude lijn in sifon 1 afgebroken en een nieuwe geplaatst die nu veeeeeel beter ligt.
Bij het tegenstoom zwemmen heeft hij ook de topo kunnen doen. Chapeau Stijn, respect!!

Maandagmorgen richting Eprave.
Stijn heeft een duik gepland in de bron en Kevin en Ilse zijn ondertussen de Grot van Eprave gaan bekijken. Slijkerig, maar toch es tof om te doen. Voor ons was het de eerste keer dat we een grot zelfstandig gingen bezoeken. Na een uurtje hielden we het voor bekeken.


Stijn is ondertussen door de zeer nauwe ingang van de bron geraakt en tot op 10m diepte gedoken. Eén fles moest worden losgekoppeld om de versmalling te kunnen passeren. Leuke uitdaging, voor herhaling vatbaar wist hij te vertellen.



Als wederdienst van de duikportage heeft Stijn ons rondgeleid in de Nou-Moulin.


Het was super,  met een paar smalle en leuke passages. Vooral sterk van Ilse om dit zonder hulp van de 2 sterke mannen te doen, chapeau!! Mooie afwisselende grot. Om er je weg in terug te vinden moet je ze toch wel enkele keren doen heb ik gemerkt. ;-)
Na een 2tal uurtjes terug buiten, spoelen in de Lomme en huiswaarts.

Super weekend en veel bijgeleerd!!

Kevin

maandag 17 oktober 2011

De 2.000 meter voorbij !

"Hé jongens, hierachter ligt iets. Ik zie een zwart gat. En het wordt groter. Werkelijk enorm. Langs één kant raakt mijn licht zelfs niet meer tot op het einde! Gewoon puur zwart! Nog even en we zijn binnen!" Zo groeide de euforie zondag 16 oktober bij een nieuw weekendje exploratie in de Fosse aux Ours.

Na de jongste ontdekkingen van de duikers hebben we het plan opgevat om de galerijen post-sifon te proberen te bereiken vanuit het bekende gedeelte van de grot. Op basis van de eerste topo van de duikers blijkt dat de nieuw ontdekte rivier onder de Galerie Champagne en het 'Gat van Melissa' door zou stromen, zoals we deze laatste plek informeel noemen. Het plan is dan ook om van hieruit naar de rivier toe te werken.

Als werkplaats kozen we zaterdag en zondag voor de laminoir boven het eigenlijke 'Gat van Melissa'. We zitten er weliswaar vijf meter hoger dan het dichtgeslibde 'Gat', maar het is er een pak ruimer en Stijn voelt er een duidelijke tocht. Het einde bestaat uit enkele ferme blokken, die de weg volledig versperren. Kort na de ontdekking hadden we geoordeeld dat hierachter niets meer te vinden was, maar op basis van de topo besluiten we onze mening te herzien. Zowel op zaterdag (met Stijn, Geert en Dirk) als op zondag (met Stijn, Geert en Kris) moeten de blokken er een voor een aan geloven.

Het is intussen al enkele maanden - om maar niet te zeggen een jaar - geleden dat we in de Fosse aux Ours nog een 'droge' première hebben geboekt. Onze verwachtingen zijn dan ook niet hoog gespannen. Eerder verwachten we dat we opnieuw vertrokken zijn voor enkele weken klop- en breekwerk. Groot is dan ook de verrassing als aan het einde van de blokken opeens een inktzwarte horizon verschijnt. En hoe meer blokken we verwijderen, hoe groter de tocht wordt die ons tegemoet komt! Een uur later krijgt Kris van zijn kameraden de eer om als de laatste blokken te ruimen en de nieuwe zaal in te kruipen.

We komen terecht in een zaal van ruw geschat 20 meter diameter, maar veelal niet hoger dan een meter. Het plafond is quasi horizontaal en wordt nergens ondersteund. "Een ingenieur-architect zou zeggen dat een dergelijke constructie niet kan, toch niet in natuursteen", bemerkt Geert. De natuur had er inderdaad wat moeite mee. De vloer van de zaal bestaat uit de vorige laag van het plafond dat op zijn geheel naar beneden is gekomen. Het vervolg vermoeden we op het diepste punt van de zaal. Als we aan de zijflank van de zaal een paar blokken verschuiven, bemerken we een diaklaas waarin we een drietal meter dieper kunnen kijken. Geconcentreerd luisteren we of we toevallig het gebruis van de rivier niet kunnen horen. Het resultaat is echter negatief.

Stijn vindt nog een tweede vervolg. Eveneens aan de zijflank van de zaal schuift hij voorzichtig onder de losliggende blokken door. Voorbij deze passage blijkt deze zaal nog even verder te lopen. Het einde is een mooie drukgang die echter bijna volledig dicht zit.

Voor vandaag zit het erop. Hier komen we uiteraard terug. De volgende doelstelling wordt de diaklaas vrijmaken en zien of we daarlangs de rivier kunnen bereiken. Op de terugweg komen we tot de conclusie dat het systeem Fosse aux Ours - Trou Muret door deze nieuwe ontdekking intussen meer dan 2 km lang is. De nieuwe zaal dopen we dan ook Salle 2.000.

Kris


Op zaterdag, en na acht uur desobstructiewerk ging iedereen gedeprimeerd naar buiten, want het resultaat was het zicht op een spleetje van amper 20cm breed en een meter lang. Het was uiteindelijk een goede gok om op zondag verder te werken met het gekende resultaat. We zitten nog wel niet in de rivier, maar de mogelijkheden liggen open. Wie heeft er ook alweer een neus voor grotten... de Stijn.

Geert

Snuffelen in Salle 2000

zondag 9 oktober 2011

Arcana sounder build and operational

In this article I will give a bit extra information about the Arcana Radio Location Device I build in the beginning of this year. Since I am a radio engineer, the challenge to build this device is rather limited. The sounder electronics is built in a very simple way, with all standard components. Just look into an electronics component stock and you have all the parts to build the electronics circuits. The most challenging part is, to my opinion, the construction of the self induction coils.

In the article http://sc-cascade.blogspot.com/2011/02/project-arcana.html I have posted a few words about the construction of the device, and I have seen in the blog statistics, this is the article with most hits! So a lot of cavers seem to be interested in these devises.

The actual use of this device was to measure out a possible passage way between two rooms in the 'Grotte de la Fosse aux Ours' at Rochefort(B), a cave we explore since 2008.
The nice thing about the Arcana system layout is the use of compact self's, in stead of the large air self’s often used in other radio location devices. Since we use both the transmitter and receiver in the cave, compacts antennas are preferred to make transport and setup of the system easier.

On the internet you can find several references about the original build of the system, and also about some changes in electronics and add-on’s.
http://speleo19.free.fr/arcana/contributions_arcana.htm
http://www.caves.org/section/commelect/splncs/splncs26.pdf

So I build the original electronics layout for transmitter and receiver. The first problem I had was to find the necessary ferrite rods to put into the core of both the transmitter and the receiver antenna coils. On e-bay I found a Russian surplus was sold at 28€ for 16 piece of ferrite rods 10x200mm, so just what I needed. Since the very low frequency of operation of the transmitter (<1000Hz), these ferrites of type M400HH, originally build for LW radio's should do fine.
Since I could not find a tube with a correct interior diameter, I simply split a plastic tube (a bit to small to fit the 7 ferrite rods) over the whole length, and then the 7 rods shifted well into the tube, and at the same time the tubes presses the 7 rods well into place. The transmitter coil got then the 4 layers of 250 turns, 0.84mm wire. In-between each layer I inserted a plastic sheet; this makes it easier to get the coil well wound. Finally I had 1016 turns on the transmitter coil, and I measured it to have self induction of 102mH and 4.5ohms resistance, just as I expected.
In the same way the receiver self induction coil was made out of 7 layers and about 7000 turns in total of 0.2mm wire. The resistance is 542ohms and the self induction is >1Henry.
During testing I used a small ferrite receiver antenna, and found out this baby antenna performed also very well at short distances. It is a ferrite rod of only 10cm long, and about 200 turns. Simply hold the receiver antenna near a radio or hifi speaker, and you get an idea of the sensitivity of the receiver antenna. (put the radio on hé;-)
During testing I found out I had to change the operating frequency a bit, so the transmitter antenna is into resonance at about 715Hz. The current drawn of the batteries is than rather high at about 500mA, and the voltage over the resonance capacitors of 0.22uF got well over 400V, so I simply tuned the oscillator a bit off resonance. The current consumption drops and the voltage over the capacitors is also on the save side. Now the transmitter power is not at the maximum, but I did not need this for my project. So be aware to put in capacitors of 600V or even higher!! And also be careful about the high voltage, and at the same time a high acoustic level the transmitter coil produces!

Making the device ruggedized:
Originally I planned to construct the transmitter unit as an al in one tube unit, but finally I left the transmitter electronics, antenna, and batteries as separated units, and this seems easy to transport and setup. The receiver is build into one small box, and only needs the external antenna and earphone units to be attached.

Using the equipment:
In the cave we had about 10 meters between transmitter and receiver, so I only used the small receiver antenna. Making a horizontal measurement in-between two rooms, separated with about 7 meters of rock, this is a more difficult measurement (equipment is mostly used to measure vertical positions). But after we finished the tunnel in-between the two rooms, the results of the Arcana sounder seemed to be very accurate.

Doubleclick to see more details

vrijdag 7 oktober 2011

Nazomer te Rochefort

Zondag 2 oktober : Na een werksessie samen met Marc in de Trou Muret hebben we nog ruim de tijd genomen om te profiteren van het heerlijke weer.
We zijn in de namiddag gaan zien naar de droge Lomme tussen Waerimont en de bron van Eprave. Door de droogte is er een totaalperte juist voor de Bois de Waerimont. Deze perte is in de bedding, maar je ziet het water er wel in draaien. Volgens Jean-Luc, die een paar weken terug ging kijken, is het een klein gat waarin het water verdwijnt. Deze perte zou op het traject kunnen liggen van de ondergrondse stroming. Het debiet aan de bron te Eprave is dus aangedikt met deze perte die toch een redelijk debiet verzwelgt. Verder richting Eprave is de bedding van de Lomme totaal droog, met uitzondering van een paar bassins. Veel dode of bijna dode vissen. De rivier is prachtig, alles met rolkeien, net alsof je in het zuiden bent !


Het volledige traject afgelopen. De weg Rochefort-Han verbergt wellicht vele grotjes of pertes, deze talus is kunstmatig, en komt op vele plaatsen tot tegen de rivier.
In de buurt van de Rond Tienne bron is er een kleine resurgentie in de bedding van de rivier, en vanaf hier dus een klein beetje stroming. Of er water uit de rond tienne kwam hebben we niet geverifiëerd aangezien we achternagezeten werden door een stier ;-)
Aan de bron uitzonderlijk helder water, goed debiet. 

Hierbij een kaartje met de locaties.

P Perte
R Résurgence
Rood = droog

 Zie ook : http://www.cwepss.org/download/ecoKarst/echokarst85.pdf

woensdag 14 september 2011

Aquafun!

Abstract
De duikers doen hun uiterste best; met een exploratie van 6 sifons en ongeveer 350m ondergrondse rivier kan dit een hele prestatie genoemd worden. Dé grote verrassing van vorig WE is: dat er in het meertje van Echo Beach (EB) niet 2, maar 3 sifons zijn. Twee sifons amont en één sifon aval. We zijn er nu vrijwel zeker van dat EB dé plaats is waar de twee ondergrondse meanderafsnijdingen van Wamme en Lomme samen komen. De stoomafwaardse sifon, richting Eprave, heeft een hoog debiet en blijkt er direct in de diepte te gaan. De nieuw gedoken sifons zijn die van de Lomme en het water zou dan afkomstig moeten zijn van de pertes nabij de Pré-aux-Tonneau en de Gouffre aux Mortier. We denken dat het mogelijk zal zijn om vanuit de FAO een toegang te vinden tot het post-sifon deel van de ondergrondse Lomme, een nauwkeurige topo zou daarbij kunnen helpen, ofwel via een meting met de arcana peiler. Het potentieel is groot en alle mogelijkheden liggen nu weer open.
Ook deze keer werd de exploratie gefilmd en we zullen bij gelegenheid een aantal stukken publiceren uit dit uitermate fascinerend document.
Nog zeggen dat het systeem FAO/Muret de 2km nadert!
Het wordt een drukke winterperiode ...
G.




Zaterdag werden duikers Steven en Stijn gelanceerd via de Muret. Het beoogde doel: een verdwijnpunt in Echo Beach (EB) met zeer veel stoming. 23m ver en 12m diep vond ik het welletjes en tijd om m’n onderwaterklimtechnieken uit te proberen. Er werd beveiligd aan een speleotouw met een shunt. Ik ben gestopt op niets waar de gang steil de diepte in loopt. Je wordt er omgeven door het geluid van de stroming die net als een trein om je oren raast. Zeer intimiderend om die schacht verder af te zakken. Er zal moeten gefractioneerd worden bij een volgende, maar vooral een moment afgewacht worden met uitzonderlijk weinig water. De grot is in alle geval 6m dieper geworden nu.

Ondertussen waren de porteurs (Geert, Dirk, Kevin) via de FAO, na een oponthoud aan de ingang (opnieuw versperd door meerdere bomen!!), aangekomen op het balkon van EB.
De zaal met het meer werd voor de eerste maal voldoende belicht voor een fotoshoot.



Er restte voor de duikers niets anders dan een verkenning van het lac. De buurt van de nu ondergelopen voute deed vermoeden dat er meer was in de diepte. Steven kreeg de eer om naar de bodem van het lac te duiken. Op -8m vond hij er een toegang waarachter het ruim en helder werd. Het verkennen van de sifon en uitrollen van de lijn werd aan mij toevertrouwd. Na 45m kwam ik terug boven in een nieuwe gang met lucht! Snel terug want deze verrassing van formaat moest eerst gedeeld worden. Ik moet hier niet vertellen dat iedereen versteld stond bij het horen van een tweede rivier. Ons vermoeden gaat uit naar de Lomme. Alle andere duikexploraties zouden dan in de Wamme gebeurd zijn. EB is dan de samenvloeiing en dat verklaard ook het grote debiet in de perte waar zo goed als geen sediment meer te bespeuren is.
Samen met Steven werd post sifon 25m galerij verkend tot aan een tweede sifon. De SL2 kan omzeild worden en geeft na 20m uit op een krater waar we de rivier 2m lager zien stromen. Er werd ook een kruipgang van 15m verkend tot op een mini sifon.

De dag erna waren Kevin en Stijn de gelukkigen om de explo verder te zetten. Na de topo van de sifon SL1 en de nieuwe galerijen werd de SL2 gedoken door Kevin. De 20m lange sifon bleek zoals vermoed onder aan de krater uit te komen. Verder…geen sifon! 10m gang, bocht, 15m gang, ondiep. De duikspullen werden afgelegd.
Op de achtergrond werd een stroomversnelling waargenomen! Om daar te komen moest er een doorgang gevonden worden door een instortingszone. Uiteindelijk stonden we in een zaal van ongeveer 15m lang, 5m breed en 4m hoog! De Lomme stroomt er over de volledige breedte tussen de blokken.
Overal bespeuren we mogelijke vervolgen!!
Onze natste droom is werkelijkheid geworden!
Stijn



Echo Beach, een meertje van 10x20m


vrijdag 2 september 2011

Het juiste gereedschap

Het juiste gereedschap hebben, dat maakt dikwijls het verschil, en dat bleek ook weer tijdens een tweedaagse explotocht in de FAO vorige zondag en maandag.
Het doel van deze tocht was: om verder te graven aan de tunnelverbinding tussen de entonnoirzaal en echo beach (EB - de ondergrondse lomme). Deze verbinding zal een directe toegang geven tot het 'balkon' boven het meertje, een stukje ondergrondse lomme. Het is dan niet meer nodig om klimmateriaal mee te nemen om dit meer te kunnen bekijken.
We werkten al meerdere dagen aan deze tunnel, doch de graafrichtingen, aan beide zijden, blijken niet in de goede richtingen te gaan. Dus hebben we deze keer het ARCANA meettoestel meegenomen om een peiling te doen. Ik zal nog een afzonderlijk artikel posten over dit toestel. Zo een toestel wordt meestal gebruikt om een ondergronds punt aan het oppervlak te refereren ifv. topografie, het maken van een nieuwe ingang,... In ons geval gebruiken wij het toestel om twee punten in een grot te verbinden. Dit is een ietwat meer gecompliceerde meting omdat de zender niet vertikaal staat opgesteld.
Zie: http://sc-cascade.blogspot.com/2011/02/project-arcana.html
en http://speleo19.free.fr/arcana/contributions_arcana.htm



Het resultaat van de meting: nog twee meter graven en dan naar links, om uit te komen in de entonnoirzaal. Dit bevestigt eveneens de correctheid van de topografie.  Dus beginnen we zondagavond nog flink te graven. De klei is echter beenhard, en daar komt het tweede gereedschap goed van pas; een bijl wordt er met een dikke hamer in de klei geklopt, en dat schiet flink op. De tunnel is ondertussen 5 meter lang. Om sondages te kunnen doen hebben we ook een grondboor mee, dit vergemakkelijkt het graven, maar geeft ook de mogelijkheid om een metertje 'vooruit' te kijken (of er geen rotsen in de weg zitten,..). Het aantal bakjes klei hebben we maar niet geteld;-)
Zondag graven we dan 5 uur duchtig verder aan één zijde, het wordt alsmaar lastiger. Klopsignalen zijn nu nauwkeurig  te positioneren, en de vocale communicatie wordt alsmaar makkelijker. Naderhand  graven we dan elk aan één kant tot de boor plots het laatste stuk kleibarrière passeert. De verbinding is een feit!!!!!! Eerst een lichtverbinding via de boring, dan vingercontact en even later handcontact. Het gaat nu allemaal snel en even later is de tunnel een feit. Ik had reeds voorgesteld om de het kleinood Eurotunnel te dopen, and so be it.
Volgende keer moeten we wel nog een deel klei verzetten die op de 'foute' plaats ligt.


Ondertussen heeft Stijn ook nog een aantal treden gegraven in de klei, zodat we nu zonder problemen kunnen afdalen tot aan het water. Binnenkort zal wellicht ook een rondgang mogelijk zijn. Een leeflijn blijft wel nodig. Ik ben tevens blij dat het arcana toestel een perfect resultaat heeft gegeven.

Zeer moe, maar ook zeer voldaan ruimen we het materiaal op en begeven we ons naar de uitgang. Volgens mij gaat de tijd ook sneller in de grotten, dus die ruimte-tijd theorie van Einstein is zeker niet volledig ...
Geert

maandag 8 augustus 2011

Tweedaagse FAO en Muret

Zaterdag 30/7
We plannen nog twee explowerkjes in de FAO, beide achteraan het Rau. du rêve. Eerst zullen we een gang opgevuld met klei uitgraven. Bij de vorige tocht hadden we hier een flauwe luchtstroom opgemerkt. Resultaat, na vlot graafwerk blijkt de gang volledig toe te lopen, en dus stoppen we de werken.
Als tweede opdracht zetten we de explo verder onderin de Salle des antistalagmite. We werken er in een ebouli en we zijn we al enige malen gestopt en gestart met de werken. Na weloverwogen desobstructiewerk ligt een dalend gangetje nu open, maar er moet nog heel wat materiaal worden weggehaald om er te kunnen afdalen, en bovendien moet de stabiliteit nauwlettend in het oog worden gehouden; spannend, voorzichtig en berekend werk dus.
G.

Zondag 31/7
Duik nummer 4 in de ondergrondse Lomme.
Mede mogelijk gemaakt door: Steven VDC, Kevin, Fabrice en Geert. Porteurs van de dag. Niet onbelangrijk is natuurlijk de gastvrijheid van de Fistuleuzen.
Doel van de duik: Eindpunt verkennen stroomop, en topo van de sifons. Bij de vorige duik werd de galerij tussen S1 en S2 opgemeten. Er is toen ook op niets gestopt in S3 wegens einde van de ‘fil arianne’.

Altijd spannend om de blubberput af te zakken in de Muret die toegang geeft tot de rivier 5 meter dieper. Zou er niet teveel stroom zijn? Wat zal er van zicht zijn?... Dat laatste viel tegen. 1m ipv 2à3 de laatste keer. En laat ons zeggen dat de stroming haalbaar was. Al topograferend een weg gebaand naar het vorige eindpunt. Eerst werd de pseudo versmalling aangepakt met de hamer. Er zijn nu geen messen meer te bespeuren. Lijn aangekoppeld en vooruit… maar niet voor lang, merkwaardig, daar zijn rolkeien en dit is uniek in de hele rivier. De helling stijgt tot op -2m. Daar, een verticale versmalling, maar dan een echte! Bij een volgende denk ik die te kunnen passeren met iets minder brol in m’n zakken. Ook moet de passage eerst grondig gekuist worden om verstopping met rolkeien te voorkomen.

Terug gezwommen tot in de FAO om daar de sifon aval te testen. Er hangt daar momenteel een speleotouw in, echter aan slechts één enkele plakket. Die werd eerst verdubbeld en daarna werd de stroming gecheckt op de bodem van de sifon. Mogelijk, met een shunt en leeflijn aan het speleotouw wel te verstaan. De stroming is, aan het oppervlak, gevaarlijk sterk om meegesleurd te worden in de sifon.

Bij de terugtocht richting Muret werd de verbinding getopografeerd, de oude lijn verwijderd en de nieuwe verzekerd van enkele extra piketten in de bodem.
Twee en een half uur later stond ik terug waar ik vertrokken ben.

De porteurs hadden er een rondje FAO op zitten en kwamen toegesneld om een handje te helpen.

Perfect! We weten waar we zitten nu en het parcours, zowel onder als boven water is nu meer dan behoorlijk geëquipeerd. Ook de porteurs beleven gelukkig meer dan alleen maar zakken sleuren.

Mooie basis voor een volgende ‘expeditie’!
S.

maandag 25 juli 2011

Blijven snuffelen!

Tijdens een snuffelronde een week eerder kwam ik tot de vaststelling dat er nog iets te forceren moet zijn in de FAO. Achteraan R. du Rève zitten we met een gevaarlijk blokkenstort met daarachter een vervolg. Dankzij een tip van Jos B. kwam daar een alternatief voor de moordende blokken aan het licht.

Vooraleer we daar naartoe trokken hebben we eerst een spleet aangepakt in de Gardiens of de ingangszaal. Hoog boven de Ascenceur in diezelfde spleet kwamen we langzaam maar zeker dichter bij een blok dat een vervolg versperde. Eerst werd de spleet grondig opgekuist om problemen en haperingen te vermijden. Speleopakken zijn niet goedkoop tegenwoordig ;-) De passage was snel omgevormd, en we kwamen terecht in een comfortabele spleet van een 8m lang. De meeste tocht leek uit een blokkenstort te komen. Echter, naar onder toe loopt alles dicht, jammer, maar niet ontevreden van de nieuwe meters.
Snel naar achter.

Explo regio

Het gangetje naar het alternatief werd in gereedheid gebracht. Het vervolg, met een beetje tocht is 10 bij 10 cm en dat voor enkele meter ver. Tunnelwerken dus. Op termijn, als we daar naar beneden willen, zeker de verstandigste optie. We zullen zien. We lieten het er stinken en zijn dan gevlucht in een bovenniveau met een kleiopvulling en...tocht?! 4m moet er verbreed worden voor een verdict...

Met een goed gevoel zijn we dan ook uit de grot afgedropen.
Er moet toch nog...waar zou het zijn...hoe zullen we...Het blijft toch nog steeds leuk he!
Tot een volgende 'hol van de beer'.

Ergens nabij de ingangszaal

vrijdag 1 juli 2011

ERT, een nieuw wapen in de zoektocht naar onbekende grotten?

Het nieuwste Spelerpes magazine wekte, techneut zijnde, mijn bijzondere aandacht omdat er meerdere technische artikels werden opgenomen.

De ondergrondse beeldvorming via de meting van de elektrische weerstand (resistiviteit) van de grond heeft ook bij mij interesse opgewekt, en neemt ongeveer 10 strekkende cm boekenkast in beslag. Na korte tijd ben ik gestopt met dit project wegens het vele werk dat er in kruipt.

Hierbij enkele weetjes die extra informatie geven omtrent dit onderwerp. Je kan best eerst het artikel van Ivan Herbots in de Spelerpes 2011-1 p.35-39 raadplegen vooraleer het onderstaande te lezen.

In de Engelstalige literatuur wordt deze beeldvormingsmethode meestal aangeduid als ERT - Electrical Resistivity Tomography. Het principe van deze beeldvorming is vergelijkbaar met de scanners die gebruikt worden in de medische beeldvorming. Het is uiteindelijk een wiskundig probleem van vergelijkingen en onbekenden dat tot een oplossing leidt in de vorm van een 2D verticale doorsnede van de ondergrond.

De input van de software is dus de resistiviteit op verschillende plaatsen, en op verschillende afstanden, die allen op één lijn liggen.

Hoe wordt nu juist de resistiviteit van de grond gemeten? Het principe is erg eenvoudig; je stuurt een stroom door de grond, en meet de spanningsval over een sectie van het stroompad. Er worden dus 4 grondstaven (probes, electroden) gebruikt, twee om de stroom door de grond te laten vloeien, en twee om de spanningsval te meten.
De eenvoudigste methode is het gebruik van gelijkstroom (DC), maar hierbij treden een aantal problemen op:
- Wanneer een staaf in contact komt met de grond, dan treedt er een batterijwerking op, waardoor de staaf zelf een spanning opwekt.
- Doordat er stroom loopt door de staven, treedt er een elektrolyse op van het vocht rondom de staaf, en dat geeft een veranderende contactweerstand. (We weten uit onze fysicales dat, wanneer we gelijkstroom door geleidend water sturen, er een ontbinding is in waterstof en zuurstof)
- Door de grond kunnen zwerfstromen lopen die de metingen ernstig kunnen verstoren, 50Hz (AC) netstromen, maar ook gelijkstroom kan optreden (DC) (onze treinen en trams rijden op gelijkstroom).

Daarom werken eigenlijk alle aardresistiviteitsmeters met een wisselstroom, en met een frequentie die niet gerefereerd is aan onze 50Hz. Zodoende worden zwerfstromen in DC en AC er uit gefilterd en is een storingsvrije meting mogelijk. De meeste aardresistiviteitsmeters wekken bovendien geen constante spanning op, maar hebben wel een constante (wissel)stoombron. Dit heft ineens het probleem op van de contactweerstand tussen een staaf en de grond, een overgangsweerstand die erg kan verschillen van staaf tot staaf. De eigenlijke meting blijft dan beperkt tot het meten van de spanningsval tussen de twee spanningsprobes. Het resultaat is de meting van de schijnbare resistiviteit van de grond.

De meeste onder ons kennen de aardingsweerstand enkel van de beschermingsgeleider in onze huisinstallaties. De weerstand mag er niet hoger zijn dan x ohm. Dit is dus niet de resistiviteit van de grond (die bij ons in Vlaanderen zeer klein is, nabij de 0 ohm-m), maar het betreft wel de contactweerstand van de aardingspin (elektrode) met de grond. Deze meting gebeurt met hetzelfde type aardresistiviteitsmeter, doch in een lichtjes andere opstelling.

Maar nu terug naar de beeldvormingsmethode. Vele profesionele ERT toestellen doen eveneens een meting van de capaciteitswaarde van de gemeten ondergrond. Het is zo dat de grond tussen de twee meetelektroden niet zuiver resistief (ohms, weerstand) is, maar dat er ook een capaciteitswaarde is (een opslag van energie). Een aangelegde constante stroom zal dus niet direct voor een maximale spanningsval over de elektrode zorgen, maar er is een zeker tijdsverloop vooraleer die de maximale waarde bereikt. Uit dit tijdsverloop kan de capaciteitswaarde van de tussenliggende grond worden bepaald. Het is duidelijk dat een holte (lucht, grot) het dielectricum is van een capaciteit, en dat die verschillend is van de rotsen of water. Sommige materialen zouden ook accumulatieeigenschappen hebben (batterij). Uit deze metingen kan bijkomende informatie worden afgeleid die erg nuttig is in de beeldvorming. Het is gebruikelijk om een blokvormige wisselstroom door de grond te sturen, en te zien hoe die grondcapaciteit ontlaadt eenmaal de stoombron wordt uitgeschakeld. De ontlaadtijdsduur is maatgevend voor de capaciteit.

Ik bouwde de meetelektronica volgens het ontwerp van Robert Beck (Everyday Practical Electronics - Jan 1997). Het meettoestel heeft een stroominstelling van 0,1 / 1 / 10mA en levert max. 36Vpp bij 137Hz.
Het ontwerp benodigd wel enkele aanpassingen om het geschikt te maken voor ERT. De opamps worden best vervangen door een type voor meetdoeleinden (lagere offset en ruis). De spanning van de vermogensversterker is wat laag, waardoor er beperkingen zijn bij meting van hoogohmige situaties. Je kan natuurlijk batterijen blijven in serie zetten, maar het best wordt er een voeding op 230V gebouwd, en gebruik gemaakt van een omvormer 12V=/230V zodat alles uit één batterij van 12V kan gevoed worden. De spanninguitgang is niet galvanisch gescheiden, waardoor er problemen kunnen ontstaan bij gebruik van een computer (grondlussen en spanningsverschillen). Best een isolatieversterker gebruiken, of een andere galvanische scheiding die voldoende groot is (gescheiden voedingen, opto-coupling,..). Kennis van elektriciteit en de gevaren van hoge spanningen zijn hier belangrijk !!!

Bijgaande een foto van de elektronica met constante stroombron en een synchroon (in fase) gestuurde wisselspanningsmeter, dit om de beste storingsonderdrukking te bekomen.

Zie details op : http://www.geotech1.com/cgi-bin/pages/common/index.pl?page=geo&file=projects/erm1/index.dat
Over ERT is veel informatie beschikbaar op het web. Linken die ik heb van een 7-tal jaren geleden werken echter niet meer. Dus effe zoeken met de juiste codewoorden. Wie meer wil weten over de software bv. op http://www.eos.ubc.ca/ubcgif/

Het is onweerlegbaar dat deze methode ondergrondse ruimtes in beeld kan brengen. Het zal echter niet altijd mogelijk zijn om die ruimtes ook te bereiken, we kunnen nu eenmaal niet overal gaten beginnen boren. Maar een dergelijke beeldvormingstechniek kan op z'n minst een belangrijke bijdragen leveren in de kennis van de lokale karstopbouw en vele mogelijkheden openen tot bijkomende studies.
G.


dinsdag 28 juni 2011

Een rustig weekend - lang geleden

Zaterdag 25 juni: Vandaag bezoeken we een 'vergeten' grot op het massief van de Tierre du Falises, tussen Rochefort en Han. Met een ligging in de nabijheid van de meanderafsnijding van de Lomme, trekt deze Grotte du Parrain onze bijzondere aandacht. De grot werd een 20-tal jaren terug ontdekt, maar door omstandigheden geraakte deze wat vergeten. De grot is afgesloten met een poort. Het grootste deel van de grot is eigenlijk herontdekt, want de ondergrondse ruimte is een combinatie van een lood- en ijzermijn en een grot. De geschiedenis van de mijn is niet gekend, en het grootste deel van de mijn is wellicht niet toegankelijk, wegens ingestort.
De grot telt ruime galerijen en zalen, en vele vertakkingen, die veelal ébouleus zijn. We kennen dat, de -roche- is hier niet zo -fort- (sterk), maar overal ook hier duidelijke sporen van dislocatie van de kalksteen. Naast deze mooie ruimtes zijn ook de opvullingen zeer mooi te noemen. Een discrete balisage is in wording, zodat deze grot is beschermd naar de huidige maatstaven.
Een zeer mooie trip die je naar verluid ook zal kunnen maken op de speleologische dagen.

Zondag 26 juni: Tijdens de duikwerken van voor twee weken werd er ook een topo gerealiseerd van de sifons van de FAO/Muret. Na het uittekenen van de topo blijkt het verste punt zich nabij de Trou de l'Hotel (SC Les Fistuleuses) te bevinden. Dit wekt onze bijzondere aandacht, vooral om de mogelijkheden te bekijken om een passage te vinden voor de 'droge' speleo's, dus de sifons kort te sluiten. Wij kregen de toelating van de explorerende club om er te gaan rondsnuffelen.
Dit deel van de Trou de l'Hotel is nog niet uitgeëxploreerd, omdat het slechts sporadisch toegankelijk is via een voute moulante. Nu was er een 10-tal cm lucht (over een 10-tal meter lengte).
Een klein riviertje doorloopt de VM, en verderop splits het zich in twee. We bekijken her en der de mogelijkheden tussen de 1001 blokken (de grot is praktisch volledig gevormd in een blokkenstort), en besluiten  onze pijlen te richten op één bepaalde plaats. Geert geraakte er door een extreme étroiture en moeilijk terug wegens de schuurpapier-rotsen. Na het verwijderen van enkele blokken konden we dan beide passeren, en uiteindelijk halt op een diepe waterplas zonder vervolg. De tijd was ondertussen niet blijven stilstaan, en we verlaten de grot met het idee dat er zeker nog zal moeten verder gezocht worden in dit labyrint.
Terug in de bewoonde wereld staat Marc ons op te wachten in een zuiderse omgeving (het is plots zeer warm geworden). Veel dank aan SCF en volgende keer trachten we samen te gaan hé.
 G.
Exit Hotel

Mieten en tieten in de Parrain

Grote ruimtes

Landschapje


donderdag 16 juni 2011

'Operatie zak en fles'

In het verlengde pinksterweekend stond  opnieuw een duik in de Trou Muret op het programma, alsook èèn in de Gouffre aux Mortier. Resultaat : opnieuw werd een sifon gepasseerd, twee andere verkend, en 50m duiklijn geplaatst.
Hierna het verslag:

De volle auto bleek te klein om nog een passagier mee te nemen. Twee auto's dan maar. Zo begon de driedaagse met Pinksteren.

Vooraleer naar Rochefort af te zakken hebben Geert en Stijn 2 duiken gemaakt in Villers Deux Eglises. Een groeve geapprecieerd voor z'n weinig schuwe steurs.
's Avonds een gezellig samenzijn met de rest van de club te Villers Le Gambon, die hadden er een rondje Perte de Mazurettes op zitten. Het federale gebeuren in de groeve kende eerder een magere opkomst. Hetzelfde stond ons te wachten voor de portage van duikspullen de volgende dag in de Muret. Die avond werden er toch nog drie zieltjes gewonnen om een handje toe te steken als 'muilezel'.

Twee duikers brachten 10 zakken en 4 flessen aan. Die werden in minder dan één uur door 8 man tot aan het water gebracht en in 45 minuten terug. We dromen nu al van schrepere tijden, minder zakken, en hopelijk meer flessen.
Duikers Steven en Stijn werden alleen gelaten met hun 'toys' en de rest werd getracteerd op een FAO of een Nou-Maulin. Vooraleer het spelletje weer achterstevoren kon beginnen, werd de lijn beter verankerd onder water, spits geklopt voor de duiklijnen, topo gedaan van de nieuwe galerij, maar vooral een nieuwe S2 met een volgende zaal verkend, en een nieuwe S3 25m ver, tot voorbij een 'versmalling' geequipeerd.
In totaal werd opnieuw 50m lijn uitgerold met een gemiddelde diepte van 5m. Op het verste punt stijgt de gang. De topo geeft aan dat we in de buurt van de Trou de l'Hotel amont (SC Fistuleuses) zitten. Eén van de volgende gaan we nog eens voorbij de voute om het verste punt van die grot te bestuderen.

Op maandag zijn we de Mortier in getrokken. Kris bracht de kleinste gravende speleo ooit mee (z'n zoontje), en samen met Dirk hebben ze verder gegraven aan de nerver ending ventilatiebuis van de grot. Maar ooit...zal het lukken!
Tenopzichte van vorige keer was er meer water in de grot, en minder in de rivier. De perte is dan ook een zeer onvoorspelbare slokkop. Zo bleek de werkplek die normaal een verschijningspunt is, nu een perte te zijn geworden.
De laatste twee volle flessen moesten er ook aan geloven met als doel de S2 aan te vallen daar. Eerst werden de nodige verankeringen aangebracht voor de lijnen en werd de mogelijke shunt onderzocht: pal noord. Zaaltje met blokken, mogelijkheden. De S2 zal uitwijzen of het zin heeft om zoveel werk te verrichten, en die bleek moelijker, langer en smaller dan verwacht. Direct een shunt creëren lijkt minder interessant. Zo werd 5m ver onder water een versmalling bewerkt met de spithamer die nu wonderwel net passeerbaar is geworden. Nog eens 8m verder is een dalende laminior te smal om verder te komen. Gelukkig is de bodem daar los. Woelen is dus de boodschap bij de volgende.

Speciaal bedankt aan de 'muilezels' en hopelijk zijn ze er opnieuw rijkelijk bij met het volgende duikavontuur!
S.




Super sherpa


Sherpa na 'crash'

Recuperatie van sherpa


dinsdag 31 mei 2011

Hard labeur

Neen, deze week stond er geen sifonduiken op het programma, doch wel werkzaamheden die de duiktransporten zullen vereenvoudigen. Eenvoudig zal het echt niet worden, het is eerder 'minder moeilijk'. In de Nou Maulin tenslotte gingen we de broches uittesten en ook nog een schouw uitklimmen in het Rau du Fond.
Hierna het gedetailleerd verslag.

  
Broches plaatsen in de Muret
Zaterdag hebben we met een 4 man sterke ploeg (Marc, Steven, Geert en Stijn) de Muret onder handen genomen. We zijn 6 uur in de weer geweest om de grot duikklaar te maken. Versmallingen werden zo veel als mogelijk weggewerkt, ankers aangebracht voor stockage, een tyrolienne en voetsteunen gegraven waar nodig.

Dit alles is zeker geen overbodige luxe als we straks twee duikers en een vracht aan spullen tot aan het water willen krijgen. Bij deze al een warme oproep aan iedereen die eens een handje wil komen toesteken voor de kikvorsen.

We hadden er die dag duidelijk nog niet genoeg van en dus trokken we de G. du Thier des Falises in. Marc was gewapend met een schopje om een versmalling aan te vallen die door de crues veel te smal was geworden. Het gevoel om ergens doorheen te graven en overal maagdelijke klei te bespeuren is  hoe dan ook bijzonder. Dit was natuurlijk geen premiere. Steven werd getrakteerd op z'n eerste stalactieten en mieten. Ja, het waren niet bepaald de meest versierde grotten van België die we hem tot nog toe lieten zien. Ik stond eerder versteld van de volumes in die grot. Merkwaardig. Waar zit toch dat vervolg?
Ook de sifon sprak tot de verbeelding. Het lac stond zeer laag en het vertrek van een galerij kwam boven water piepen. Dit verdwijnpunt werd volgens Marc al enkele keren gedoken. We zullen de duikers van toen eerst eens uithoren.

Zondag zijn Geert en Stijn de nieuwe ankerpunten in de Nou-Maulin gaan testen. De eerste 'nieuwe' put komt uit boven de Benitier. Om daar te komen ga je aan de kabel links omhoog in een gang die je tot op het eind kruipt. Deze put is voor 1/3 vrijhangd en niet voor lomperiken. Je bevindt je namelijk in de buurt van enkele grauwe, maar toch mooie gordijnen.
Put 2 bevindt zich tegenover de 'oude' afdaling in de Gruyère 1.Het vertrek is heerlijk luchtig, maar halverwege is het extreem slijkerig, met alle gevolgen voor de touwen en de snelheid van afdalen.
Om af te sluiten hebben we een schouw beklommen boven de sifon van de Gruyère 2.
Opnieuw was er een duidelijk voelbare tocht om het koud van te krijgen, zeker als zekeraar. Als klimmer werd ik genekt door extreem slijkerige omstandigheden en een court-circuit met een tweede schouw en een rondgang met de hoge breuk van de sifon.
Geen interessant vervolg dus. Wel een hel van een uitdaging.
Alle miserie werd dan ook snel afgespoeld in de Lomme en het zonnetje buiten.
S.

maandag 23 mei 2011

Grotduiken in stroomversnelling

Voor de winter heb ik een eerste duik gemaakt in Gouffre aux Mortier.
Zie artikel http://sc-cascade.blogspot.com/2010/10/stress-en-ontspanning.html
De stijgende gang onder water, ongeveer 15m ver versmalt te veel om zich nog comfortabel te voelen. Aangezien dit een perte is met een goed voelbare stroming leek het mij geen slecht idee om daar eens wat te gaan woelen.

Een drie man sterke ploeg kon gisteren dan ook genieten van ideale omstandigheden. Een watertemperatuur met zuiderse tinten, heerlijk weer en een portage waar geen trappisten aan verbonden zijn ;-). 
Voor Steven was het een eerste kennismaking met de ondergelopen Belgische slijksifons. Deze leerrijke ervaring zal na enkele aanpassingen niet z'n laatste zijn geweest wist hij te vertellen.
Daarna trok Stijn met een harkje in de versmallingen. Een lengte van ongeveer 3m werd ruimer gegraven. De geringe diepte en de steeds stijgende gang deed vermoeden dat oppervlakte niet onmogelijk was... Voor ik het goed en wel besefte kwam m'n hoofd boven in een nieuwe gang waar de rivier vrolijk doorheen trekt!!

Bij de tweede ronde werd de lijn verder afgerold en stond een verkenning post-sifon op het programma. De sifon heeft een lengte van 23m en een diepte van 2m. Post-sifon wordt de hoofdrivier aangevuld met een beekje van rechts. Droge shunt? Flessen werden achter gelaten en een kleine desobstructie was halverwege nodig. In totaal schat ik de galerij 35m lang en ze zit in een duidelijke breuk die de dominante 60° richting aanhoudt. Einde op een nieuwe sifon van op het eerste zicht zelfde kaliber.

Het was een tijdje geleden maar Geert kwam plots met een fles Champagne voor de dag!
Genieten!
Wordt binnenkort ook vervolgd!
Stijn





Commentaar:
Juist één week na datum opnieuw een niet gedoken sifon passeren, het is niet aan iedereen gegeven. Dit is dan ook het  resultaat van jarenlange volharding in deze grotten, in combinatie met vele factoren waarvan kennis en ervaring de belangrijkste zijn. Het is een overweldigende beloning na zoveel werk!!! Echter ik heb het gevoel dat er ook veel werk is bij gekomen en dat het nu pas echt serieus wordt.
Geert


PS: Je kan de film in goede kwaliteit downloaden (57MB) via rapidshare.
https://rapidshare.com/files/41651790/blog20110522_0001.wmv
Bij: FREE USER
Klik: I WANT TO WAIT
Je moet wel de afteller afwachten.

Reacties

Vanaf nu heb ik ook de reacties aangezet, zodat U een berichtje kan posten.
Groeten,
Geert

donderdag 19 mei 2011

Mijnduiken

Maandag was Denee 3 aan de beurt. Deze groeve stond al een tijdje te blinken op de todo lijst.
Zie blog http://sc-cascade.blogspot.com/2010/08/cenotes-in-de-ardennen.html
Kurt melde zich aan als verkenner van de dag en Stijn als sherpa. 
Er werd snel een padje geschapen in een jungle van voornamelijk brandnetels. Een touw was nodig op het steilste stuk. Reste er enkel nog een degelijk anker te plaatsen voor de duiklijn. Er werd zowel links als rechts afgezakt naast een gevaarlijk plateau. Maximale diepte is 6m en het verste punt in de sifon moet ongeveer 15m zijn. Geen nieuwe topspot dus maar wel een leuk avontuur op een mooie plek.
 
 
Na de middag hebben we samen alle lijnen van de Warnant 2 afgezwommen. Er is momenteel geen troebel oppervlak maar wel veel mist op diepte. Naar ons gevoel een topgroeve.

Benieuwd hoe het beheer van de weinige speleoduiksites verder zal verlopen. Het hek staat er maar het slot ontbreekt...nog?

S.