Het was al lang geleden dat ik op 6 december nog eens zo vroeg ben opgestaan. Deze keer niet van ongeduld of nieuwsgierigheid, maar wel omdat er besloten was om al aan de grotingang af te spreken terwijl de pieten nog hun laatste uren waren aan het kloppen. Geen cadeau, dus.
Voor Kenneth en mijzelf (Maxim) was het de eerste keer dat we een bezoek zouden brengen aan de Bure. Spannend, want het belooft een weekend met resultaat te worden. Met nog wat slaperige ogen – maar wel met een volle maag – beginnen we onze afdaling tot aan de sifon die we eerst vakkundig horen leeg te pompen vooraleer we een passage kunnen maken. Opgepompt van enthousiasme omdat dit wel eens onze eerste première zou kunnen betekenen, besluiten we om tijdens het twee uur lange wachten toch nog eens op verkenning te gaan. En met resultaat. Op nog geen vijf meter van het begin van de sifon vinden we een dichtgeslibde gang waar we heel hoopvol over zijn. Stijn daarentegen heeft het feest moeten missen, want die lag te snurken bij de pomp. Hoe dan ook: op dag twee ging Stijn ook eens kijken en ook hij was even euforisch als wij. Hoe kan het ook anders? Wanneer we tijdens ons volgend bezoek weer twee uur moeten zitten schimmelen kunnen we tenminste graven in een nieuwe, hoopvolle, gang.
Het gebrom dat we horen wanneer we lustig in onze nieuwe gang aan het graven zijn komt niet van een slapende beer, maar wel van de waterpomp die z’n dienst bewezen heeft. Tijd om de doorsteek te maken. ’t Is eens iets anders om droog door een sifon te kruipen, maar de grijns die op ons gezicht stond omdat we droog gebleven waren stond niet lang op ons gezicht. Nog geen minuut later zouden we het ondergronds meer (heb je ’t al anders geweten in een grot?) mogen doorsteken. Deze natte passage heeft trouwens de passende naam “Passage de Balzac” gekregen, net omdat je met uiterste precieze nat wordt tot aan je … Balzac.
Terwijl ik naar boven klim in een helling van slijk bedenk ik dat na Sinterklaas de Kerstman komt, waarop ik aan koud winterweer en kerstballen denk. Een warm wintergevoel zou wel op z’n plaats zijn. En dat krijgen we enigszins ook, want eens we helemaal naar boven geklommen zijn komen we in de prachtige recent ontdekte galerij. Wondermooi. Toch maakt de pracht snel ruimte voor het verzetten van wat werk. We bekijken de mogelijkheid om een reeds gevonden potentiele doorgang uit te graven, maar als snel stoten we letterlijk op hard gesteente. Jammer, want hier houdt onze dag voorlopig op.
7 december, weer vroeg uit de veren om te vertrekken. Eerst wat discussiëren over wie wat zal doen want er zitten intussen een paar zieken tussen. Het was dan ook sinds gisterennacht buiten aan het druipen, maar voor zo ver ik weet heeft de Passage de Balzac daar weinig mee te maken. Stijn, Geert en ik besluiten om verder te gaan werken in de Bure. Samen dalen we weer af om vast te stellen dat de sifon nog steeds goed leeg staat. Perfect. Vanaf de Passage de Balzac beginnen Stijn en Geert met topograferen tot op het tot nu toe verst door ons bekende terrein. Ikzelf besluit om terwijl zij topograferen ineens verder door te trekken om wat voorbereidend werk te doen aan de nieuwe werkplek. Niet veel later ben ik klaar, wanneer Stijn en Geert perfect getimed toekomen om mij verder te helpen. We zetten een 6-tal picures en krijgen zo zicht op een nieuwe passage. De magerste van de groep (ikzelf) probeert om af te dalen in de pas gemaakte gang, maar zelfs ik blijk niet mager genoeg te zijn om een doortocht te kunnen maken. Op het einde van de werkdag vinden we dus een zeer hoopvolle gang, waar zeker iets achter verstopt zit. Helaas moeten we terug naar boven trekken, want er is toch nog te veel werk aan de winkel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten