donderdag 31 augustus 2017

Champagne-Ardenne / Lorraine ?

Niet gemakkelijk om deze grensstreek te benoemen. Departementen Meuse, Marne, Haut-Marne.
Op de grens dus van de Champagne-Ardenne en Lorraine zijn we deze zomer weer neergestreken.
Hieronder een klein overzicht van de belangrijkste activiteiten, voornamelijk onderwaterexploraties in deze boeiende omgeving, maar ook enkele reguliere grotduiken.
funduik (foto JT)
Aan de Artouze in Rupt-aux-Nonains werd de ingang in enkele sessies verder vrijgemaakt. De bron die s ’zomers niet actief is blijft aan de troebele kant na het wroeten. Maar toch, de passage die onze voorgangers beschreven hebben als smal en chaotisch werd teruggevonden. Het viel ons meteen op dat die gang helemaal niet natuurlijk is. Hij is een vrij rechthoekige, met opeengestapelde blokken tot aan de vaste rots.  Het vertrek in de natuurlijke bron zou te smal zijn, maar ene Michel Pauwels zou een alternatief gevonden hebben dat wel passeert. Bij laag water is de artificiële tunnel voorzien van een beetje lucht en kan je de linke boel aanschouwen waar je doorheen moet. Olifanten blijven hier beter weg.
Duiker in Artouze
De zusterbron, die iets hoger gelegen is geeft merkwaardig genoeg het hele jaar door water. De Moulin is een kleine watergrot die na enkele tientallen meter eindigt op een laminoir waar het gros van alle water uit komt. Er werd gegraven. Met hulp van het water en daarna ook van Julien zijn we toch een aantal meter kunnen opschuiven in deze pseudo sifon. Een pletwals van 25cm met enkele centimeter lucht. Helaas doet de natuur er na 5m er nog eens 10cm van af en is het gedaan met wringen voor ons.
Moulin
Eén dorp verder stroomop wordt de Saulx voorzien van ongeveer de helft van z’n water.
In de meander van Lavincourt zijn dan ook tal van bronnen. Eén daarvan is voorzien van een prachtig gewelfde tunnel tot aan de vaste rots, en geeft ook in de zomer een flink pak water.
Op het eerste zicht zag het er allemaal uit  zoals in de boekjes, maar eens onder water merk je dat de spleten van het type ‘impenetrable’ zijn. Helaas, maar wel een prachtige wandelomgeving.
Tunnel de L
Er werd ook gezwommen. Zo ben ik in de Sichatel tot 440m ver geweest. Na 350m kom je in het actief. Mijn bedoeling was om een stuk stroomaf te verkennen, maar na een 15-tal meter werd het mij te claustrofobisch. De gang wordt niet alleen laag, maar ook smal. M’n zicht verdween, en ik kon niet direct draaien…vooruit of achteruit nu? Met wat ik gezien had leek het me gemakkelijker om een stukje vooruit te wringen en dan te draaien. Kalm blijven, rustig, en oef. Gedraaid, en nu tegen de stroom en opnieuw zicht. We zijn weer vertrokken! Stroomop van aan de ‘branche morte’ heeft de gang een diameter van gemiddeld 3m en is het zicht oneindig. Echt genieten! Ook nog waarnemingen van het onderwaterleven doorgegeven aan een bioloog die er een studie over maakt.
Wringen in Sichatel (foto JMG)
Tijdens één van de roadtrips zijn we voorbij de overloop van de Rupt du Puits gepasseerd, en wat bleek: helder water. Wat meestal een bruine beek uitbraakt wordt in de zomer non-actief en alles kan daardoor bezinken en limpide worden. Het leek me dan ook een unieke kans om deze legendarische plek  zelf te ervaren. Het grotduiken heeft hier in de beginjaren z’n eerste wereldrecords gekend met eerst de langste ondergelopen passage van de wereld en daarna nog eens de langste post sifon ter wereld. De sifon heeft in de ingang enkele onstabiele rolkeien, maar is verder voorzien van een elektrische draad als volglijn, en in de eerste sifon is er geen sprake van spooklijnen, en is dus best aangenaam bevonden.
Ingang RDP
Op uitnodiging zijn ook de ondergondse riviertjes in de buurt van Mussey de revue gepasseerd. Een hardnekkig blok zou de doordang versperren in de Puits du Chateau, en er werd mij gevraagd eens te gaan zien. Dat zien was een eerste probleem. Het zicht klaarde maar heel traag op. Tweede probleem was dat de ingang opnieuw versperd was in het venster naar de ondergrondse rivier. Na het lichten van een blok, kon ik nog maar net m’n benen in de grot steken. Te smal dus. 
PDC (foto JT)
Een tweede riviertje daar, eveneens een overloop of een venster op een ondergrondse loop de ‘Echavets’ genaamd, eindigt na een kleine 100m op een sifon. Julien werd gelanceerd in de heldere sifon die op zijn maat gemaakt lijkt. Hij heeft nu tot 35m ver verkend in deze laminoir , met einde op niets. 
Duiker in Echavets (foto JT)
Heet van de naald: in Belgie zijn we achteraan in de Tahaux het vervolg gaan inspecteren. Na wat meppen en wrikken werd de versmalling overwonnen. Daarachter zitten we onder een vast plafond met 3m verder in deze lage ruimte twee mogelijkheden: één naar de rivier onder de blokken en een ander in een smalle schouw waar misschien een niveau in zit. Voorlopig dus geen cadeau’s.