donderdag 18 maart 2021

Helder en warm

We kunnen stilletjesaan al iets vertellen over de bronnen ’20’ en ‘21’ (AKWA nummering) van het Systeem Croisiers.

Topo op google earth

Het gaat om twee bronnen van eenzelfde ondergrondse rivier. Bij de aanleg van de spoorweg zijn de toegangen tot de bronnen van Croisiers voorzien van artificiële tunnels. De eerste verkenningen zijn al duikend gebeurd, door onder meer Funcken, Petit, Pauwels en Hecq. In het najaar van 2020 waren wij dan ook blij verrast dat we de hoofdbron gewoon konden binnenzwemmen zonder perslucht! Veel overschot is er niet (VM), maar dit betekent dat er toch iets veranderd is aan de site.

Nog iets nieuws zijn de vele sporen van beveractiviteit. Er zijn tientallen oude nesten van deze zoogdieren in de eerste grote zaal. We hebben dan ook de opportuniteit genomen om deze zaal de Salle des Castors te dopen. Bevers zijn één van grootste knaagdieren van onze contreien. We weten dat ze herbivoor zijn, en een penetrante geur verspreiden, maar we kunnen niet goed inschatten hoe ze zullen reageren op een zwemmer/duiker in een smalle, troebele tunnel. Om deze situatie te vermijden hebben we ervoor gekozen om een gaas voor de ingang te plaatsen, met een éénrichtingspoort. Na de wintercrues hebben we de grot leeg aangetroffen, en was ook de geur van bevergeil verdwenen. Het is onze bedoeling om de grot voor het eerst volledig te (her)topograferen.

Bij onze winterse zwemsessies werd duidelijk hoe warm de Croisiers bron eigenlijk wel is. Het contrast met de Vesdre, gevoed door smeltwater, is groot en een bron van 14°C waar rook uit opstijgt ontgaat niemand. Warm water dat op de koop toe ook nog eens helder is! Wat wil een duiker nog meer. Miss een parking voor de ingang? De portage is een pijnpunt. Wij verkiezen nu om te parkeren langs de N61, de steile wand af te dalen naar de oever van de Vesdre, daarna de Vesdre over te steken en zo in de richting van de Croisiers te wandelen.

Naderingstocht

De lage waterstand aan de ingang heeft zo z’n voordelen, maar al snel werd duidelijk dat de portage van duikspullen tot aan de S3 (de S2 kan geshunt worden) niet van de poes is. Om ‘gemakkelijk’ tot achteraan te geraken zijn er enkele aanpassingen gebeurd.

Zo voorzien we de ingangen telkens wanneer we gaan duiken met barrages die de rivier ophouden. We slagen erin om de rivier een 20tal cm te laten stijgen, net voldoende om vlotter de Salle des Castors te bereiken. In deze zaal is het volgende obstakel een blokkenstort waar de uitrusting één voor één overgedragen dient te worden en daarmee is het nog niet gedaan. De S2 heeft een lage shunt, waar een sleetje dienst doet om de lasten voort te trekken. Onnodig om te zeggen dat de S3 daarna voor een aangename verfrissing zorgt. Het vervolg tot in de S6 is aquatisch en bijgevolg minder zwaar.

Nabij de Croisiers ingangen

De topo werd opgenomen verspreidt over twee dagen. Een volgende ronde werd er tijd genomen om filmbeelden te maken en waterstalen te nemen van de verschillende bronnen achterin de grot, maar ook om enkele vraagtekens te bekijken. Zo is er achteraan in de S6 minder debiet en dus vrij snel een slechte zichtbaarheid, bij het equiperen van de duiklijn is er dan ook vaak onvoldoende tijd om een mogelijk vervolg te vinden. 

Na Jacques Petit was het mijn beurt om het eindpunt te beoordelen. Bij het herequiperen van de volledige grot was ook mijn indruk dat er geen evident vervolg is. Maar bij een tweede bezoek had ik net tijd genoeg om te zien dat er een passage moet uitgegraven worden waarachter het ruimer wordt en er hoogstwaarschijnlijk oppervlakte volgt!

Een ander vraagteken bevindt zich in de Salle IC (Inter City), een verwijzing naar de voorbijrazende treinen die je hier en daar in de grot kan horen. In deze zaal zijn er verschillende schouwen en aan één van die schouwen lijkt een gang te vertrekken. Om daar te komen dient een 5m hoge kleiwand beklommen te worden. Gewapend met piketten en een schop zijn we veilig boven geraakt. Het vertrek is zeer geconcretionneerd, en helaas al na enkele meter te laag. Er zou heel wat moois moeten sneuvelen om meer te weten te komen over het vervolg, het lijkt ons onnodig dit te doen, maar er is wel een touw achter gelaten aan een natuurlijk ankerpunt. Samen met het vertrek in de S6 is dit een kanshebber om de Croisiers te verbinden met de Surdents en de Bellevaux grotten.

In de eerste zaal tenslotte, de Salle des Castors, zijn er verschillende rondgangen  te vinden tussen de blokken en ook een S2 die nooit gedoken is. Het leek ons een leuke, en misschien ook nuttige uitdaging om de lastige S2 shunt al duikend te vermijden. Volgens de topo kwamen we aan een kleine 60m die we in vogelvlucht moeten verkennen.  Bij de aanvang van de duik was er al direct twijfel aan een lage knik in de blubber, gelukkig is het daarna snel ruimer en is er oppervlak na 10m. In veiligheid zou een mens dan denken, maar niets is minder waar want de lucht is niet adembaar, een griezelige ervaring. Dan 20m verder, opnieuw onder water, en enkele mooie passages, en opnieuw oppervlak. Nog eens 10m verder opnieuw sifon, die na 5m laag wordt. Gepraamd tussen plafond en blubber beslis ik terug te keren, want veel ruimer lijkt het verder niet te worden. 

Achteraf, op de topo, blijkt dat de richting die we uitgaan, niet de kortste weg is naar de S3. Hebben we ergens een fout gemaakt?, of is de S2 langer dan verwacht? De toekomst zal het uitwijzen.

S.