zondag 14 mei 2017

Speurtocht naar een vergeten grot

Misschien eerst nog eens kort de situatie weergeven:
Voorbij de sifons van de Wuinant wordt in 1984 een galerij ‘à la façon Crotot’ ontdekt.
Verschillende artikels spreken tot de verbeelding en nodigen ons uit om een kijkje te gaan nemen op het terrein. We raken in de ban, maar we merken ook  dat er ‘problemen’ zijn met de bestaande Wuinant-topo. Het doet ons dromen van een nieuwe ingang waarbij we niet moeten duiken, maar blijkbaar zijn wij niet de enigen, want gaandeweg merken we dat ook speleo Limburg en GRSC er actief zijn of waren.
In 2015/2016 zijn er enkele resultaten geboekt in de twee voornaamste pertes die mogelijks voor een nieuwe ingang kunnen zorgen. In de Chantoir du Gué de St-Hadelin (verder Hadelin genoemd) zijn er enkele nieuwe meters gevonden (speleo-NL / Cascade), terwijl de Perte latéral de la Neuville (verder Neuville genoemd) opnieuw is vrijgemaakt (GRSC / Cascade). Die laatste bleek weinig aangenaam, tenzij je van versmallingen en slijk houdt. 
De orientatie van de bestaande topo van de Wuinant is niet evident, en dat  heeft ons ertoe aangezet om een exploratie post sifon te doen, met de bedoeling de positie van de ondergrondse Magne te bepalen (de rivier die de Wuinant doorkruist). Op die manier hopen we gerichter te kunnen werken in de pertes. We maken gebruik van het ARCANA baken en van ARVA sneeuwbiepers. We plannen ook het hertopograferen van het einddeel van de Wuinant, een waterkleuring en mogelijk een auditief contact.
Gemakkelijk gezegd, iets ingewikkelder in uitvoering zo bleek…
Hieronder enkele pijnpunten: hoe transporteer je elektronica doorheen een sifon? Wat is de staat van de lijnen in een sifon die misschien maar een 10 tal duikers heeft gezien? Ruim 1km post sifon doe je best niet solo; buddy’s zijn eerder schaars. Wie kan helpen met het transport, takelen en bij de metingen?
Het leek ons niet onverstandig om dergelijk project ruim op voorhand op de kalender te zetten. Maar wat bleek, er was een dubbele boeking met een activiteit in het Fort van Barchon. Zo hadden we enkele dagen voor het bewuste weekend nog steeds niet voldoende volk.
Gelukkig kwam alles net op tijd op z’n pootjes terecht met dank aan heel veel verschillende spelers. Bijgevolg was het niet gemakkelijk om overzicht te bewaren en een scenario uit te schrijven.
De eerste dag zag er als volgt uit: duikspullen voor twee duikers afzakken in de Wuinant. Eén duiker (Stijn) doet een verkenning van de sifons waarbij alle oude lijnen vervangen worden door één nieuwe. In beide sifons hingen er minimum 4 lijnen. Orde op zaken bleek alvast een goeie start, want het zicht onder water is niet meer dan 20cm na de eerste passage. Ook het parcours tussen S1 en S2 kon worden ingeschat. Geruchten van weinig zuurstof, veel slijk en dan enkele obstakels werden ingelost. Een hele beproeving!
Dag twee, de eigenlijke meting: Geert start omstreeks 8u20 de afdaling in de Hadelin grot, kleurt de actieve stroom en plaatst een ARVA in de buurt van de sifon. Daarna worden ook nog de posities van de Hadelin en Neuville grotten ge-GPS’d en er wordt een oppervlaktetopo opgenomen tussen de Hadelin en de Neuville. Tegen 11u ligt er ook een ARVA in de Neuville en wordt er een topo gemaakt van de Neuville.
 Omstreeks 9u starten Kurt en Stijn met de afdaling van de Wuinant. Tegen 11u20, 20’ te laat, staan ze op de afgesproken plaats waar ze de Arcana-zender planten. Ondertussen werden de twee pertes dus al voorzien van een Arva (zender). Ook de duikers hebben een Arva (ontvanger), en gaan op zoek naar het signaal. Op twee plaatsen werd een signaal opgevangen.
De verschillende waterpartijen werden ook uitvoerig onderzocht, want de rivier van de Hadelin werd gekleurd. Ondergronds was deze meting helaas negatief. Eén van de affluentes heeft wel voor een verrassing gezorgd. Het gaat om een 10m lange VM met ongeveer 15cm lucht. Nog eens 10m verder stond Stijn plots in een gigantische diaklaze van wel 15m hoog en 2,5m breed. De bodem voorzien van diepblauw water. Een nieuwe? ruime sifon die, naast nog enkele kleinere in de omgeving, de duikers in vervoering bracht. (later blijkt dat deze plaatst al eerder is onderzocht door speleo-NL). Ondertussen was de tijd gekomen om alles terug in te pakken in een drybag van eigen ontwerp. 
Tussen 11u en 12u30, de tijd dat de Arcana zender werkt, werd aan het oppervlak een ruime omgeving afgespeurd naar het ARCANA signaal dat vanuit de Wuinant wordt uitgezonden, echter zonder resultaat.
Tegen 14u30 staan de duikers terug onderaan de putten waar het initieel heel erg stil was. Niet veel later snelde de een na de ander naar beneden om hen te helpen. Voor de duikers een heerlijk gevoel om te zien hoe de organisatie van de portage volledig werd overgenomen en het materieel met de  vlotheid van een geoliede machine naar boven ging. 
Met de Arva metingen en enkele schetsen zijn we nu aan het knutselen geslagen. Zeker is, dat bestaande topo, op z'n minst, niet juist is gepositioneerd. Een hele opgave om dit alles met relatief weinig gegevens recht te trekken. Het ARCANA signaal niet werd gevonden omdat de plaats van de zender buiten de zoekzone viel. Enkele vragen werden opgelost, maar we hebben er weer andere bij. De Wuinant post-sifon blijft ‘voorlopig’ enkel het terrein van de duikers, maar voor hoe lang nog…?
 Al bij al een zeer geslaagde tocht in een pracht van een grot (zeggen de duikers). 
Met dank aan de helpende leden van Cascade, SC33 en GRSC.


zondag 7 mei 2017

FSS

Een gemotiveerde ploeg, mooi weer en alle materiaal om elk obstakel uit de weg te ruimen: de kaarten lagen zaterdag goed voor een dagje exploratie in de Grotte de la Fosse Sinsin. De deelnemers waren Myriam, Kris en diens zoon Ewout: alle drie vastbesloten om er stevig in te vliegen. Wegens onze andere werven was het al enige tijd geleden dat we de grot nog bezochten en dat was er aan te zien. Het bospaadje naar de grot staat vol ontkiemende boompjes en de grot zelf is intussen gekoloniseerd door honderden muggen en door een dier dat drollen in de ingangszone achterlaat. Ook de droge winter heeft zijn invloed gehad. Nergens was er nog een spatje modder, een hangende waterdruppel of een vettige slijkplek te bekennen. De volledige grot is nu droog en stoffig en dat verhoogde zaterdag sterk het comfort op de werkplek.

Een doorbraak was er niet te verwachten, maar toch vielen we met goede moed de spleet aan die ons nu al velen maanden bezig houdt. Ditmaal trok de grot de lucht aan, waardoor alle stof van onze verbredingswerken meteen werd weggezogen. Hierdoor konden we vrijwel continu doorwerken. Tien breeksessies werden besteed om de taps toelopende gang uit te werken tot een mijngang met een rechthoekig profiel. Wie na ons komt, kan nu verder werken in aangename en comfortabele omstandigheden. Bij de laatste twee breeksessies vielen we de eigenlijke spleet aan. En met succes. Grote stukken van de wand lieten los en enkele blokken die nog weerstand boden werden met de koevoet en de beitel op andere gedachten gebracht.

Hierdoor konden we opnieuw dieper in de spleet kijken en dat ziet er niet slecht uit. In de bodem van de mijngang is nu een spleet van zes centimeter breed en een meter diep zichtbaar. Anderhalve meter verder komt op de spleet een dwarsbreuk uit en wordt het wat breder. Op die plaats lijkt de bodem van de spleet ook over te gaan in een dalende helling. Het lukte ons om er een steen in te gooien en die rolde enkele meters verder. Wellicht zijn er nog drie werkdagen nodig om een beter zicht te krijgen op deze plek, maar dit kan weer perspectieven bieden. In plaats van een eindeloze werf is de Sinsin plots weer een best interessante werkplaats geworden, zeker als je rekening houdt met de hevige tocht die doorheen de grot waait.

Mens en machine gaven zaterdag het beste van zichzelf. Vermoeidheid voelden we niet en ook de batterijen bleven maar volts en ampères spuwen. Groot was dan ook onze verbazing toen het al 18.40 uur bleek wanneer we na zeven ondergrondse uren uit de grot waren. Dat was veertig minuten later dan met de thuisblijvers afgesproken. Doodongerust hadden die al een lokale speleoloog gevraagd om eens te gaan kijken. Oeps... De volgende keer misschien toch maar een uurwerk meenemen...

Kris