woensdag 19 februari 2025

Exploratie Chaland in de Haute-Saône

 Expeditieverslag: Exploratie Chaland in de Haute-Saône (12-16 februari)

Intro

Tijdens een Rigotte-Vannon-expeditie in de zomer van 2024 vroeg Damien Grandcolas (SC Vesoul), een lokale speleoloog uit de Haute-Saône, om de siphons avals van de Chaland te herbekijken. De Chaland is met 10.200 meter het grootste grotsysteem van de Haute-Saône. Deze sifons werden 25 jaar geleden geëxploreerd door Jean-Marc Lebel (†) en eindigden op een ondoordringbare étroiture.

Met een auto vol duikmateriaal en een flinke dosis enthousiasme arriveren Randy en ik woensdagavond in het basecamp bij Jos Beyens (SC Avalon) in Poinson-lès-Fayl. De sfeer zit er meteen goed in. Met een drankje in de hand nemen we de topografie van de Chaland nog eens zorgvuldig door.


Topo Chaland (publicatie met toestemming van de auteur)

Je kan een uitgebreid artikel over de Chaland terugvinden in Speleo magazine nr. 125: http://www.speleomag.com/2024/03/speleo-magazine-125/

Donderdag – Portage duikmateriaal

Om 9 uur verzamelen we bij de ingang van de Chaland. We ontmoeten Damien (SC Vesoul) en zijn collega-speleologen Pépé en Jean-Marc (SC Spiteurs Fous). Een sterke ploeg om deze ondergrondse uitdaging aan te gaan.

De afdaling begint in de Gouffre des Petit Chailles (P21), waarna we via een mooie affluent al snel in de imposante collecteur terechtkomen. Het is een indrukwekkend aquatisch systeem. Na 45 minuten waden door de ondergrondse rivier bereiken we de eerste grote splitsing: links het semi-fossiele gedeelte richting Bar Tabac, rechts het vervolg van de collecteur die via ‘La Rivière Furieuse’ verder leidt naar de sifons.

Foto Seppe Meyvis: Damien in la Rivière Furieuse

Ons doel ligt dus verder stroomafwaarts, bij de siphons avals. De eerste sifon (S1) kunnen we passeren via de shunt Taquin. Vervolgens komen we in ‘La Rivière Furieuse’, een krachtige ondergrondse rivier met een stevig debiet. We beseffen al snel dat duiken vandaag geen optie is.

Onze tocht neemt een onverwachte wending wanneer Jean-Marc in een kleine cascade ten val komt. Gelukkig kan hij op eigen kracht verder, maar hij besluit voorzichtig terug te keren. We droppen onze vijf kitzakken met duikmateriaal bij de sifon (S2). Randy en ik zwemmen nog een stukje stroomafwaarts om de effectieve ingang van de sifon te inspecteren. Tot onze verbazing is de duiklijn van Jean-Marc Lebel, die hier 25 jaar geleden werd geïnstalleerd, nog intact. Of deze lijn nog in goede staat is tot aan de étroiture bij sifon 5, zal de toekomst moeten uitwijzen. Hoe dan ook zal er een nieuwe duiklijn geplaatst moeten worden.

Foto Seppe Meyvis: Randy in de S2 aval

Na maanden van voorbereiding en het bestuderen van de topografie had ik gehoopt te kunnen duiken. Helaas beslist ‘La Rivière Furieuse’ daar anders over. Op de terugweg verkennen Jos, Randy en ik nog een stuk voorbij Bar Tabac – een prachtig reséau. 

We sluiten de dag af bij Damien thuis, waar we hartelijk worden ontvangen door zijn vrouw Véronique. We genieten van een heerlijke kom verse soep.

Vrijdag – Alternatief plan: graven in Grotte de la perte du Moulin

De weersvoorspellingen voor de komende dagen zien er beter uit, maar zo’n complex hydrologisch systeem heeft tijd nodig om tot rust te komen, zeker met een verzadigde bodem. Daarom benutten we de dag anders: we gaan graven aan de Grotte de la perte du Moulin, een oude perte in de linkse oever van de Rigotte. Jos schrijft hierover een apart expé-verslag.

Zaterdag – Recuperatie duikmateriaal en tocht richting Laminoir de la Bouserouille

Om 10 uur verzamelen we opnieuw bij de ingang van de Chaland. Ditmaal sluiten speleologen Véronique en Jean-Philippe (SC Vesoul) aan. We ontmoeten ook een groepje jonge speleologen, die vandaag de Chaland zullen bezoeken. Een van hen kwam in juli 2024 vast te zitten in Bar Tabac na een plotselinge hevige crue van de collecteur. Damien was toen verantwoordelijk voor de secours.

Foto Seppe Meyvis: Véronique en Jos tijdens klaarmaken


Foto Seppe Meyvis: equipperen van de Gouffre des petites Chailles

De voorbereidingen die dag zijn minder prettig: onze modderige speleopakken en schoenen zijn bevroren. De rijke speleologen van Avalon, die zich een tweede pak kunnen veroorloven, hebben hier minder last van. :-)

Met het traject van donderdag nog vers in het geheugen, vorderen we vlot en halen we het duikmateriaal op bij de sifon. Het is voor iedereen duidelijk dat nu duiken een kamikaze-operatie zou zijn. Niet voor vandaag dus.

Foto Seppe Meyvis: Véronique en Jos in de collecteur

Randy en ik willen nog wat extra actie. Voorzien van voldoende eten, drinken en een goede point chaud wagen we ons aan een tocht naar het ‘Laminoir de la Bouserouille’. 

Onderweg passeren we de Galerie des Chailles, Sahel-eau, de betoverend mooie Galerie Féérique, Les Dunes, Galerie des Conifères en tot slot het beruchte laminoir. De grot wordt alleen maar mooier naarmate we verder gaan. De galerijen zijn ruim en indrukwekkend, met hoge chemineés. Helaas kunnen we de immense schoonheid met onze beperkte belichting en slechts een GoPro’tje moeilijk vastleggen.

Foto Seppe Meyvis: Galerie des Conifères

Tijdens deze tocht moet ik denken aan Damien. Hij heeft hier jaren geleden, na het in apneu (!) passeren van een sifon van -3 meter diep en 10 meter lang, dit indrukwekkende reseau kunnen exploreren. Dat moet absoluut waanzinnig geweest zijn! Pas later werd de artifciële put Gouffre des Petit Chailles gegraven, die nu toegang biedt tot het systeem zonder de sifons te hoeven duiken.

Foto Seppe Meyvis: Randy in Galerie Féérique

Jos had ons gewaarschuwd voor de verraderlijke kleihellingen, en hij had gelijk: ze zijn spekglad. Een moment van onoplettendheid kan je duur komen te staan. De volgende keer neem ik misschien een piolet mee voor extra grip.

Bij het laminoir gaat Randy als eerste door de nauwe doorgang en passeert succesvol. Hij is inmiddels een ‘specialist d’étroitures’! Ik volg, maar besluit na de eerste helft om te keren, het passeert wel als ik goed uitadem. Maar we naderen ook onze vooropgestelde tijdslimiet, want we moeten om 19 uur bij Damien zijn voor een afscheidsdiner. De terugtocht belooft nog pittig te worden. Het pad bestaat grotendeels uit een brede goot gevuld met 20 tot 50 cm slijkwater. Alsof we de hele tocht aan het dansen zijn, zo glibberig is het! We gaan meermaals onderuit.

Foto Seppe Meyvis: Randy in het Laminoir de la Bouserouille

Op de terugweg, niet ver van de ingang, komen we nog een ander groepje jonge speleologen tegen. ‘Vous êtes les plongeurs belges?’ Randy neemt het woord en schittert als een ware internationale ster!

Ik ben diep onder de indruk van deze grot en weet nu al dat ik vaker terug ga komen om het systeem verder uit te kammen. Achter het laminoir ligt nog de mysterieuze Galerie des Mikados, die nog spectaculairder schijnt te zijn. Ook de stroomopwaarts gelegen Grotte du Deujeau zou de moeite waard zijn. Een aparte tocht, zonder de last van de portage van de duikspullen, lijkt een goed plan voor de toekomst.

We sluiten de dag af met een gezellig diner bij Damien. Damien en Véronique trakteren op pizza’s en mijn vriendin en ik hadden nog twee schotels pasta al forno met gehaktballetjes gemaakt. De andere Véronique trakteert ons nog op een overheerlijke appeltaart als dessert. We maken alvast plannen voor een volgende expeditie, hopelijk in een periode met minder water, vlak na de zomer. 

Zondagochtend – Afscheid

Randy en ik nemen afscheid van Jos en verlaten het basecamp. Hoewel we geen duikresultaten hebben geboekt, was deze expeditie toch fantastisch. De kennismaking met de Chaland was intens, uitdagend en inspirerend. 

To be continued!

Seppe


woensdag 29 januari 2025

Frankrijk, een zondag in januari...

Op 19 januari trokken Stijn en ik (Seppe) naar de Perte des Mazurettes (hierna PDM) in Signy d’Abbaye, net over de grens in Frankrijk. Het doel was te werken aan een mogelijke verbinding tussen de Petit Gouffre des Mazurettes (hierna PGDM) en het Réseau Ensemble van de PDM. Om zo, na vele jaren, het systeem opnieuw toegankelijk te maken. Zoals ook beschreven in het vorige verslag. Voor mij was dit een eerste kennismaking met zowel de streek als het systeem.

Topografeerwerk aan de oppervlakte

We begonnen de dag met topografeerwerk aan de oppervlakte. Het doel is de positie van een blaasgat in de PGDM te kunnen bepalen ten opzichte van de PDM. Vanuit de ingang van de PDM werkten we richting een graafproject van Cascade in een nabijgelegen doline, met als eindpunt van de toposessie de PGDM. 

Portage

Met vier kitzakken desobmateriaal daalden we af en topografeerden we het grotje. De overgang van de vrieskou buiten naar de warme temperatuur binnen in de grot deed deugd, het moest niet veel langer duren. Onderaan de ingangsput (P6) verzamelden we wat afval dat we later mee naar buiten namen. Het blijft ons verbazen hoe sommige mensen dolines verwarren met een containerpark.

PDGM ingang

Onderaan P6

Topo

Desobstructie blaasgat Petit Gouffre des Mazurettes

Op het diepste punt van de grot zit er een blaasgat, een smalle spleet van 15x50cm, waar duidelijk tocht uitkomt. Verderop, in een klein zaaltje met een mooie schouw, merkten we een tweede blaasgat op, met vergelijkbare afmetingen. Aanvankelijk hadden we niet door dat hier ook tocht uit kwam.

Diaclase boven R2

Desob

We begonnen met het verbreden van de spleet. De kalksteen in onze chantier is van een sedimentair karakter, beige en grijs van kleur, en voelt broos aan – bijna als chape, maar toch wat sterker. De constante luchttoevoer uit het tweede blaasgat garandeerde een veilige werkomgeving. Toch bleven we voorzichtig en maten we regelmatig de luchtkwaliteit met onze multigasmeter, waarvan het vrouwelijke stemmetje inmiddels als een vaste exploratiepartner aanvoelt, wat zouden we doen zonder haar? We maakten 1,8 tot 2 meter progressie, al werd het werk steeds moeilijker door de smalle tunnel. Na enkele uren besloten we dat het mooi geweest is en stoppen we ermee, we hebben nog een tweede objectief die dag.

Inspectie van het zinkgat in de Perte des Mazurettes

Het toegangsluik onderin het zinkgat beneden in de PDM (zie vorige verslag) zou geopend moeten worden om de opgehoopte modderlaag natuurlijk te laten wegspoelen. We daalden af in de mooie ruimte put van de PDM. Onze ‘landing’ onderaan de put veroorzaakte een kleine aardverschuiving; een aantal kubieke meters slijk en stenen zakten aan een relatief snel tempo verder naar beneden, wat zowel fascinerend als intimiderend was.

Na enige twijfel besloot ik de modderlaag boven het luik te betreden, hoewel ik geen neopreen droeg en het al behoorlijk koud had. Stijn equipeerde een speleotouw boven het luik, zodat een exit-scenario uit het drijfzand verzekerd werd. Ik waagde me naar het luik en rijk met mijn arm naar beneden in de modder, maar kan het luik niet voelen, mijn arm zit tot aan mijn nek in het slijk, dat is meer dan een meter! Dit was gekkenwerk. Ik rukte mezelf los uit het slijk en besloot het erbij te laten. 

We sluiten de dag af met een ijskoude spoelsessie in de lavandière in het dorpje. Dit is modder van de ergste soort. 

Topografie

Thuis ging ik aan de slag met de gemaakte topopunten. Een ideaal grotje om wat ervaring op te doen met de topo-software. De komende dagen communiceren Geert, Stijn en ik dagelijks over de materie van het topografiewerk. Met wat goede tips lukt het wel. Ik koppel de net gemaakte topo van de PGDM aan de PDM, pas de juiste UTM rotatie en declinatie toe en kan, onder voorbehoud van de correctheid van de bestaande topo, vaststellen dat onze desobwerken op 6 horizontale en 3 verticale meters van het Reseau Ensembe zitten! Hier zit potentieel in, we moeten snel terug.

Topo PGDM (DRAFT)

Seppe


donderdag 9 januari 2025

The French roots...

Het jaareinde is zo'n moment om even terug te blikken naar het verleden. We kijken met deze post zo'n 10 jaar terug en zoeken een oude bekend op, een project dat nooit afgewerkt is geraakt. 

Zoveel jaren terug verdiepte we ons in de karst rondom Signy l'Abbaye, een stadje dat 'Ses Curiosités Hydrographiques' promoot. De stad verloor z'n abdij na de Franse revolutie, maar de bronnen zijn er nog steeds, wij verkenden er de bron van de Vaux en de grote Gibergeon karstbron. De omgeving van Signy telt vele kleine grotjes, maar slechts één grot die zich leent tot speleo-sportief, de Perte des Mazurettes (PDM). 

Sinds lang op de wishlist van de duikers staat de siphon aval van deze grot, nooit gedoken en de reden is eenvoudig, deze is zeer moeilijk bereikbaar. De PDM is dan ook bekend (berucht) om z'n sportieve meander (zo'n 75m), waar je niet snel duikflessen gaat meeslepen.

Jaren hebben we gewerkt aan een shunt van deze meander, telkens ervan overtuigd dat we die bij elk nieuw bezoek gaan realiseren, maar de geschiedenis heeft het anders beslist.

Sommige teamleden geven echter niet snel op en een nieuw plan wordt uitgewerkt, een nieuwe ingang tot de grot !?!?

Zo gezegd, zo gedaan, dus een rondje ARVA meten. Twee courageuse teamleden gaan de grot trotseren, twee ander speuren de omgeving af...

Het is geweten dat exploratiespeleologie niet altijd volgens de planning verloopt, er zijn te veel onbekende factoren die een rol spelen, het weer is één factor maar dat lijkt wel mee te vallen.

De grot begint met een mooie P14, in twee delen, maar het tweede deel maakt de planning tot brandhout, er staat water en modder in de put, de passage is geheel onderin, dus hier kunnen we een kruis over maken. 

water in de PDM put

Na 30 minuten staan we terug buiten. De topografie zegt dat een bepaald deel van de grot slechts 1 à 5 m onder een doline ligt. Veel hoop dat we er op de doorgang stoten is er niet want als we er enkele meters naast zitten is de doorgang niet te vinden. We doen uiteindelijk een sondage van ongeveer 1,8m en boren nog eens 1,2m dieper, alles in de kleverige aarde, dus bij 3m diepte zitten we nog steeds niet aan de rotsbodem.

sondage

Een probleem sinds vele jaren in de PDM zijn de grote crue's die veel stenen en modder mee in de grot sleuren. De kans bestaat dat de grot zo helemaal verstopt geraakt, en in die optiek werd in 2018 onderin de put een rooster geplaatst dat stenen uit de meanders moet houden. En het is dat rooster dat ons nu parten speelt, want het verstopt de natuurlijke evacuatie van modder. In de bedding bovengronds merken we dat er een grote grondverschuiving heeft plaatsgevonden die waarschijnlijk de oorzaak is van het probleem. Ook zien we dat de putten regelmatig vol komen te staan waarna het water een andere weg zoekt. Terug naar de tekentafel...

Nog enige tijd over hebbende voor het donker wordt gaan we dan nog even een verplicht bezoek brengen aan de twee hoger vermelde bronnen. Retour BE.

...

Al snel worden er nieuwe plannen gemaakt om de stop vrij te maken. Eens dat de stop eruit is, hopen we dat de wintercrues grote schoonmaak houden.

Een goeie week later staan we opnieuw aan de rand van de put, waarvan de bodem nu helaas herschapen is tot een bassin!

PDM put nu een bassin

We zijn eraan voor de moeite. De regen van afgelopen dagen kan niet snel genoeg de diepte in. Vermoedelijk loopt het bassin nu over in de richting van de Taupes, naar het Réseau Ensemble. Een verbinding waar we al lang van dromen, en hopelijk ooit fysiek kunnen maken.

Opnieuw aan het oppervlak, waar de temperatuur flirt met het vriespunt, besluiten we wat te gaan rondneuzen. Als eerste gaan we de zelf gegraven put in de grote Doline Amont bekijken. Daar zijn geen verdere verzakkingen te zien. Ten tweede dalen we de nabijgelegen kleine Gouffre van de Perte des Mazurettes af. De ontwikkeling is groter dan wat er op de topo staat, en geheel onderaan zit een blaasgat. Het gaat om een meander van 10 bij 40cm. Niet direct iets waar we wild van worden.

Waar we wel enthousiast over zijn is een doline verderop in het bos waar er tussen enkele blokken zicht is op vervolg. Uiteindelijk kunnen we een blok demonteren en een 8 tal meter grot verkennen. Het eindpunt is helaas impenetrabel. Jammer, want in de buurt is er een interessante perte. Maar, net als quasi alle verdwijnpunten in de streek, is ze verheven van het slijk!

première?

De ontnuchtering kwam de volgende dag. In de literatuur lees ik over de perte en de nabijgelegen interessante grot Le Craque genaamd. Een grot, door ons vrijgemaakt en getopografeerd nu 12 jaar geleden. Lieve hemel, we worden oud. Geen nieuwe grot dus, maar wel een sappig verhaal om te vertellen bij een après explo. Ontdekken, en herontdekken!

Hierbij de nooit gepubliceerde topo.

G, S